aanschaffen se procurer club club m dierenriem zodiaque f ?? dobbelsteen dé m drinkwater eau f potable huwen épouser knoflook ail m landingsbaan piste d’atterissage manlijk (mannelijk) masculin,-e modder vase f slachtoffer victime f slag (veld-) bataille f slag coup m slagen (‘examen’) être reçu slagen réussir slager boucher m slagerij boucherie f slak (‘animal’) limace f slak (‘cuisine’) escargot m slang (‘animal’) serpent slang (‘outil’) ? slank élancé; svelte ?? slap mou, molle slapen dormir slechts seulement; ne … que slede (slee) traîneau m sleepboot remorqueur m sleutel clef f; clé f slijpen aiguiser ??? slim malin,-e ?? slingeren osciller sloop (‘lit’) taie f <d’oreiller> sloop (auto-) sloop démolition f ?? sloot fossé m slopen démolir sluier voile m sluipen ?? sluiproute // sluis écluse f sluiten fermer sluiting (ook: ‘commerce’) fermeture f sluitng clôture f slurf trompe f smaak goût m smakelijk eten! bon appétit ! smakelijk savoureux,-se smal étroit,-e smart douleur f; … smeden … smid forgeron m smijten …. smokkel<waar> contrebande f smokkelaar contrebandier m snaar corde f

sneeuw neige f sneeuwen neiger sneeuwvlok flocon m de neige snel rapide; vite snelheid rapidité f sneltrein express m; rapide m; TGV m snijden couper snikken sangloter snoep friandises fpl; bonbons mpl snoezig charmant,-e soep potage m; soupe f sok chaussette f soldaat soldat m soldij … sollicitant postulant m ; candidat m solliciteren naar postuler +4 som (‘vraagstuk’) problème f som somme f somber sombre somberheid soms parfois ; quelquefois soort van sorte f (une sorte -) soort espèce f sorteren assortir souvenir souvenir m spaander copeau m spaarzaam économe spandoek calicot m ; banderole f Spanje l’Espagne (en -) (espagnol,-e) spannend captivant,-e ; passionnant,-e spanning tension f spar sapin m sparen épargner ; faire de l’épargne ; économiser specht pic m speelgoed jouets mpl (un jouet) spek (stukje -) lardon m spek lard m spel jeu m spelen jouer <au football> <du piano> speler joueur,-se spellen épeler sperzieboon haricot vert ?? spiegel miroir m spieken copier sur qqn; tricher spier muscle m spijbelen sécher la classe/ un cours spijker clou m spijs ?? spijsvertering digestion f spijten (het spijt mij) regretter (je regrette) spijten regret m spijtig regrettable spin araignée spinazie épinards mpl spinneweb toile f d’araignée

spion espion m spits pointu,-e spitten bêcher splijten fendre splinter écharde f splitsen diviser ; dissocier spoed urgence f ; diligence f spoedeisend urgent,-e (il y a urgence) spoedig bientôt spons éponge f spook fantôme m spoor (‘à la gare’) voie f spoor rail m spoorweg chemin m de fer spoorwegen la SNCF sport sport m; sports mpl sportief sportif,-ve spotten met se moquer de spraakkunst grammaire f spraakzaam communicatif,-ve ; loquace sprakeloos muet,-tte spreekwoord proverbe m spreeuw étourneau m spreiden étendre spreken parler spreker locuteur m; celui qui a la parole springen sauter sprinkhaan sauterelle f sprong saut m sprookje conte m de fée spuwen cracher staal acier m staan être; se trouver; être debout ; se tenir debout staart queue f staat (in – zijn om) être en état de staat état m staatsman homme d’Etat stad ville f stadhuis mairie f; hôtel m de ville stadion stade m staken faire <la> grève staker gréviste m staking grève f stal étable f stallen remiser ??? stam (‘mot’) racine f; radical m ??? stam tronc m stamelen bégayer; bafouiller stampen met trépigner de standbeeld statue f standje réprimande f stang barre f stap pas m stapel pile f ; amoncellement m staren regarder fixement

startbaan piste de décollage statiegeld consigne f station gare f stedeling citadin,-e steeds toujours; sans cesse steeg ruelle f steel (‘fleur’) pédoncule f; tige f steel manche m steen pierre f steenkool houille f// charbon m steil escarpé; raide stelen voler stellig positif,-ve; affirmatif,-ve stem voix f stemmen op voter pour stempel sceau m ?? stenografie sténographie f ster (‘média’) vedette f ; (danse etc. :) étoile f ster étoile f sterk fort,-e sterrenbeeld constellation f sterven mourir stervende mourant,-e steun appui m stevig solide, fort,-e ?? stichten fonder stier taureau m stijf raide stijgen monter; s’élever stikken (‘naaien’) piquer ? stil silencieux; calme stilstaan s’arrêter stilte silence m stinken puer; sentir mauvais stoeien se bagarrer ; batifoler stoel chaise f stof matière f stof poussière f stoffer ??? stofzuiger aspirateir m stok bâton m stomen jeter des vapeurs stoom vapeur m stoomboot vapeur m stoot coup m ??? stoppen s’arrêter; cesser storen déranger storing dérangement; interruption f storm tempête f stortbui averse f ; pluie battante f stortvloed torrent m stoutmoedig hardi,-e stoven étuver straal rayon m straat rue f

straf punition f straffen punir straks tantôt; tout à l’heure strand plage f streep ligne f strekken s’étendre strelen caresser streng sévère streven aspirer à ??? strijd combat m strijden se battre ; lutter pour strijken repasser strijkijzer fer à repasser strik noeud m stro paille f stromen couler strooien répandre stroom courant m stroomafwaarts en aval stroomopwaarts en amont struik arbuste m struisvogel autruche f studeren faire des études; (be- :) étudier studie études fpl stuiven faire de la poussière stuk morceau m stuk pièce f succes succès m; réussite f suiker sucre m taai tenace taaiheid tenacité f taak tâche f taal langue f taart gâteau m, tarte f tabak tabac m tachtig quatre-vingts tafel table f tak branche f talrijk nombreux,-se tam apprivoisé ?? tamelijk assez tand dent f tandarts dentiste m tandenborstel brosse f à dents tante tante f tapijt tapis m tarwe froment m tast toucher m tasten tâter taxi taxi m taxichauffeur chauffeur de taxi teen orteil ??; doigt du pied tegelijkertijd à la fois tegen à l’égard; à ; vis-à-vis etc. tegen contre

tegenkomen rencontrer ; croiser tegenover en face <de> tegenstander adversaire m tegenstelling opposition f; contraste m tegenwoordigheid présence f tekenen dessiner tekenen signer tekening dessiner tekort déficit m tekort manque m; pénurie f tekst texte m telefoneren téléphoner <à> telegraferen télégraphier <à> teleurstellen décevoir teleurstelling déception f televisie télévision f televisietoestel téléviseur m ; poste m de télévision telkens à chaque fois ; à cahque instant tellen compter teller compteur m telwoord nom m de nombre ; numéral m temmen dompter ; apprivoiser temmer dompteur temperatuur température f ten minste du moins tenauwernood à peine tenminste au moins tentoonstellen exposer tentoonstelling exposition f terechtstellen exécuter terechtstelling exécution f termijn terme m; délai m terug de retour terug- re…. terugbrengen rapporter teruggeven rendre terugkeren retourner terugkomen revenir; retourner terugtocht retour m; retraite f terugtrekken retirer terwijl pendant que ; alors que testament testament m teugel bride f tevergeefs en vain tevreden content,-e <de> textiel textile m theater théâtre m thee thé m thermometer thermometer m thuis à la maison thuiskomen rentrer tien dix tij marée f tijd temps m tijdelijk temporaire

tijdelijk temporel,-lle tijdens pendant; durant tijdgenoot contemporain m tijdperk époque f tijdschrift périodique m tijger tigre m toch pourtant; cependant toedekken couvrir toegangsbewijs billet m d’entrée toegankelijk accessible toehoorder auditeur m toejuichen acclamer; applaudir toekomst avenir m toen …. quand ; lorsque toen alors toenemen augmenter toerisme tourisme m toerist touriste m toeschouwer spectateur, -trice toesnellen accourir toestaan permettre toevoegen ajouter tolk interprète m tomaat tomate f toneel scène f toneel théâtre m toneelspeler acteur, -trice toneelstuk pièce f <de théâtre> tonen montrer tong langue f toonbank comptoir m toorn colère f ??? top sommet m; cime f topconferentie (conférence f au ) sommet m tor coléoptère m ??? toren tour f tot in jusque dans tot jusqu’à touw corde f traag lent,-e ; ??? traan larme f trachten tâcher de; chercher à trakteren régaler (de) tram tram<way> m trap escalier m trechter entonnoir m trede marche f ; degré m treffen toucher ?? trein train trekken tirer treuren être triste ; pleurer +4 treurig triste triomf triomphe m trommel tambour m troon trône m

troost consolation f troosten consoler trots fier, fière trots orgueil m trouw fidèle trouw fidélité f trouwen se marier (à/ avec) tuin jardin m tuinieren jardiner; faire le jardinage tulp tulipe f tunnel tunnel m tussen entre twaalf douze twee deux tweede deuxième; second,-e tweedracht discorde f; dissension f tweeling jumeaux mpl; jumelles fpl twijfel doute m twijfelen douter (de) twijg (telg) rejeton m twintig vingt twist querelle f; dispute f twisten se quereller; se disputer typen taper typiste dactylo f ui oignon m uil hibou m uit het huis hors de la maison uit fini ; sorti uitbreiden étendre uitdoven éteindre uitdrukken exprimer uitdrukking expression f uiteindelijk final,-e uiteraard (vanzelfsprekend) bien entendu uiteraard par nature; naturellement uitgaan sortir uitgang sortie f uitgave dépense f uitgave édition f uitgestrekt étendu,-e uitgeven dépenser uitgeven éditer uitgever éditeur m uitlachen se moquer de uitladen décharger uitlaten (‘hond’) promener uitleggen expliquer uitmuntend éminent,-e; excellent,-e uitnodigen inviter uitnodiging invitation f uitrusten se reposer uitslag (afloop) résultat m uitslapen dormir son compte ??? uitsluitend exclusif,-ve

uitspraak prononciation f uitspreken prononcer uitstapje excursion f uitstappen descendre (de) uitstekend excellent,-e uitstel délai m uittrekken (‘vêtements’) ôter; enlever uittreksel résumé m uitverkoop soldes fpl uitvinden inventer uitvinding invention f uitvoer exportation f uitwendig externe ?? uitwisselen échanger uitwissen effacer; biffer uitzenden diffuser uitzending émission f uitzicht vue f uitzondering exception f universiteit université f uur heure f Uwerzijds de votre part vaag vague vaak souvent vaartuig navire m; bâtiment m vaarwel adieu m vaas vase m vacature vacance f; poste m vacant vader père m; papa m vaderland patrie f vak (‘beroep’) métier m vakantie vacances fpl val chute f vallen tomber vals faux,-sse van de ; à etc. vanavond ce soir vanmiddag cet après-midi vanmorgen ce matin varen naviguer varken cochon m varken<svlees> porc m vast ferme; fixé,-e, attaché,-e vastbinden attacher ; lier vasteland continent m vasthouden tenir; maintenir vastklemmen (zich -) se cramponner (à) vechten se battre vee béatil m veel beaucoup veelvuldig fréquent veen tourbe f veer bac m veer plume f veer ressort m

veertien quatorze veertiende (Lodewijk de -) Louis XIV (= quatorze) veertig quarante veeteelt élevage m vegen balayer veilig sûr,-e; (‘paiement’) sécurisé,-e veiling vente publique ? veinzen feindre veld champ m veldslag bataille f vellen abattre venster fenêtre ver loin ; éloigné,-e veranderen changer ; modifier verandering changement; modification verantwoordelijk responsable verantwoordelijkheid responsabilité f verbaads étonné,-e verband lien m ; connexion f verband pansement m; bandage m verbanning exil m verbazing étonnement m verbeelding imagination f verbergen cacher verbeteren améliorer verbeteren corriger verbetering amélioration verbetering correction f verbieden interdire; défendre verbijsterd consterné,-e; horrifié,-e verbinden lier verbod interdiction f; défense (de) verbreden élargir verbreding élargissement m verdacht suspect verdampen s’évaporer verdedigen défendre verdediging défense f verdelen diviser; partager verdeling division f; partage m verder plus loin; plus éloigné,-e verder puis verdienen gagner verdienen mériter verdieping étage m verdraagzaam tolérant,-e verdraagzaamheid tolérance f verdriet peine f; chagrin m verdrijven chasser; verdrinken se noyer verduren supporter; endurer verdwalen s’égarer; se perdre verdwijnen disparaître verdwijning disparition f vereniging association f

verf peinture f vergaderen se réunir vergadering réunion f vergeefs en vain// vain,-e vergelijken comparer (à) (avec) vergeten oublier vergeven pardonner (qc à qn) vergezellen accompagner vergezicht vue f vergif poison m vergissen (zich -) se tromper (de) vergissing erreur f vergroten agrandir; augmenter vergroting agrandissement m verhaal histoire f; récit m verheugd content (de); enjoué,-e verhuizen déménager verhuizing déménagement m verjaardag anniversaire m verkeer circulation f verkeerslicht feu m de signalisation verkiezen élire verkiezen préférer (qc à qc) verklaren (uitleggen) expliquer verklaren déclarer verklaring déclaration f verklaring explication f verkoop vente f verkopen vendre verkoper vendeur,-euse verkouden worden s’enrhumer verkouden enrhumé,-e verlamd paralysé,-e verlangen désirer verlaten quitter +4 verleden passé m verliefd amoureux,-se (de) verliezen perdre vermaard fameux,-se vermakelijk amusant,-e ; distrayant,-e vermaken (zich -) s’amuser (de) vermelden mentionner vermengen mélanger; mêler vermijden éviter verminderen diminuer vermoeid raken se fatiguer vermoeid fatigué,-e vernielen détruire vernieling destruction f vernietigen anéantir vernietiging anéantissement m veronderstellen supposer veronderstelling supposition f verontschuldigen excuser verontschuldiging excuse f

verontwaardigd zijn/ raken s’indigner (de) verontwaardiging indignation f veroordelen condamner veroordeling condamnation f veroorzaken causer veroveren conquérir verovering conquête f verpleger infirmier,-ière verplichten obliger verplichting obligation f verpozing délassement m verraad trahison f verraden trahir verrader traître m verrassen surprendre verrassing surprise f verrekijker jumelles fpl ; longue-vue f verroeren (zich -) bouger ?? verrot pourri verrrotten pourrir verrukking enchantement m vers frais, fraîche verschaffen fournir verschaffen procurer verscheidene plusieurs verscheuren déchirer verschijnen paraître; apparaître verschil différence f verschillen différer verschuldigd zijn aan devoir à versieren orner; décorer verslag compte rendu m; rapport m verslaggever reporter m versleten usé,-e; usagé,-e verslinden dévorer versmaden dédaigner verspreiden répandre verstaan entendre; comprendre verstandhouding intelligence f; entente f verstandig intelligent,-e versterken renforcer; fortifier verstoord détraqué; dérangé verstoord irrité; … verstrooid distrait,-e verstrooidheid distraction f vertalen traduire vertaling traduction f verte lointain m vertegenwoordigen représenter vertellen (over) raconter +4 vertraging retard m vertrek départ m vertrek pièce f vertrekken partir (pour) vertrouwen confiance f

vervaardigen fabriquer; confectionner vervangen remplacer vervelen (zich -) s’ennuyer vervelend ennuyant; embêtant verveling ennui m verven (haren -) se teindre les cheveux verven peindre; teindre vervoegen conjuguer vervoer transport m vervoeren transporter vervolg suite f vervolgen continuer (à); poursuivre vervolgens ensuite vervuilen polluer vervuiling pollution f verwaand suffisant,-e; ?? verwaarlozen négliger verwachten s’attendre à ce que +S verwarming chauffage m verwennen gâter verwerpen rejeter verwijderen éloigner verwijt reproche m verwoesten détruire; ravager verwoesting destruction f verwonderen (zich -) s’étonner verwondering étonnement m verzamelaar collectionneur m verzamelen collectionner verzameling collection f verzekeraar assureur m verzekeren assurer verzekering assurance f verzenden envoyer verzending envoi m verzet bieden résister verzet résistance f verzetsstrijder résistant m verzoek demande f verzoeken demander verzoeking tentation f verzoekschrift pétition; requête f verzoenen réconcilier verzoening réconcialisation f verzorgen prendre soin (de); soigner verzuim omission f verzuimen omettre ; ???? vet graisse f vet gras, grasse veter lacet m veulen poulain m vier quatre vierkant carré m vies malpropre ; sale ?? vijand ennemi,-e m/f

vijandig hostile (à) vijandschap hostilité vijf cinq vijftien quinze vijftig cinquante vijg figue f vijl lime f vinden trouver vinger doigt m vingerhoed dé m <à coudre> vink pinson m viool violon m viooltje violette f vis poisson m vissen pêcher vitamine vitamine f Vlaams flamand,-e Vlaanderen la Flandre (en -) vlag drapeau m vlaggen ?? vlak plat,-e; lisse vlakte plaine f vlakte plaine f vlam flamme f vlees viande f // chair f vlek tache f vleugel aile f vliegen voler vlieger (= vliegenaar) aviateur vlieger cerf-volant m vliegtuig avion m vlijt zèle m; application f vlijtig zélé,-e ; appliqué,-e vlinder papillon m vloed flux m; marée haute f ?? vloeibaar liquide vloeiend spreken parler couramment vloeipapier buvard m vloeken jurer vloer plancher m vlok flocon m vloot flotte f vlucht vol m vluchteling réfugié m// fugitif m vluchten fuir; s’enfuir (de) VN Organisation des Nations Unies (ONU) f vochtig humide vochtigheid humidité f voeden (technique: ) alimenter; nourrir voedsel nourriture f voelen sentir voeren (= voeden) nourrir voet pied m voetbal spelen jouer au football voetbal ballon m

voetganger piéton, piétonne vogel oiseau m vol plain,-e voldaan satisfait,-e voldoening satisfaction f volgen suivre volgorde ordre m <de succession> volk peuple m volkslied hymne m national volledig complet, -ète volmaakt parfait, -e voltooien achever voluit en toutes lettres ??? volwassen<e> adulte vonk étincelle f voor avant voor devant voor pour voor<dat> avant que +S voorafgaand précédent,-e voorbeeld exemple m voorbijgaan passer voorbijganger passant m voordeel avantage m voordeur porte f d’entrée voorhoofd front m voorjaar printemps m (au -) voormalig ancien,-nne voornaam distingué,-e; important,-e voornaam prénom m voornaamwoord pronom m voorouders ancêtres mpl; aïeux mpl voorraad provision<s> f<pl> voorrecht privilège m voorspoed prospérité f voorspoedig prospère voorstad faubourg m ??? voorsteden banlieue f voorstel proposition f voorstellen (iets -) proposer qc à qn voorstelling représentation f voortaan désormais, dorénavant voortdurend sans cesse voortzetten continuer ??? voorval incident m voorwaarde condition f voorwaarts en avant voorzichtig prudent,-e voorzichtigheid prudence f vork fourchette f vorm forme f vorst gel m vorst prince m vos renard m vouw pli m

vouwen plier vraag question f ; demande f vrede paix f vredig paisible vreemd étrange; bizarre vreemdeling étranger, -ère vrees crainte f vreten bouffer; dévorer vreugde joie f vriend ami m vriendelijk aimable vriendin amie f (mon amie, ma meilleure amie) vriendschap amitié f vriezen geler vrij libre vrijheid liberté f vrijwillig volontaire vroeg tôt vroeger autrefois vrolijk gai,-e; joyeux, -se vrouw femme f vrouwelijk féminin,-e vrucht fruit m vruchtbaar fertile vruchtbaarheid fertilité f vruchtboom arbre m fruitier VS Etats-Unis mpl vuil sale vuiligheid saleté f vuilnisbak poubelle f vuilnisemmer seau à ordures vuist poing m vulkaan volcan m vullen remplir (de) vulpen stylo m vuurtoren phare m waaghals casse-cou m waagstuk coup m d’audace; gageure f ??? waaien faire du vent waaier éventail m waakzaam vigilant,-e waakzaamheid vigilance f waanzin démence f waanzinnig dément,-e ??? waar (waren) marchandise f waar ? où ? waar vrai,-e waarborg garantie f ??? waarde valeur waarderen apprécier waardering appréciation f waardevol valeureux,-se ??? waardig digne waardigheid dignité f waarheid vérité f

waarnemen apercevoir waarom pourquoi waarschijnlijk (aannemelijk) vraisemblable waarschijnlijk probable waarschijnlijkheid (aannemelijkheid) vraisemblance f waarschijnlijkheid probabilité f waarschuwen avertir; prévenir waarschuwing avertissement m waarzeggen dire la bonne aventure waas voile m ??? wachten (op) attendre +4 wachtkamer salle f d’attente waden passer à gué wagen risquer wagon wagon m waken (over) veiller (sur) wakker maken réveiller wakker worden se réveiller// s’éveiller wakker réveillé,-e wal (kade) quai m walm fumée f ; relent m ??? walnoot grosse noix f ?? walvis baleine f wanbeheer mauvaise gestion f ?? wand paroi f wandaad méfait m ?? wandelen se promener wandeling promenade f wang joue f wanhoop désespoir m wanhopen désespérer wanhopig désespéré,-e wanneer quand; lorsque wanorde désordre m wansmaak mauvais goût m want car wantrouwig méfiant,-e wapen ??? wapen arme f warenhuis grand magasin m warhoofd esprit m brouillon warm chaud,-e warmte chaleur f was ??? was cire f wasecht lavable wasem buée f wassen (zich -) se laver wassen laver wastafel lavabo m ??? water eau f waterdamp vapeur f d’eau waterleiding conduite f d’eau watten coton m ??? we nous

web toile f wedden parier// gager que weddenschap pari m wedijver rivalité f ; émulation f wedstrijd match m; rencontre f weduwe veuve weduwnaar veuf weegschaal balance f week semaine f weekblad hebdomadaire m weelde luxe m weelderig luxueux,-se weemoed mélancolie f weer temps (le temps qu’il fait) weerbericht météo ; bulletin météorologique weerstaan résister (à) weerstand résistance f// opposition f weervoorspelling prévision f du temps weg chemin m weg parti ; n’existe plus ; n’a plus cours wegen peser wegens en raison de; à cause de weggaan s’en aller (partir) wegjagen chasser wegkruising croisée f des routes weide pré m ; prairie f weifelen hésiter ??? weigeren refuser weigering refus m weinig peu wekelijks hebdomadaire weken tremper ? wekken réveiller wekker réveille-matin m; réveil m wel bien // si weldaad bienfait m weldra bientôt welkom bienvenu,-e, -us, -ues welkom bienvenue f wellicht peut-être ?? welluidend mélodieux,-se welsprekend éloquent,-e wenden (zich – tot) s’adresser à wenden tourner wenen pleurer Wenen Vienne wenkbrauw sourcil m wennen aan s’habituer à ?? wennen habituer wens souhait m ; désir m wensen souhaiter ; désirer wereld monde m werelddeel continent m wereldstad métropole f werf (scheeps-) chantier m (- naval)

werk (‘arbeid’) travail m werkelijk réel, réelle werkelijk vraiment werkeloos désoeuvré,-e; inactif,-ve werken travailler werkgever employeur werkkracht capacité f de travail werkloos au chômage ?? werknemer salarié werkwoord verbe m werkzaam actif,-ve werpen lancer; jeter wervelstorm cyclone m wesp guêpe f westen occident m; ouest m westers occidental wet loi f weten savoir wetenschap science f wetenschappelijk scientifique wetenswaardig ?? digne d’intérêt wetgeving législation f wettelijk légal,-e wettig légitime weven tisser wezen être m wieden sarcler wieg berceau m wiek (‘molen’) aile f wiel roue f wielrenner cycliste m wig coin m ??? wijd large, ample wijk quartier m wijn vin m wijnboer vigneron m wijngaard vignoble m; vigne f wijs sage wijsheid sagesse f wijsje air m wijsvinger index m wijze (‘manier’) façon f wijze sage m wijzen indiquer; désigner wijzer (‘klok’) aiguille f wijzigen changer; modifier wikkelen enrouler; envelopper wil volonté f wild gibier m wild sauvage wildernis brousse f wilg saule m willen vouloir wimpel flamme; faneau m ??? wimper cil m

wind pet m wind vent winden enrouler ??? windstil calme ??? windwijzer girouette f winkel magasin m winkelcentrum centre d’ ??? winkelen faire des courses/ emplettes winkelgalerij passage m winkelier commerçant; boutiquier m winnen van battre +4; l’emporter sur winnen gagner winst bénéfice m; gain m winter hiver m (en -) wip balançoire f wiskunde maths fpl; mathématiques fpl wisselen (‘geld’) changer wisselen échanger// wisselgeld monnaie f wit blanc, blanche wittebrood pain m blanc witten blanchir à la chaux woede colère f woelig houleux,-se ; turbulent,-e woensdag mercredi woestijn désert m wol laine f wolf loup m wolk nuage m wolkenkrabber gratte-ciel m wond blessure f wonder miracle m wonderbaar merveilleux,-se wonderlijk ??? wonen habiter; demeurer woning maison f; demeure f woonachtig domicilié,-e woonplaats domicile m woord mot; parole f woordenboek dictionnaire m woordentwist dispute f ?? woordspeling jeu m de mots worden devenir worden être + PARTICIPE PASSÉ worm ver m worst saucisse f worstelen lutter wortel (‘boom’) racine f woud forêt f wraak vengeance f wreken (zich – op) se venger de wreken venger wrijven frotter wringen tordre wroeging remords m

wrok rancune f; rancoeur m ??? wuiven faire signe (…) ??? zaad semence f wwerlichten faire des éclairs zaag scie f zaagsel sciure f zaaien semer zaak affaire f// bureau m ?? zaak chose f zaal salle f zacht doux, douce zachtaardig bénin ??? zadel selle f zagen scier zagerij scierie f zak sac m zakdoek mouchoir m zakenman homme m d’affaires zakgeld argent m de poche zakken baisser zakken être recalé ?? zakkenroller pickpocket m zaklantaarn lanterne f de poche zalf onguent m zalm saumon m zand sable m zandkorrel grain m de sable zanger chanteur, -se zaterdag samedi ze elle<s> ze, zij ils zedelijk moral,-e zedeloos immoral,-e zee mer f zeef crible, t.. ??? zeeman marin m zeep savon m zeepost poste f maritime zeer (dat doet -) ça fait mal zeer très ; bien zeevaart navigation f maritime zege victoire f zegel cachet m; sceau m zegenen bénir zeggen dire zeil bâ…. ?? zeil voile f zeilen faire de la voile zeis faux f zeker certain,-e ; sûr,-e zelden (zeldzaam) rare zelf (de schrijver zelf) l’auteur en personne zelf même (hijzelf= lui-même) zelfmoord suicide m zelfs même

zelfstandig naamwoord substantif m; nom m zelfstandig indépendant zelfvertrouwen maîtrise de soi ??? zelfzuchtig (egoïstisch) égoïste zenden envoyer zenuw nerf m zenuwachtig nerveux, -se zes six zestien seize zestig soixante zetten mettre; poser zeven tamiser; cribler zeventien dix-sept zeventig soixante-dix zicht vue f zichtbaar visible ziedaar voilà ziehier voici ziek malade ziekte maladie f ziel âme zien voir ziens (tot -) au revoir zigeuner tzigane m zigzag en zigzag ??? zijde soie f zijderups ver m à soie zijn être zijnerzijds de son côté zilver argent m zilverpapier papier m d’argent zin phrase f zindelijk propre ?? zingen chanter zink zinc m ??? zinken couler; sombrer zinsverband contexte m zitten (gaan -) s’asseoir zitten être assis zo ainsi; de la sorte zoals comme zodat de sorte que zodoende ainsi ; ?? zoeken chercher zoeklicht projecteur m zoemen bourdonner zoen baiser m; bise f zoenen s’embrasser zoet doux,-ce zoëven tout à l’heure zogenaamd soi-disant; prétendu,-e zolder grenier m zomer été m (en -) zon soleil m zondaar pécheur m

zonderling original m zonderling singulier, -ière zondigen pécher zondvloed déluge m zonnig ensoleillé zonsondergang coucher m du soleil; crépuscule m zonsopgang lever m du soleil zoogdier mammifère m zool semelle f zoom bord m ??? zoon fils m zorg soins mpl ?? zorg souci m zorgen prendre soin de; soigner zorgvuldig soigneux ??? zorgzaam attentif,-ve ??? zout sel m zucht soupir m zuchten soupirer zuid Midi m zuid sud zuidelijk méridional zuigeling nourisson m zuigen sucer zuil colonne f zuinig économe zuivel laitage m ??? zuiver pur,-e zuiveren purifier zulk tel,-lle zuster soeur f zuur aigre; acide zuurstof oxygène m zwaaien agiter … zwaan cygne m zwaar lourd,-e zwaarte pesanteur; lourdeur f zwaartekracht gravitation f zwager beau-frère m zwak faible zwakheid faiblesse f zwaluw hirondelle f zwart noir,-e Zweden la Suède (en -) Zweeds suédois,-e Zwembad piscine f zwemmen nager zweren jurer zwerven errer; vagabonder zwerven vagabond m zweten suer; transpirer zweven planer zwijgen se taire Zwitser Suisse m , Suisse f/ Suissesse f Zwitserland la Suisse (en -)

zwoegen peiner ???