-
BENELUX-INVENTARIS VAN DE GRENSOVERSCHRIJDENDE
RISICO'SINVENTAIRE BENELUX DES RISQUES TRANSFRONTALIERSBENELUX
BESTANDSAUFNAHME DER GRENZÜBERSCHREITENDEN RISIKEN
-
Verantwoordelijke uitgeverDr. J.P.R.M. van
LaarhovenSecretariaat-Generaal van de Benelux
UnieRegentschapsstraat 39 • BE-1000 Brussel • [email protected]
CoördinatieTeam Justitie en Binnenlandse Zaken van het
Secretariaat-Generaal van de Benelux Unie
Vorm en conceptFuel. – Brussel – www.fueldesign.be
DatumJuni 2016
Dit rapport is beschikbaar in de volgende talen: Nederlands,
Frans en Duits. Het rapport kan gedownload worden via de homepage
van de website van het Secretariaat-Generaal van de Benelux Unie
www.benelux.intAlle rechten voorbehouden.
Editeur ResponsableJ.P.R.M. van LaarhovenSecrétariat général de
l’Union BeneluxRue de la Régence 39 • BE-1000 Bruxelles •
[email protected]
CoordinationTeam Justice et Affaires intérieures du Secrétariat
général de l’Union Benelux
Mise en pageFuel. – Bruxelles – www.fueldesign.be
DateJuin 2016
Ce rapport est disponible dans les langues suivantes :
néerlandais, français et allemand. Ce rapport peut être téléchargé
à partir de la page d’accueil du site internet du Secrétariat
général de l’Union Benelux www.benelux.intTous droits réservés.
HerausgeberDr. J.P.R.M. van LaarhovenGeneralsekretariat der
Benelux UnionRegentschapsstraat 39 • BE-1000 Brüssel •
[email protected]
KoordinationTeam Justiz und Inneres des Generalsekretariats der
Benelux Union
LayoutFuel. – Brüssel – www.fueldesign.be
DatumJuni 2016
Dieser Bericht liegt in folgenden Sprachen vor: Niederländisch,
Französisch und Deutsch. Der Bericht kann von der Homepage des
Generalsekretariats der Benelux Union heruntergeladen werden
www.benelux.intDiese Veröffentlichung ist urheberrechtlich
geschützt.
-
1ACHTERGROND
1.1. INLEIDINGIn het actieplan Senningen 2013-2016 – luik
Crisis- en rampenbestrijding – van de Benelux Unie is opgenomen dat
de werkgroep Risico-identificatie belast is met het organiseren van
een continue ervaringsuitwisseling over de invoering van een lijst
van nationale risico’s in het kader van de Europese aanpak ter
zake.
De aan de werkgroep Risico-identificatie gegeven taakopdracht is
vertaald in een eigen gemeenschappelijk werkprogramma 2013-2016.
Hierin zijn de missie en doelstellingen geformuleerd: “Binnen de
Benelux zijn de relevante grensoverschrijdende risico's
geïdentificeerd en geanalyseerd, zijn de gevolgen bekend en kunnen
de andere werkgroepen en partners op basis van de producten van de
werkgroep hun eigen opdrachten vervullen.”
De activiteiten van de werkgroep zijn nader uitgewerkt in
jaarplannen.
1.2. OPDRACHTDe werkgroep die is samengesteld uit deskundigen
van de drie Benelux-landen en Noordrijn-Westfalen heeft dus als
hoofdopdracht de identificatie van de grensoverschrijdende
risico’s.
De werkgroep heeft eerst de gezamenlijke definities bepaald van
de beschreven risico's in de vier landen. Dit heeft geleid tot een
geïntegreerde lijst van alle risico's met een mogelijke
grensoverschrijdende impact die in de vier landen zijn benoemd (73
risico’s verdeeld over 26 soorten crisis). In deze lijst worden ook
de risico’s genoemd die in relatie staan tot de klimaatadaptatie
zoals overstromingen, hittegolven en koudegolven.
Deze lijst is aan alle verantwoordelijke partners
(multidisciplinair) in de grensregio’s van de vier betrokken landen
voorgelegd met het verzoek aan te geven of dit naar hun visie een
risico is met een grensoverschrijdend effect. Eveneens werden er
inschattingen gevraagd naar probabiliteit (likelihood) en
grensoverschrijdende impact van de vooraf gedefinieerde risico’s in
de drie komende jaren (score van 0 (nul) tot 5 (zeer waarschijnlijk
of zeer groot)).
• • • 3 • • •
Ned
erla
nds
-
Er zijn meer dan 80 vragenlijsten verzonden en 42 ingevulde
vragenlijsten werden ontvangen, over de drie landen heen, inclusief
Noordrijn-Westfalen.
De werkgroep acht het aantal ontvangen vragenlijsten voldoende
representatief om in de grensgebieden tussen Luxemburg, België,
Noordrijn-Westfalen en Nederland te kunnen benoemen en een
indicatie te geven met welke waarschijnlijkheid rekening moet
worden gehouden met een landsgrensoverschrijdend effect van het
risico.
Onder punt 2 worden de geïdentificeerde risico's in een
risicomatrix weergegeven.
Naast de risk assessment per land is binnen de Benelux,
inclusief Noordrijn-Westfalen, op eigen initiatief een
risico-identificatie uitgevoerd door de vier landen gezamenlijk
voor de betrokken regionale grensregio’s. Deze inventarisatie heeft
geen invloed op de nationale risicobeoordelingen die onverkort van
toepassing zijn.
Met deze grensoverschrijdende risico-identificatie toont de
Benelux zich als een pionier binnen de EU om ook
grensoverschrijdend na te denken over prioritaire risico’s. Op die
manier wordt tevens voldaan aan de wens van de Benelux om aan zijn
voorbeeldrol en als proeftuin binnen de EU invulling te geven.
Daarnaast heeft de werkgroep Risico-identificatie in 2015 kennis
genomen van de ontwikkelingen rondom de werkzaamheden van de
Benelux-werkgroep Klimaatadaptatie. De ontwikkelingen die met het
thema van de klimaatverandering verband houden zijn immers ook
relevant voor de inventarisatie en analyse van risico’s, zeker op
de langere termijn. De werkgroep Risico-identificatie heeft aan de
werkgroep Klimaatadaptatie toegezegd om samen te werken en
informatie uit te wisselen.
De werkgroep Risico-identificatie stemt daarmee zijn
activiteiten ook met de werkgroep Klimaatadaptatie af.
Ten slotte zal de werkgroep Risico-identificatie verder werken
op dit onderdeel op basis van 2 of 3 gekozen thema’s, zich verder
buigen over de terminologie en rekening houden met de contouren
(maatregelenzonering) waarbij de thematische experts van de drie
landen betrokken worden.
• • • 4 • • •
-
2.1. DE 10 MEEST PRIORITAIRE RISICO’S
CATEGORIE:ZEERHOOG(ROOD)
1. Risico 12.3: Uitval elektriciteitsvoorziening2. Risico 23.1:
Ziektegolf besmettelijke ziekte3. Risico 22.3: Besmettelijkheid
gevaar buitenland4. Risico 22.1: Besmettingsgevaar via contact5.
Risico 22.4: Dierziekte overdraagbaar op de mens6. Risico 7.5:
Industriële branden7. Risico 9.5: Incident inrichting: met
eventueel grote industriële brand tot gevolg
(brandbaar/explosief)8. Risico 10.5: Incident inrichting: met
eventueel grote industriële brand tot gevolg (giftige stof)
CATEGORIE:HOOG(ORANJE)
9. Risico 22.2: Feitelijke grootschalige besmetting (nog) zonder
ziekteverschijnselen 10. Risico 15.1: Uitval voorziening voor
spraak- en datacommunicatie
2.2. BENELUX-RISKMATRIXEN
RISKMATRIX A
Op de eerste riskmatrix zijn de resultaten te zien die
voortgekomen zijn uit de enquête die gehouden is door de werkgroep
Risico-identificatie.
RISKMATRIX B
Op de tweede riskmatrix zijn dezelfde resultaten te zien als bij
Riskmatrix A, echter zijn er nu ook de beoordelingscategorieën aan
toegevoegd.
Voor de volledige lijst risico’s wordt er verwezen naar punt
3.
• • • 5 • • •
RESULTATENBENELUX- RISICO-ANALYSE
Ned
erla
nds
2
-
2.2.1. Riskmatrix A
• • • 6 • • •
1,1
1,2
1,3
2,1
2,2
3,1
3,2
3,3
3,4
3,5
3,6
4,1
4,2
5,1
6,1
7,1
7,2
7,37,4
7,5
8,1
8,2
9,1
9,29,3
9,4
9,5
10,1
10,2
10,3
10,4
10,5
11,1
11,2
11,3
11,4
11,5
11,6
12,1
12,2
12,3
13,1
13,2
13,3
14,1
15,1
15,2
16,1
17,1
18,1
18,2
19,1
19,2
19,3
20,1
20,2
21,1
21,2
21,3
22,1
22,2
22,3
22,4
23,1
23,2
24,1
25,1
25,2
25,3
25,4
26,1
26,2
26,3
0
0,51
1,52
2,53
3,54
4,55
00,5
11,5
22,5
33,5
44,5
5
Impa
ct
Likelih
ood
Riskmatrix
1,1
1,2
1,3
2,1
2,2
3,1
3,2
3,3
3,4
3,5
3,6
4,1
4,2
5,1
6,1
7,1
7,2
7,3
7,4
7,5
8,1
8,2
9,1
9,2
9,3
9,4
9,5
10,1
10,2
10,3
10,4
10,5
11,1
11,2
11,3
11,4
11,5
11,6
12,1
12,2
12,3
13,1
13,2
13,3
14,1
15,1
15,2
16,1
17,1
18,1
18,2
19,1
19,2
19,3
20,1
20,2
21,1
21,2
21,3
22,1
22,2
22,3
22,4
23,1
23,2
24,1
25,1
25,2
25,3
25,4
26,1
26,2
26,3
-
• • • 7 • • •
Ned
erla
nds
2.2.2. Riskmatrix B
1,1
1,2
1,3
2,1
2,2
3,1
3,2
3,3
3,4
3,5
3,6
4,1
4,2
5,1
6,1
7,1
7,2
7,37,4
7,5
8,1
8,2
9,1
9,29,3
9,4
9,5
10,1
10,2
10,3
10,4
10,5
11,1
11,2
11,3
11,4
11,5
11,6
12,1
12,2
12,3
13,1
13,2
13,3
14,1
15,1
15,2
16,1
17,1
18,1
18,2
19,1
19,2
19,3
20,1
20,2
21,1
21,2
21,3
22,1
22,2
22,3
22,4
23,1
23,2
24,1
25,1
25,2
25,3
25,4
26,1
26,2
26,3
0
0,51
1,52
2,53
3,54
4,55
00,5
11,5
22,5
33,5
44,5
5
Impa
ct
Likelih
ood
Riskmatrix
1,1
1,2
1,3
2,1
2,2
3,1
3,2
3,3
3,4
3,5
3,6
4,1
4,2
5,1
6,1
7,1
7,2
7,3
7,4
7,5
8,1
8,2
9,1
9,2
9,3
9,4
9,5
10,1
10,2
10,3
10,4
10,5
11,1
11,2
11,3
11,4
11,5
11,6
12,1
12,2
12,3
13,1
13,2
13,3
14,1
15,1
15,2
16,1
17,1
18,1
18,2
19,1
19,2
19,3
20,1
20,2
21,1
21,2
21,3
22,1
22,2
22,3
22,4
23,1
23,2
24,1
25,1
25,2
25,3
25,4
26,1
26,2
26,3
-
2.3. ZEERERNSTIGEPRIORITAIRERISICO’S(ROOD)Hieronder wordt een
summiere beschrijving gegeven van de meest prioritaire
grensoverschrijdende risico's voor de Benelux en voor NRW. Deze
omschrijving is een eerste aanzet om de geïdentificeerde risico's
verder te specificeren.
2.3.1. Elektriciteitsuitval (12.3)De elektriciteitsvoorziening
kan op dermate diverse manieren massaal uitvallen dat het
onrealistisch is om deze mogelijkheden allemaal te benoemen. De
waarschijnlijkste oorzaak zal een overbelasting van een
elektriciteitsnetwerk betreffen wat overslaat op andere
elektriciteitsnetwerken waardoor deze weer overbelast raken zodat
er een grootschalig domino-effect optreedt.
De impact van een uitval van de elektriciteitsvoorziening zal
vooral effect hebben op het gebied van telecommunicatie. Na één tot
vier uur kunnen GSM-netwerken geleidelijk gaan uitvallen. Wie
digitaal telefoneert, zal echter geen gebruik meer kunnen maken van
telefonie of internet. Er zijn wettelijke kaders die bedrijven
verplichten om voor enkele uren autonoom voor hun eigen
elektriciteit te zorgen. De grootte van de impact is ook
afhankelijk van het tijdstip van de dag waarop de uitval
plaatsvindt. Wanneer de uitval diep in de nacht plaatsvindt, zullen
de gevolgen beperkter zijn dan wanneer deze plaatsvindt tijdens het
spitsuur. Daarnaast is er ook nog het verschil qua impact tussen
zomer en winter.
2.3.2.Epidemie/besmettelijkeziekte(23.1)In geval van een
epidemie neemt de incidentie van een ziekte op een bepaalde plaats
snel toe, zonder dat er sowieso sprake is van besmettelijkheid. Dit
begrip wordt in eerste instantie gebruikt voor menselijke ziektes,
maar wordt ook vaak in het normaal taalgebruik gehanteerd voor
ziektes die diergroepen treffen (zoönoses). Het meest gepaste woord
zou dus epizoötieën kunnen zijn, zodat identieke medische fenomenen
bij dieren en mensen eensluidend worden benoemd. Aangezien
epidemieën vaak cyclisch van aard zijn (de griep is hier een
voorbeeld van), moet deze dreiging op beredeneerde wijze worden
beschouwd. De epidemiedrempel dient als referentie en komt overeen
met een minimaal aantal zieken op het tijdstip T. Het gaat hierbij
om ernstige ziekten om zodoende over een vergelijkingsbasis te
beschikken op indicatieve locaties.
2.3.3.Besmettingsgevaaruithetbuitenland(22.3)Uit tal van
voorbeelden is gebleken dat dit fenomeen mogelijk is, aangezien
geen enkele landsgrens hermetisch gesloten is. Belgische experts
hebben zich al op grote schaal gemobiliseerd vanwege besmettingen
met dioxine, lood, besmettingen vanuit buitenlandse kwekerijen of
afkomstig van invoerproducten en andere producten, zoals
vervuiling. Deze problematiek wordt in de hand gewerkt door de
evolutie van de maatschappij en van onze gewoonten om steeds vaker
te reizen en het aantal internationale interacties te
verveelvoudigen. Het is dus gebleken dat dit gevaar reëel is en dat
het soms moeilijk kan worden ingedijkt. Zowel op het vlak van de
volksgezondheid als in sociaaleconomische sectoren is lokaal
toezicht een must om potentiële problemen te voorkomen.
Internationaal overleg is onontbeerlijk om
informatie-uitwisseling te waarborgen, maar ook in geval van
besmetting om een methodiek te bepalen en het fenomeen gezamenlijk
uit te roeien.
• • • 8 • • •
-
2.3.4.Besmettingsgevaardoorcontact(22.1)Besmetting wordt als
begrip gebruikt ter omschrijving van pathogene micro-organismen die
een levend organisme of een voorwerp binnendringen. Vanuit nucleair
oogpunt is er sprake van radioactieve besmetting wanneer een
radioactief product op een voorwerp of een wezen wordt gelegd of
wordt ingeslikt of ingeademd. Op milieuvlak heeft dit begrip een
bredere betekenis, want het kan wijzen op een besmettende stof van
fysische, chemische of biologische aard. Ook de overdracht na een
besmetting moet in aanmerking worden genomen, aangezien er sprake
is van rechtstreekse besmetting wanneer ziektekiemen rechtstreeks
worden overgedragen van een drager naar een gezonde persoon door
contact (handen, bloeduitwisseling, …), alsook via de lucht en het
stof.
Besmetting door contact is vaak de eerste fase van een mogelijke
humanitaire ramp. De besmetting kan zich voordoen in verschillende
contexten, zoals tijdens de uitoefening van een beroep, in een
afgesloten omgeving of een omgeving met een gebrek aan hygiëne en
gezondheidsvoorschriften.
2.3.5.Opdemensoverdraagbaredierziekte(22.4)Een ziekte is een
verandering in de functies of gezondheid van een levend, dierlijk
of plantaardig organisme. Bij dieren en mensen zijn de meeste ‘door
een vector overgedragen ziektes' zoönosen, zijnde ziektes die van
de ene op de andere worden overgedragen. Een hedendaags voorbeeld
hiervan is de ziekte van Lyme, gezien de omvang die deze ziekte
momenteel aanneemt. Wegens een geglobaliseerde economie en een
wereld waarin we ons steeds meer verplaatsen, groeien zulke ziektes
steeds vaker uit tot epidemieën. De Wereldgezondheidsorganisatie
houdt strikt toezicht op deze fenomenen. Dit geldt onder meer voor
malaria, gele koorts, door muggen overgedragen dengue, door vlooien
overgedragen builenpest, door teken overgedragen ziekte van Lyme,
hondsdolheid, …
Dergelijke rampen vinden hun oorsprong in menselijk gedrag of
natuurfenomenen waardoor het milieu of andere zaken ontregeld
raken.
2.3.6. Industriële branden (7.5)Fenomeen dat te wijten is aan de
verbranding van industriële producten en dat gevaar oplevert voor
het menselijk personeel van het betreffende bedrijf, de naburige
bevolking en de leefomgeving over het algemeen. Het wordt
gekenmerkt door een omvangrijke verspreiding van vlammen en rook en
soms gas, alsook door een aanzienlijke temperatuurstijging. Het
veroorzaakt een ramp met schadelijke gevolgen van een plotseling,
langdurig of intens fenomeen, van onopzettelijke, natuurlijke of
menselijke oorsprong, met het verlies van mensenlevens en de
vernieling van goederen - en in het bijzonder de bedrijfsmiddelen
van een sector - tot gevolg. Het treedt op tijdens een productie-,
onderhouds- of productoverdrachtfase.
2.3.7. Brand/incident in de sector met grote gevolgen (9.5),
inclusief incidenten met giftigestoffen(10.5)In dit geval worden
gevaarlijke stoffen nauw in verband gebracht met de storingen en
gevolgen van een onopzettelijke of rampzalige brand. Er dient ook
rekening te worden gehouden met andere problemen zoals ontploffing,
gasverspreiding, het lekken van vloeistoffen, de indringing ervan
in de bodem. Desgevallend moet het wereldwijd geharmoniseerd
systeem voor de indeling van producten worden geraadpleegd. Dit
heeft betrekking op vaste stoffen, vloeistoffen of gassen die
schade kunnen toebrengen aan personen, levende organismen, goederen
of het milieu. Hieronder vallen brandbare radioactieve stoffen,
explosieven, bijtmiddelen, oxidanten, stikgassen, biologisch
gevaarlijke stoffen en allergene, pathogene en giftige stoffen en
organismen. Onder invloed van een brand, een foutieve bewerking of
een ongeval en naargelang de gevaarklasse kunnen deze stoffen
aanzienlijke gevolgen hebben.
Ned
erla
nds
• • • 9 • • •
-
2.4.
ERNSTIGEPRIORITAIRERISICO’S(ORANJE)2.4.1.Feitelijkegrootschaligebesmetting(nog)zonderziekteverschijnselen(22.2)In
principe impliceert een ernstige, reële en onaangekondigde
besmetting dat de noodtoestand niet onmiddellijk wordt uitgeroepen
en dat er nog niet veel bekend is rond het fenomeen. Gezien de
snelheid waarmee informatie circuleert in onze moderne
maatschappij, kunnen we ervan uitgaan dat deze toestand niet erg
lang zal aanhouden. Uit verschillende medische studies
(bijvoorbeeld kwalijke gevolgen van asbest) is echter gebleken dat
zulke gevaren soms pas na een lange periode wetenschappelijk kunnen
worden aangetoond. Los hiervan bestaat er binnen de universitaire
wereld een lijst met de bestudeerde onderwerpen die als indicatie
kunnen dienen om zich hiervoor op te maken en voorbereidingen te
treffen met het oog op de volksgezondheid.
Bovenop al deze gekende elementen, zal een onbekende besmetting
zonder symptomen evolueren onder invloed van individuele
bevragingen of actualiteitskwesties die de onderzoekers ertoe
zullen aanzetten dit fenomeen te bestuderen, hoe vreemd en
onverwacht het ook moge zijn!
2.4.2.Uitvalvoorzieningvoorspraak-endatacommunicatie(15.1)Een
omvangrijke storing in het communicatienetwerk vormt een dreiging
voor de veiligheid en voor verschillende aspecten van de
maatschappij. In het bijzonder de coördinatie van de hulpdiensten
en de veiligheid van goederen en personen zouden door dergelijke
pannes in het gedrang komen. De overheid heeft reservesystemen
gecreëerd en ingevoerd (zoals Regetel in België), maar deze zijn
nog steeds afhankelijk van de elektriciteitstoevoer en andere zaken
om 100% betrouwbaar te zijn.
• • • 10 • • •
-
DE VOLLEDIGE LIJST RISICO’S GEORDEND OP PRIORITEIT
• • • 11 • • •
1. Risico 12.3: Uitval elektriciteitsvoorziening (verstoring
energievoorziening)2. Risico 23.1: Ziektegolf besmettelijke ziekte
(ziektegolf)3. Risico 22.3: Besmettelijkheid gevaar buitenland
(bedreiging volksgezondheid)4. Risico 22.1: Besmettingsgevaar via
contact (bedreiging volksgezondheid)5. Risico 22.4: Dierziekte
overdraagbaar op de mens (bedreiging volksgezondheid)6. Risico 7.5:
Industriële branden (brand in kwetsbare objecten)7. Risico 9.5:
Incident inrichting: met eventueel grote industriële brand tot
gevolg (brandbaar/explosief)
(incidenten met brandbare/explosieve stof in open lucht)8.
Risico 10.5: Incident inrichting: met eventueel grote industriële
brand tot gevolg (giftige stof) (incident giftige
stof in open lucht)9. Risico 22.2: Feitelijke grootschalige
besmetting (nog) zonder ziekteverschijnselen (bedreiging
volksgezondheid)10. Risico 15.1: Uitval voorziening voor spraak-
en datacommunicatie (verstoring telecommunicatie en ICT)11. Risico
3.1: Koudegolf, sneeuw, ijzel, aanhoudende regen of zware regenval
(extreme weersomstandigheden)12. Risico 3.3: Storm, windhozen
(extreme weersomstandigheden)13. Risico 11.1: Incidenten nabij
centrales grensoverschrijdend (nucleaire incidenten)14. Risico
15.2: Defect aan informatiesystemen (verstoring telecommunicatie en
ICT)15. Risico 6.1: Ziektegolf (dierziekten)16. Risico 9.1:
Incident vervoer weg (betrekking tot explosie) (incidenten met
brandbare/explosieve stof in open
lucht)17. Risico 9.3: Incident vervoer spoor (incidenten met
brandbare/explosieve stof in open lucht)18. Risico 1.2:
Overstroming hoge rivierstand (overstroming)19. Risico 20.1:
Incident wegverkeer (verkeersincidenten op het land)20. Risico
10.3: Incident vervoer spoor (incident giftige stof in open
lucht)21. Risico 2.1: Bosbrand (natuurbranden)22. Risico 3.2:
Hittegolf (extreme weersomstandigheden)23. Risico 10.1: Incident
vervoer weg (betrekking tot giftige stof) (incident giftige stof in
open lucht)24. Risico 9.4: Incident transport buisleiding
(incidenten met brandbare/explosieve stof in open lucht)25. Risico
20.2: Incident treinverkeer (verkeersincidenten op het land)26.
Risico 1.3: Vollopen polder/dijkdoorbraak (overstroming)27. Risico
13.3: Verontreiniging drinkwater (uitval drinkwatervoorziening)28.
Risico 13.1: Uitval drinkwatervoorziening (uitval
drinkwatervoorziening)29. Risico 24.1: Paniek tijdens grote
festiviteiten, concerten en demonstraties (paniek in menigten)30.
Risico 12.2: Uitval gasvoorziening (verstoring
energievoorziening)31. Risico 13.2: Problemen waterinname (uitval
drinkwatervoorziening)
3
Ned
erla
nds
-
32. Risico 3.6: Overvloedige regenval (extreme
weersomstandigheden)33. Risico 21.2: Incident in wegtunnels
(incidenten in tunnels)34. Risico 19.3: Incident op ruim water
(incident op of onder water)35. Risico 26.3: Verstoring
luchtverkeer (verstoring infrastructuur)36. Risico 23.2: Ziektegolf
niet besmettelijke ziekte (ziektegolf)37. Risico 25.4: Stakingen
(verstoring openbare orde)38. Risico 12.1: Uitval olievoorziening
(verstoring energievoorziening)39. Risico 9.2: Incident vervoer
water (incidenten met brandbare/explosieve stof in open lucht)40.
Risico 11.3: Vervoer grote eenheden radioactief materiaal
(nucleaire incidenten)41. Risico 10.4: Incident transport
buisleiding (incident giftige stof in open lucht)42. Risico 25.2:
Gewelddadigheden rond voetbalwedstrijden (verstoring openbare
orde)43. Risico 10.2: Incident vervoer water (incident giftige stof
in open lucht)44. Risico 3.5: Langdurige droogte (extreme
weersomstandigheden)45. Risico 7.1: Grote brand in gebouwen met
niet of verminderde zelfredzame personen (brand in kwetsbare
objecten)46. Risico 26.2: Verstoring havenverkeer (verstoring
infrastructuur)47. Risico 8.1: Instorting door explosie (instorting
in grote gebouwen en kunstwerken)48. Risico 11.4: Overige nucleaire
faciliteiten (nucleaire incidenten)49. Risico 21.1: Incidenten in
tunnels en ondergrondse stations (incidenten in tunnels)50. Risico
2.2: Heide, (hoog)veen, duinbrand (natuurbranden)51. Risico 11.5:
Overige vervoer gebruikte materialen (nucleaire incidenten)52.
Risico 18.1: Incident bij landing op of om een luchtvaartterrein
(luchtvaartincidenten)53. Risico 25.3: Maatschappelijk onrust en
buurtrellen (verstoring openbare orde)54. Risico 21.3: Incident in
tram- en metrotunnels en ondergrondse stations (incidenten in
tunnels)55. Risico 7.4: Brand in dichte binnensteden (brand in
kwetsbare objecten)56. Risico 19.1: Incident waterrecreatie en
pleziervaart (incident op of onder water)57. Risico 14.1: Uitval
rioleringssysteem en uitval afvalwaterzuivering (verstoring
rioolwater en
afvalwaterzuivering)58. Risico 16.1: Uitval afvalverwerking
(verstoring afvalverwerking)59. Risico 5.1: Ongedierte (plagen)60.
Risico 26.1: Verstoring wegenverkeer (verstoring infrastructuur)61.
Risico 7.2: Grote brand in gebouwen met een grootschalige
publieksfunctie (brand in kwetsbare objecten)62. Risico 4.1:
Aardbeving (aardbeving/bodemverschuiving/grondverzakking)63. Risico
3.4: Aanhoudende laaghangende mist (extreme weersomstandigheden)64.
Risico 11.6: Incident militair terrein en transporten nucleair
materiaal (nucleaire incidenten)65. Risico 19.2: Incident
beroepsvaart (incident op of onder water)66. Risico 8.2: Instorting
door gebreken constructie of fundering (instorting in grote
gebouwen en kunstwerken)67. Risico 1.1: Overstroming vanuit zee
(overstroming)68. Risico 25.1: Rel rondom demonstraties en andere
demonstraties (verstoring openbare orde)69. Risico 17.1: Uitval
distributie (verstoring voedselvoorziening)70. Risico 7.3: Grote
brand in bijzonder hoge gebouwen of ondergrondse gebouwen (brand in
kwetsbare
objecten)71. Risico 4.2: Bodemverschuiving of grootschalige
grondverzakking (aardbeving/bodemverschuiving/
grondverzakking)72. Risico 11.2: Scheepvaart met kernenergie en
nucleair defensiemateriaal (nucleaire incidenten)73. Risico 18.2:
Incident vliegtoestel bij vliegshows (luchtvaartincidenten)
• • • 12 • • •
-
• • • 13 • • •
In dit laatste deel formuleert de werkgroep Risico-identificatie
de volgende aanbevelingen:
1. De identificatie van de risico’s, zoals deze zijn
weergegeven, voor kennisgeving aannemen en doorgeleiden naar de
EU.
2. Instemmen met het voorbereiden van een project dat, met
behulp van Europese middelen, moet resulteren in een automatische
actualisatie van de geïnventariseerde risico's in
Benelux-verband.
3. Voortzetten van de werkzaamheden, met name gericht op de
analyse van de grensoverschrijdende regionale risico’s, zodat dit
goede input kan zijn voor de toekomstige werkzaamheden van de
Benelux Unie op het gebied van crisisbeheersing en
rampenbestrijding.
AANBEVELINGEN
4
Ned
erla
nds
-
1CONTEXTE
1.1. INTRODUCTIONLe plan d’action Senningen 2013-2016 de l'Union
Benelux stipule dans son volet « Lutte contre les crises et les
catastrophes » que le groupe de travail « Identification des
risques » est chargé d'organiser un échange continu d'expériences
sur la mise en place d'une liste de risques nationaux dans le cadre
de la démarche européenne en la matière.
Le mandat confié au groupe de travail « Identification des
risques » a été traduit dans un programme de travail commun
2013-2016. Les missions et les objectifs y ont été formulés comme
suit : « Les risques transfrontaliers concernés ont été identifiés
et analysés dans le Benelux, les conséquences sont connues et les
autres groupes de travail et partenaires peuvent effectuer leurs
propres tâches sur la base des produits du groupe de travail. »
Les activités du groupe de travail ont été élaborées plus en
détail dans ses plans annuels.
1.2. MISSIONLe groupe de travail composé d'experts des trois
pays du Benelux et de la Rhénanie-du-Nord-Westphalie a donc reçu
pour mission principale l’identification des risques
transfrontaliers.
Le groupe de travail a tout d’abord fixé les définitions
communes des risques décrits dans les quatre pays. Ceci a débouché
sur une liste intégrée de tous les risques présentant un impact
transfrontalier potentiel mentionnés par les quatre partenaires (73
risques répartis en 26 types de crise). Cette liste reprend
également les risques liés à l’adaptation au changement climatique,
tels que les inondations, les canicules et les vagues de froid.
Cette liste a été soumise à tous les partenaires responsables
(de façon multidisciplinaire) dans les régions frontalières des
quatre pays concernés en leur demandant si les effets cités
avaient, à leurs yeux, un effet transfrontalier. Ils ont aussi été
invités à évaluer la probabilité (likelihood) et l’impact
transfrontalier des risques précédemment définis dans les trois
prochaines années (score de 0 (nul) à 5 (très probable ou très
grand)).
• • • 15 • • •
Fran
çais
-
Plus de 80 questionnaires ont été envoyés et 42 questionnaires
remplis ont été obtenus en réponse, et ce, de la part des trois
pays et de la Rhénanie-du-Nord-Westphalie.
Le groupe de travail estime que le nombre de questionnaires
reçus est suffisamment représentatif pour les zones frontalières
situées entre le Luxembourg, la Belgique, la
Rhénanie-du-Nord-Westphalie et les Pays-Bas et pour indiquer la
probabilité qu’un risque puisse avoir un effet transfrontalier.
Les risques identifiés sont présentés dans une matrice au point
2.
Outre l’analyse des risques par pays, une identification des
risques a été réalisée conjointement au sein du Benelux, y compris
la Rhénanie-du-Nord-Westphalie, sur initiative propre des quatre
pays pour les régions frontalières concernées. Cet inventaire n’a
pas d’influence avec les évaluations des risques nationales qui
restent intégralement applicables.
Avec cette identification des risques transfrontaliers, le
Benelux se place aux avant-postes de la scène européenne afin de
réfléchir de façon transfrontalière aux risques prioritaires. De
cette manière, l’on répond aussi au souhait du Benelux de jouer un
rôle de modèle en tant que laboratoire pour l’Union européenne.
Par ailleurs, le groupe de travail « Identification des risques
» a pris connaissance en 2015 des évolutions des activités du
groupe de travail Benelux « Adaptation au changement climatique ».
Les évolutions liées à la thématique du changement climatique sont
en effet également pertinentes pour l’inventaire et l’analyse des
risques, certainement à plus long terme. Le groupe de travail «
Identification des risques » s’est engagé envers son confrère «
Adaptation au changement climatique » à coopérer et à échanger des
informations.
Le groupe de travail « Identification des risques » coordonne
ainsi ses activités avec le groupe de travail « Adaptation au
changement climatique ».
Enfin, il continuera à travailler sur ce volet à partir de deux
ou trois thématiques retenues, à se pencher sur la terminologie et
à prendre en compte les contours (zonage de mesures) en associant
les experts thématiques des trois pays.
• • • 16 • • •
-
2.1. LES 10 RISQUES PRIORITAIRES
CATÉGORIE:TRÈSÉLEVÉ(ROUGE)
1. Risque 12.3 : Interruption de l’approvisionnement en
électricité2. Risque 23.1 : Épidémie maladie infectieuse3. Risque
22.3 : Risque de contamination en provenance de l’étranger4. Risque
22.1 : Risque de contamination par contact5. Risque 22.4 :
Épizootie transmissible à l’homme6. Risque 7.5 : Incendies en
milieu industriel7. Risque 9.5 : Incident dispositif : ayant
éventuellement comme conséquence un grand incendie en
milieu industriel (combustible/explosif)8. Risque 10.5 :
Incident dispositif : ayant éventuellement comme conséquence un
grand incendie
en milieu industriel (substance toxique)
CATÉGORIE:ÉLEVÉ(ORANGE)
9. Risque 22.2 : Contamination réelle de grande envergure sans
symptômes (ou avant leur apparition) 10. Risque 15.1 : Défaillance
des dispositifs de communication vocale et de données
2.2. LES MATRICES DE RISQUES BENELUX
MATRICE DE RISQUES A
La première matrice de risques reprend les résultats qui
ressortent de l’enquête menée par le groupe de travail «
Identification des risques ».
MATRICE DE RISQUES B
La deuxième matrice de risques affiche les mêmes résultats que
ceux de la matrice de risques A, mais les catégories d’évaluation y
ont été ajoutées.
Pour la liste complète des risques, veuillez consulter le point
3.
• • • 17 • • •
RÉSULTATSDEL’ANALYSE DES RISQUES BENELUX
Fran
çais
2
-
2.2.1. Matrice de risques A
• • • 18 • • •
1,1
1,2
1,3
2,1
2,2
3,1
3,2
3,3
3,4
3,5
3,6
4,1
4,2
5,1
6,1
7,1
7,2
7,37,4
7,5
8,1
8,2
9,1
9,29,3
9,4
9,5
10,1
10,2
10,3
10,4
10,5
11,1
11,2
11,3
11,4
11,5
11,6
12,1
12,2
12,3
13,1
13,2
13,3
14,1
15,1
15,2
16,1
17,1
18,1
18,2
19,1
19,2
19,3
20,1
20,2
21,1
21,2
21,3
22,1
22,2
22,3
22,4
23,1
23,2
24,1
25,1
25,2
25,3
25,4
26,1
26,2
26,3
0
0,51
1,52
2,53
3,54
4,55
00,5
11,5
22,5
33,5
44,5
5
Impa
ct
Likelih
ood
Riskmatrix
1,1
1,2
1,3
2,1
2,2
3,1
3,2
3,3
3,4
3,5
3,6
4,1
4,2
5,1
6,1
7,1
7,2
7,3
7,4
7,5
8,1
8,2
9,1
9,2
9,3
9,4
9,5
10,1
10,2
10,3
10,4
10,5
11,1
11,2
11,3
11,4
11,5
11,6
12,1
12,2
12,3
13,1
13,2
13,3
14,1
15,1
15,2
16,1
17,1
18,1
18,2
19,1
19,2
19,3
20,1
20,2
21,1
21,2
21,3
22,1
22,2
22,3
22,4
23,1
23,2
24,1
25,1
25,2
25,3
25,4
26,1
26,2
26,3
-
• • • 19 • • •
Fran
çais
2.2.2. Matrice de risques B
1,1
1,2
1,3
2,1
2,2
3,1
3,2
3,3
3,4
3,5
3,6
4,1
4,2
5,1
6,1
7,1
7,2
7,37,4
7,5
8,1
8,2
9,1
9,29,3
9,4
9,5
10,1
10,2
10,3
10,4
10,5
11,1
11,2
11,3
11,4
11,5
11,6
12,1
12,2
12,3
13,1
13,2
13,3
14,1
15,1
15,2
16,1
17,1
18,1
18,2
19,1
19,2
19,3
20,1
20,2
21,1
21,2
21,3
22,1
22,2
22,3
22,4
23,1
23,2
24,1
25,1
25,2
25,3
25,4
26,1
26,2
26,3
0
0,51
1,52
2,53
3,54
4,55
00,5
11,5
22,5
33,5
44,5
5
Impa
ct
Likelih
ood
Riskmatrix
1,1
1,2
1,3
2,1
2,2
3,1
3,2
3,3
3,4
3,5
3,6
4,1
4,2
5,1
6,1
7,1
7,2
7,3
7,4
7,5
8,1
8,2
9,1
9,2
9,3
9,4
9,5
10,1
10,2
10,3
10,4
10,5
11,1
11,2
11,3
11,4
11,5
11,6
12,1
12,2
12,3
13,1
13,2
13,3
14,1
15,1
15,2
16,1
17,1
18,1
18,2
19,1
19,2
19,3
20,1
20,2
21,1
21,2
21,3
22,1
22,2
22,3
22,4
23,1
23,2
24,1
25,1
25,2
25,3
25,4
26,1
26,2
26,3
-
2.3. RISQUESPRIORITAIRESTRÈSSÉRIEUX(ROUGE)Les risques
transfrontaliers considérés comme absolument prioritaires pour le
Benelux et la NRW sont brièvement décrits ci-dessous. Cette
description est une première ébauche visant à détailler davantage
les risques identifiés.
2.3.1. Panne d’électricité (12.3)L’approvisionnement en
électricité peut être soumis à des défaillances tellement diverses
qu’il ne serait pas réaliste de les citer toutes. La cause la plus
probable serait une surcharge du réseau électrique qui affecterait
d’autres réseaux électriques déclenchant ainsi un effet domino à
grande échelle.
Les effets d’une défaillance de l’approvisionnement en
électricité toucheront principalement le secteur des
télécommunications. En une à quatre heures, les réseaux GSM peuvent
à leur tour progressivement tomber en panne. Pour les utilisateurs
de communications téléphoniques numériques, il ne sera plus non
plus possible d’utiliser la téléphonie ou l’Internet. Des cadres
légaux imposent aux sociétés d’être en mesure de couvrir leurs
besoins en électricité de façon autonome pendant quelques heures.
L’ampleur des répercussions dépendra également de l’heure d'une
éventuelle panne. Si celle-ci a lieu au milieu de la nuit, les
conséquences seront plus limitées qu’en heures de pointe. En outre,
les répercussions peuvent varier en fonction de la saison (estivale
ou hivernale).
2.3.2.Épidémie/maladieinfectieuse(23.1)En cas d’épidémie,
l’incidence d’une maladie dans un lieu en particulier augmente
rapidement sans qu’il soit forcément question de contagiosité. Ce
concept est utilisé en premier lieu pour les maladies humaines,
mais il est toutefois aussi utilisé dans le langage courant pour
qualifier les maladies affectant les animaux (zoonoses). Le terme
le plus approprié serait sans doute celui d’« épizootie », car il
englobe les phénomènes médicaux affectant les humains et les
animaux. Les épidémies étant souvent de nature cyclique (la grippe
en est un exemple), cette menace doit être considérée de façon
raisonnée. Le seuil épidémiologique sert de référence et correspond
au nombre minimum de sujets malades à une heure H. Il s’agit ici de
maladies graves pour ainsi disposer de bases de comparaison dans
des lieux indicatifs.
2.3.3.Risquedecontaminationdel’étranger(22.3)Nombreux exemples
ont prouvé que ce phénomène est possible, aucune frontière
nationale n’étant hermétiquement fermée. Des experts belges se sont
mobilisés à grande échelle pour les contaminations à la dioxine, au
plomb, des contaminations provenant de cultures étrangères ou dues
à des produits importés ou à d’autres causes, comme la pollution.
Cette problématique s’intensifie à cause de l’évolution de notre
société, de notre habitude de voyager plus régulièrement et de la
multiplication des interactions internationales. Il est dès lors
avéré que le danger existe et qu’il est parfois difficile à
endiguer. Tant en matière de santé publique que pour les secteurs
socio-économiques, la surveillance locale a toute son utilité pour
éviter des problèmes éventuels.
La concertation internationale est indispensable pour garantir
un échange d’informations, mais également en cas de contamination
pour établir une méthodologie et combattre conjointement le
phénomène.
• • • 20 • • •
-
2.3.4.Risquedecontaminationparcontact(22.1)La contamination est
un concept utilisé pour décrire l’envahissement d’un organisme
vivant ou d’une chose par des micro-organismes pathogènes. D’un
point de vue nucléaire, il est question de contamination
radioactive lorsqu’un produit radioactif se dépose sur un objet ou
un être, ou bien est ingéré ou inhalé par ce dernier. Sur le plan
environnemental, le sens de ce terme est plus large puisqu’il peut
concerner un agent contaminant de nature physique, chimique ou
biologique. La contamination après contamination doit également
être prise en considération, puisqu’il est question de
contamination directe lorsque des germes pathogènes sont transmis
directement d’une personne porteuse à une personne saine par
contact (mains, échange sanguin ...), par l’air ou la
poussière.
La contamination par contact constitue bien souvent la première
phase d’une éventuelle catastrophe humanitaire. Une contamination
est possible dans différents contextes : dans l’exercice d’une
profession, dans un environnement clos ou en cas de mauvaises
conditions sanitaires ou d’hygiène.
2.3.5.Épizootietransmissibleàl’homme(22.4)Une maladie est une
altération des fonctions ou de la santé d’un organisme vivant,
animal ou végétal. Chez les hommes et les animaux, la majorité des
« maladies transmises par un vecteur » sont des zoonoses, soit des
maladies transmissibles de l’animal à l’homme et vice versa. Un
exemple actuel en est la maladie de Lyme, qui prend actuellement
une ampleur importante. Notre économie mondialisée et les nombreux
déplacements internationaux accroissent le risque que ces maladies
se transforment en épidémies. L’Organisation mondiale de la santé
surveille ces phénomènes de près. Cela vaut notamment pour la
malaria, la fièvre jaune, la dengue transmise par les moustiques,
la peste bubonique transmise par les puces, la maladie de Lyme
transmise par les tiques, la rage ...
Ces catastrophes sont causées par l’homme ou par des phénomènes
naturels qui provoquent des dérèglements environnementaux,
notamment.
2.3.6. Incendies en milieu industriel (7.5)Il s’agit d’un
phénomène généré par la combustion de produits industriels qui
cause un danger pour le personnel de l’entreprise affectée, pour la
population avoisinante et pour l’environnement de façon générale.
Ces incendies sont caractérisés par la forte propagation des
flammes, l’étendue de la fumée et parfois, de la fuite de gaz,
ainsi que par une augmentation significative de la température.
Ceci déclenche une catastrophe caractérisée par les conséquences
dommageables d’un phénomène soudain, durable ou intense d’origine
involontaire, naturelle ou humaine, engendrant des victimes
humaines et la destruction de biens (en particulier les moyens de
production d’un secteur). Ce phénomène survient pendant la phase de
production, d’entretien ou de transfert de produits.
2.3.7. Incendie/incident dans le secteur ayant des conséquences
importantes (9.5), y compris incident substances toxiques
(10.5)Dans ce cas, des substances dangereuses sont liées aux
perturbations et aux conséquences d’un incendie involontaire ou
accidentel. Il convient aussi de tenir compte d’autres problèmes,
tels que des explosions, des fuites de gaz ou de liquides et leur
infiltration dans le sol. Le cas échéant, le système harmonisé
mondial de catégorisation de produits doit être consulté. Il
concerne des matières solides, liquides ou à l’état de gaz qui
peuvent être dommageables aux personnes, aux organismes vivants,
aux biens ou à l’environnement. Parmi ces matières, citons les
matières radioactives combustibles, les explosifs, les décapants,
les oxydants, les gaz asphyxiants, les matières biologiques
dangereuses et allergènes et les substances et organismes
pathogènes et toxiques. En cas d’incendie, d’erreur d’utilisation
ou d’accident, ces matières peuvent avoir des répercussions
majeures, en fonction de leur catégorie de danger.
• • • 21 • • •
Fran
çais
-
2.4.
RISQUESPRIORITAIRESSÉRIEUX(ORANGE)2.4.1.Contaminationréelledegrandeenverguresanssymptômes(ouavantleurapparition)(22.2)En
principe, une contamination grave, réelle et inopinée suppose que
l’état d’urgence ne soit pas immédiatement déclaré et que ce
phénomène soit encore relativement peu connu. Compte tenu de la
rapidité avec laquelle les informations circulent dans notre
société, il faut partir du principe que cette méconnaissance ne
durera pas. Différentes études médicales ont toutefois démontré que
les dangers de ce type ne peuvent parfois être avérés
scientifiquement qu’après un long laps de temps (conséquences
néfastes de l’amiante, par exemple). Indépendamment de ceci, une
liste répertoriant les sujets étudiés circule dans les milieux
académiques, ce qui peut servir d’indication pour prendre les
mesures préparatoires nécessaires en matière de santé publique.
Outre les éléments précédemment cités, une contamination
inconnue sans symptômes évoluera sous l’influence des
questionnements individuels et des questions d’actualité qui
pousseront les chercheurs à étudier ce phénomène, aussi surprenant
que cela puisse paraître.
2.4.2.Défaillancedesdispositifsdecommunicationvocaleetdedonnées(15.1)Une
défaillance majeure du réseau de communication constitue une menace
pour la sécurité et pour différents aspects de la société. La
coordination des services de secours et la sécurité des biens et
des personnes seraient particulièrement mises à mal par ce type de
pannes. Les autorités ont créé et introduit des systèmes de réserve
(comme Regetel en Belgique), mais ils dépendent encore de
l’approvisionnement en électricité, notamment, et ne sont donc pas
fiables à 100 %.
• • • 22 • • •
-
LISTE COMPLÈTE DES RISQUES,PAR ORDRE PRIORITAIRE
• • • 23 • • •
1. Risque 12.3 : Défaillance de l’approvisionnement en
électricité (perturbation approvisionnement énergétique)
2. Risque 23.1 : Épidémie de maladie contagieuse (épidémie)3.
Risque 22.3 : Risque de contagion en provenance de l’étranger
(menace pour la santé publique)4. Risque 22.1 : Risque de
contamination par contact (menace pour la santé publique)5. Risque
22.4 : Épizootie transmissible à l’homme (menace pour la santé
publique)6. Risque 7.5 : Incendies en milieu industriel (incendies
sur des sites vulnérables)7. Risque 9.5 : Incident dans un
dispositif : ayant éventuellement comme conséquence un grand
incendie en
milieu industriel (combustible/explosif) (incidents avec une
substance inflammable/explosive à ciel ouvert)8. Risque 10.5 :
Incident dans un dispositif : ayant éventuellement comme
conséquence un grand incendie en
milieu industriel (substance toxique) (incidents avec une
substance toxique à ciel ouvert)9. Risque 22.2 : Contamination
réelle de grande envergure sans symptômes pathologiques (ou avant
leur
apparition) (menace pour la santé publique)10. Risque 15.1 :
Défaillance des dispositifs de communication vocale et de données
(perturbation
télécommunications et TIC)11. Risque 3.1 : Vague de froid,
neige, verglas, pluie continue ou forte chute de pluie
(conditions
météorologiques extrêmes)12. Risque 3.3 : Tempête, tornades
(conditions météorologiques extrêmes)13. Risque 11.1 : Incidents
dans les centrales proches des frontières (incidents nucléaires)14.
Risque 15.2 : Panne des systèmes d’information (perturbation
télécommunications et TIC)15. Risque 6.1 : Épidémie (épizooties)16.
Risque 9.1 : Incident transport par route (relatif à une explosion)
(incidents avec une substance
inflammable/explosive à ciel ouvert)17. Risque 9.3 : Incident de
transport ferroviaire ) (incidents avec une substance
inflammable/explosive à ciel
ouvert)18. Risque 1.2 : Inondation, niveau des eaux élevé
(inondations)19. Risque 20.1 : Incident dans le trafic routier
(incidents de circulation sur terre)20. Risque 10.3 : Incident dans
le transport ferroviaire (incidents avec une substance toxique à
ciel ouvert)21. Risque 2.1 : Feu de forêt (incendies dans la
nature)22. Risque 3.2 : Vague de chaleur (conditions
météorologiques extrêmes)23. Risque 10.1 : Incident de transport
routier (en lien avec des substances toxiques) (incidents avec
une
substance toxique à ciel ouvert)24. Risque 9.4 : Incident de
transport par canalisations ) (incidents avec une substance
inflammable/explosive à
ciel ouvert)25. Risque 20.2 : Incident du trafic ferroviaire
(incidents de circulation sur terre)26. Risque 1.3 : Polder sous
eau/rupture de digue (inondations)27. Risque 13.3 : Contamination
de l’eau potable (perturbation approvisionnement en eau potable)28.
Risque 13.1 : Interruption de l’alimentation en eau potable
(perturbation approvisionnement en eau potable)
3
Fran
çais
-
29. Risque 24.1 : Panique lors de grandes festivités, concerts
et manifestations (foule en panique)30. Risque 12.2 : Défaillance
de l’approvisionnement en gaz (perturbation approvisionnement
énergétique)31. Risque 13.2 : Problèmes en matière de prise d’eau
(perturbation approvisionnement en eau potable)32. Risque 3.6 :
Chutes de pluie trop abondantes (conditions météorologiques
extrêmes)33. Risque 21.2 : Incidents dans les tunnels routiers
(incidents dans des tunnels)34. Risque 19.3 : Incident sur une
étendue d’eau (incidents sur ou sous l’eau)35. Risque 26.3 :
Perturbation du trafic aérien (perturbation de l’infrastructure)36.
Risque 23.2 : Épidémie de maladie non contagieuse (épidémie)37.
Risque 25.4 : Grèves (troubles à l'ordre public)38. Risque 12.1 :
Rupture de l’approvisionnement en pétrole (perturbation
approvisionnement énergétique)39. Risque 9.2 : Incident transport
fluvial (incidents avec une substance inflammable/explosive à ciel
ouvert)40. Risque 11.3 : Transport de grandes unités de matériaux
radioactifs (incidents nucléaires)41. Risque 10.4 : Incident dans
le transport par canalisations (incidents avec une substance
toxique à ciel
ouvert)42. Risque 25.2 : Violences dans le cadre de matchs de
football (troubles à l'ordre public)43. Risque 10.2 : Incident de
transport fluvial (incidents avec une substance toxique à ciel
ouvert)44. Risque 3.5 : Sécheresse de longue durée (conditions
météorologiques extrêmes)45. Risque 7.1 : Grand incendie dans des
bâtiments avec des personnes handicapées ou à taux d'autonomie
réduit (incendies sur des sites vulnérables)46. Risque 26.2 :
Perturbation du trafic portuaire (perturbation de
l’infrastructure)47. Risque 8.1 : Effondrement par explosion
(effondrement de grands bâtiments et ouvrages d'art)48. Risque 11.4
: Autres installations nucléaires (incidents nucléaires)49. Risque
21.1 : Incidents dans des tunnels et gares souterraines (incidents
dans des tunnels)50. Risque 2.2 : Incendie de bruyère, de
tourbière, de dune (incendies dans la nature)51. Risque 11.5 :
Autre transport de matériaux usagés (incidents nucléaires)52.
Risque 18.1 : Incident lors d’un atterrissage sur ou autour d’un
terrain d’aviation (incidents aériens)53. Risque 25.3 : Agitation
sociale et bagarres de quartier (troubles à l'ordre public)54.
Risque 21.3 : Incident dans des tunnels pour trams et métros et
dans des stations souterraines (incidents
dans des tunnels)55. Risque 7.4 : Incendie dans un centre-ville
dense (incendies sur des sites vulnérables)56. Risque 19.1 :
Incident dans le cadre de loisirs aquatiques et nautiques
(incidents sur ou sous l’eau)57. Risque 14.1 : Perturbation du
système d’égouttage et de l’épuration des eaux usées
(perturbation
évacuation et épuration des eaux usées)58. Risque 16.1 : Panne
du traitement des déchets (perturbation traitement des déchets)59.
Risque 5.1 : Insectes (fléau)60. Risque 26.1 : Perturbation des
transports en commun (perturbation de l’infrastructure)61. Risque
7.2 : Grand incendie dans des bâtiments accueillant un large public
(incendies sur des sites
vulnérables)62. Risque 4.1 : Tremblement de terre (tremblement
de terre/glissement de terrain/l’affaissement de terrain)63. Risque
3.4 : Brouillard persistant au ras du sol (conditions
météorologiques extrêmes)64. Risque 11.6 : Incident sur un terrain
militaire et transports de matériel nucléaire (incidents
nucléaires)65. Risque 19.2 : Incident de navigation professionnelle
(incidents sur ou sous l’eau)66. Risque 8.2 : Effondrement à cause
de vices de construction ou des fondations (effondrement de
grands
bâtiments et ouvrages d'art)67. Risque 1.1 : Inondation venant
de la mer (inondations)68. Risque 25.1 : Bagarres autour de
manifestations et autres manifestations (troubles à l'ordre public)
69. Risque 17.1 : Panne de distribution (perturbation
approvisionnement en nourriture)70. Risque 7.3 : Grand incendie
dans des bâtiments à très grande hauteur ou des constructions
souterraines
(incendies sur des sites vulnérables)71. Risque 4.2 : Glissement
de terrain ou affaissement de terrain à grande échelle (tremblement
de terre/
glissement de terrain/l’affaissement de terrain)72. Risque 11.2
: Navigation à l'énergie nucléaire et matériel de défense nucléaire
(incidents nucléaires)73. Risque 18.2 : Incident avec un aéronef
lors d’un meeting aérien (incidents aériens)
• • • 24 • • •
-
• • • 25 • • •
Dans cette section finale, le groupe de travail « Identification
des risques » formule les recommandations suivantes :
1. Prendre acte de l’identification des risques, tels que
mentionnés, et les transmettre à l’Union européenne.
2. Approuver la préparation d’un projet qui, grâce à des moyens
européens, devra déboucher sur l’actualisation automatisée des
risques inventoriés au sein du Benelux.
3. Poursuivre l'activité en ciblant l’analyse des risques
régionaux transfrontaliers, de telle sorte que cela puisse
contribuer aux activités futures de l'Union Benelux dans le domaine
de la gestion des risques et de la lutte contre les
catastrophes.
RECOMMANDATIONS
4
Fran
çais
-
1HINTERGRUND
1.1. EINLEITUNGIm Aktionsplan Senningen 2013-2016 – Abschnitt
„Krisen- und Katastrophenbekämpfung” – der Benelux-Union „Krisen-
und Katastrophenbekämpfung” ist dargelegt, dass die Arbeitsgruppe
„Identifizierung von Risiken“ mit der Organisation eines
kontinuierlichen Erfahrungsaustausches über die Einführung einer
Liste der nationalen Risiken im Rahmen der europäischen Strategie
betraut ist.
Die der Arbeitsgruppe „Identifizierung von Risiken“ anvertraute
Aufgabenstellung wurde in ein eigenes gemeinsames Arbeitsprogramm
2013-2016 übertragen. Darin wurden die Mission und die
Zielsetzungen formuliert: „Innerhalb der Benelux wurden die
relevanten grenzüberschreitenden Risiken identifiziert und
analysiert, die Folgen sind erkannt und die anderen Arbeitsgruppen
und Partner können auf der Grundlage der Ergebnisse der
Arbeitsgruppe ihre eigenen Aufträge erfüllen.”
Die Aktivitäten der Arbeitsgruppe wurden in ihren Jahresplänen
detaillierter ausgearbeitet.
1.2. AUFTRAG Als wichtigsten Auftrag betrachtete die
Arbeitsgruppe, die sich aus Experten aus den drei Beneluxländern
und Nordrhein-Westfalen zusammensetzt, die Identifikation der
grenzüberschreitenden Risiken.
Die Arbeitsgruppe hat zunächst die gemeinsamen Definitionen der
beschriebenen Risiken in den vier Ländern erarbeitet. Daraus
resultierte eine integrierte Liste sämtlicher Risiken, die in den
vier Ländern angeführt wurden (73 Risiken unterteilt in 26
Krisenarten). In dieser Liste wurden auch die Risiken genannt, die
mit dem Klimawandel in Zusammenhang stehen wie z. B.
Überschwemmungen, Hitzewellen und Kältewellen.
Diese Liste wurde allen verantwortlichen Partnern
(multidisziplinär) in den Grenzregionen der vier betroffenen Länder
vorgelegt mit der Bitte mitzuteilen, ob es sich ihrer Ansicht nach
um ein Risiko mit grenzüberschreitenden Auswirkungen handelt.
Außerdem wurde um Einschätzungen hinsichtlich der
Wahrscheinlichkeit (likelihood) und der grenzüberschreitenden
Auswirkungen der vorher definierten Risiken während der nächsten 3
Jahre (Skala 0 (Null) bis 5 (sehr wahrscheinlich oder sehr groß))
gebeten.
• • • 27 • • •
Deut
sch
-
Es wurden über 80 Fragebögen verschickt und 42 ausgefüllte
Fragebögen sind aus allen drei Ländern sowie aus
Nordrhein-Westfalen eingegangen.
Die Arbeitsgruppe erachtet die eingegangene Anzahl von
Fragebögen als ausreichend repräsentativ, um in den Grenzregionen
zwischen Luxemburg, Belgien, Nordrhein-Westfalen und den
Niederlanden angeben zu können, mit welcher Wahrscheinlichkeit ein
die Landesgrenzen überschreitender Effekt des Risikos zu erwarten
ist.
Unter Punkt 2 sind die identifizierten Risiken und eine
Risikomatrix aufgeführt.
Neben der Risikobeurteilung pro Land wurde innerhalb der
Benelux, einschließlich Nordrhein-Westfalen von den vier Ländern
gemeinsam auf eigene Initiative eine Risikoidentifikation für die
betroffenen regionalen Grenzregionen ausgeführt. Diese
Bestandsaufnahme hat keinen Einfluss auf die nationalen
Risikobeurteilungen, die uneingeschränkt gültig sind.
Mit dieser grenzüberschreitenden Risikoidentifikation erweist
sich die Benelux als Pionier innerhalb der EU in Bezug auf die
Problematik der grenzüberschreitenden Identifikation der
wichtigsten Risiken. Auf diese Weise wird auch dem Wunsch der
Benelux entsprochen, ihrer Vorbildfunktion als Vorreiter innerhalb
der EU gerecht zu werden.
Außerdem hat sich die Arbeitsgruppe „Identifizierung von
Risiken“ im Jahr 2015 ein Bild von den Entwicklungen im
Zusammenhang mit den Aktivitäten der Benelux Arbeitsgruppe
Klimawandel gemacht. Die Entwicklungen, die mit dem Themenkomplex
des Klimawandels in Verbindung stehen, sind immer auch für die
Bestandsaufnahme und Analyse von Risiken relevant, insbesondere in
langfristiger Hinsicht. Die Arbeitsgruppe „Identifizierung von
Risiken“ hat der Arbeitsgruppe Klimawandel zugestimmt, dass
Zusammenarbeit und Informationsaustausch wichtig sind.
Die Arbeitsgruppe „Identifizierung von Risiken“ stimmt daher
ihre Aktivitäten auch mit der Arbeitsgruppe Klimawandel ab.
Schließlich setzt sie unter diesem Aspekt ihre Arbeit auf der
Grundlage von zwei oder drei ausgewählten Themenbereichen fort,
befasst sich weiterhin mit der Terminologie und berücksichtigt die
Konturen (Einteilung der Maßnahmen in Zonen). Dabei werden jeweils
die thematischen Experten der drei Länder einbezogen.
• • • 28 • • •
-
2.1. DIE 10 PRIORITÄREN RISIKEN
KATEGORIE:SEHRHOCH(ROT)1. Risiko 12.3: Ausfall der
Stromversorgung2. Risiko 23.1: Epidemie einer Infektionskrankheit3.
Risiko 22.3: Kontaminations-/Infektionsgefahr aus dem Ausland4.
Risiko 22.1: Kontaktinfektion/-kontamination5. Risiko 22.4: Auf den
Menschen übertragbare Tierseuche6. Risiko 7.5: Brand in
Industrieanlagen7. Risiko 9.5: Vorfall in einer Anlage: mit der
eventuellen Folge eines großen
Industriebrandes (brennbare Stoffe/Explosivstoffe)8. Risiko
10.5: Vorfall in einer Anlage: mit der eventuellen Folge eines
großen
Industriebrandes (giftige Stoffe)
KATEGORIE:HOCH(ORANGE)
9. Risiko 22.2: Faktische großflächige Infektion (noch) ohne
Krankheitssymptome10. Risiko 15.1: Ausfall der Einrichtungen für
Sprach- und Datenkommunikation
2.2. BENELUX-RISIKOMATRIX
RISIKOMATRIX A
In der ersten Risikomatrix sind die Ergebnisse dargestellt, die
sich aus der Umfrage ergeben haben, die von der Arbeitsgruppe
„Identifizierung von Risiken“ durchgeführt wurde.
RISIKOMATRIX B
In der zweiten Risikomatrix sind dieselben Ergebnisse
dargestellt wie in Risikomatrix A, allerdings wurden in dieser
Matrix auch die Beurteilungskategorien hinzugefügt.
Für die vollständige Risikoliste siehe Punkt 3.
• • • 29 • • •
ERGEBNISSE DER RISIKOANALYSEBENELUX
Deut
sch
2
-
2.2.1. Risikomatrix A
• • • 30 • • •
1,1
1,2
1,3
2,1
2,2
3,1
3,2
3,3
3,4
3,5
3,6
4,1
4,2
5,1
6,1
7,1
7,2
7,37,4
7,5
8,1
8,2
9,1
9,29,3
9,4
9,5
10,1
10,2
10,3
10,4
10,5
11,1
11,2
11,3
11,4
11,5
11,6
12,1
12,2
12,3
13,1
13,2
13,3
14,1
15,1
15,2
16,1
17,1
18,1
18,2
19,1
19,2
19,3
20,1
20,2
21,1
21,2
21,3
22,1
22,2
22,3
22,4
23,1
23,2
24,1
25,1
25,2
25,3
25,4
26,1
26,2
26,3
0
0,51
1,52
2,53
3,54
4,55
00,5
11,5
22,5
33,5
44,5
5
Impa
ct
Likelih
ood
Riskmatrix
1,1
1,2
1,3
2,1
2,2
3,1
3,2
3,3
3,4
3,5
3,6
4,1
4,2
5,1
6,1
7,1
7,2
7,3
7,4
7,5
8,1
8,2
9,1
9,2
9,3
9,4
9,5
10,1
10,2
10,3
10,4
10,5
11,1
11,2
11,3
11,4
11,5
11,6
12,1
12,2
12,3
13,1
13,2
13,3
14,1
15,1
15,2
16,1
17,1
18,1
18,2
19,1
19,2
19,3
20,1
20,2
21,1
21,2
21,3
22,1
22,2
22,3
22,4
23,1
23,2
24,1
25,1
25,2
25,3
25,4
26,1
26,2
26,3
-
• • • 31 • • •
Deut
sch
2.2.2. Risikomatrix B
1,1
1,2
1,3
2,1
2,2
3,1
3,2
3,3
3,4
3,5
3,6
4,1
4,2
5,1
6,1
7,1
7,2
7,37,4
7,5
8,1
8,2
9,1
9,29,3
9,4
9,5
10,1
10,2
10,3
10,4
10,5
11,1
11,2
11,3
11,4
11,5
11,6
12,1
12,2
12,3
13,1
13,2
13,3
14,1
15,1
15,2
16,1
17,1
18,1
18,2
19,1
19,2
19,3
20,1
20,2
21,1
21,2
21,3
22,1
22,2
22,3
22,4
23,1
23,2
24,1
25,1
25,2
25,3
25,4
26,1
26,2
26,3
0
0,51
1,52
2,53
3,54
4,55
00,5
11,5
22,5
33,5
44,5
5
Impa
ct
Likelih
ood
Riskmatrix
1,1
1,2
1,3
2,1
2,2
3,1
3,2
3,3
3,4
3,5
3,6
4,1
4,2
5,1
6,1
7,1
7,2
7,3
7,4
7,5
8,1
8,2
9,1
9,2
9,3
9,4
9,5
10,1
10,2
10,3
10,4
10,5
11,1
11,2
11,3
11,4
11,5
11,6
12,1
12,2
12,3
13,1
13,2
13,3
14,1
15,1
15,2
16,1
17,1
18,1
18,2
19,1
19,2
19,3
20,1
20,2
21,1
21,2
21,3
22,1
22,2
22,3
22,4
23,1
23,2
24,1
25,1
25,2
25,3
25,4
26,1
26,2
26,3
-
2.3. SEHRERNSTEPRIORITÄRERISIKEN(ROT)Im folgenden werden die
Risiken mit der höchsten Priorität der grenzüberschreitenden
Risiken in der Benelux und in NRW zusammenfassend beschrieben.
Diese Beschreibung bildet einen ersten Ansatzpunkt, um die
identifizierten Risiken genauer einzuteilen.
2.3.1. Stromausfall (12.3.)Ein Ausfall der Stromversorgung kann
durch so viele verschiedene Ursachen erfolgen, dass es
unrealistisch ist, alle diese Möglichkeiten aufzuzählen. Die
wahrscheinlichste Ursache ist eine Überlastung des Stromnetzes, die
auf andere Stromnetze übergreift, wodurch diese ebenfalls
überlastet werden, so dass ein großflächiger Dominoeffekt
eintritt.
Die Auswirkungen eines Ausfalls der Stromversorgung beziehen
sich vor allen Dingen auf den Bereich der Telekommunikation. Nach
einer bis vier Stunden können mobile Kommunikationsnetzwerke nach
und nach ausfallen. Wer digital telefoniert, kann in einem solchen
Fall Telefonie und Internet nicht mehr nutzen. Es gibt gesetzliche
Rahmenbedingungen, die Unternehmen verpflichten, für einige Stunden
autonom ihre eigene Stromversorgung übernehmen zu können. Der
Umfang der Auswirkungen hängt auch davon ab, zu welcher Tageszeit
es zu dem Stromausfall kommt. Wenn der Stromausfall mitten in der
Nacht auftritt, sind die Folgen nicht so umfangreich wie bei einem
Stromausfall zu Spitzenzeiten. Außerdem gibt es noch Unterschiede
hinsichtlich der Auswirkungen zwischen Sommer und Winter.
2.3.2.Epidemie/AnsteckendeKrankheit(23.1)Im Falle einer Epidemie
nimmt das Auftreten einer Erkrankung an einem bestimmten Ort rapide
zu, ohne dass per se von Ansteckungsgefahr die Rede ist. Dieser
Begriff wird vor allen Dingen für menschliche Erkrankungen
verwendet, wird aber im normalen Sprachgebrauch auch häufig für
Erkrankungen benutzt, die Tierarten betreffen (Zoonosen). Der
passendste Begriff wäre daher Epizootien, damit identische
medizinische Phänomene bei Tieren und bei Menschen auf gleiche Art
und Weise bezeichnet werden. In Anbetracht der Tatsache, dass
Epidemien häufig Zyklen folgen (wie beispielsweise die Grippe),
bedarf dieses Risiko einer differenzierteren Betrachtung. Die
Epidemieschwelle dient als Referenz und entspricht einer minimalen
Anzahl von Erkrankungsfällen zum Zeitpunkt T. Es geht dabei um
schwerwiegende Erkrankungen, und man möchte auf diese Weise eine
Vergleichsgrundlage an bestimmten Orten schaffen.
2.3.3.Kontaminations-/InfektionsgefahrausdemAusland(22.3)Viele
Beispiele zeigen, dass dieses Phänomen möglich ist, weil keine
Landesgrenze hermetisch abgeriegelt ist. Belgische Fachleute haben
sich bereits in großem Umfang mit Kontaminationen durch Dioxin,
Blei, Kontaminationen aus ausländischen Zuchtbetrieben oder von
Importprodukten und anderen Produkten (wie z. B. Verunreinigungen)
befasst. Diese Problematik wird durch die gesellschaftliche
Entwicklung und durch unsere Gewohnheit, immer häufiger zu reisen
und die Anzahl der internationalen Interaktionen zu vervielfachen,
begünstigt. In diesem Zusammenhang hat sich erwiesen, dass diese
Gefahr real ist und dass es in manchen Fällen schwierig ist, sie
einzudämmen. Sowohl im Bereich der öffentlichen Gesundheit als auch
in sozioökonomischen Sektoren ist die lokale Kontrolle das oberste
Gebot, um potentielle Probleme zu verhindern.
Internationale Abstimmung ist für die Gewährleistung des
Informationsaustausches, aber auch im Falle einer Kontamination
unabdingbar, um eine Methodik zu erarbeiten und das Phänomen
gemeinsam zu beseitigen.
• • • 32 • • •
-
2.3.4.Kontaktinfektion/-kontamination(22.1)Der Begriff Infektion
wird zur Beschreibung von pathogenen Mikroorganismen verwendet, die
in einen lebenden Organismus oder in ein Objekt eindringen.
Nukleare Kontamination liegt vor, wenn ein radioaktives Produkt auf
ein Objekt oder ein Lebewesen trifft oder wenn es verschluckt oder
eingeatmet wird. In Bezug auf die Umwelt hat dieser Begriff eine
breitere Bedeutung, denn er kann auf einen
infektiösen/kontaminierenden Stoff physischer, chemischer oder
biologischer Art hinweisen. Auch der Übertragungsweg ist nach einer
Infektion/Kontamination zu verfolgen, insofern als eine direkte
Infektion dann stattfindet, wenn Krankheitserreger durch direkten
Kontakt von einem Träger auf eine gesunde Person übertragen werden
(Hände, Blutaustausch,…) oder auch über die Luft und den Staub.
Eine Kontaktinfektion/-kontamination ist häufig die erste Phase
einer möglichen humanitären Katastrophe. Die
Infektion/Kontamination kann in verschiedenen Kontexten auftreten
wie zum Beispiel während der Ausübung eines Berufes, in einer
abgeschlossenen Umgebung oder in einer Umgebung mit einem Mangel an
Hygiene und Gesundheitsvorschriften.
2.3.5.AufdenMenschenübertragbareTierseuche(22.4)Eine Krankheit
ist eine Veränderung in den Funktionen oder der Gesundheit eines
lebenden tierischen oder pflanzlichen Organismus. Bei Tieren und
Menschen sind die meisten, „durch einen Vektor übertragenen
Krankheiten“ Zoonosen, also Krankheiten, die von einem zum anderen
übertragen werden. Ein aktuelles Beispiel für dieses Phänomen ist
die Lyme-Borreliose, gemessen am Ausmaß, das diese Erkrankung
aktuell annimmt. Wegen der globalisierten Wirtschaft und in einer
Welt, in der wir immer mehr reisen, entwickeln sich solche
Erkrankungen immer häufiger zu Epidemien. Die
Weltgesundheitsorganisation beobachtet diese Phänomene sehr genau.
Dies gilt u. a. für Malaria, Gelbfieber, durch Mücken übertragenes
Dengue-Fieber, durch Flöhe übertragene Beulenpest, durch Zecken
übertragene Lyme- Borreliose, Tollwut, etc.
Solche Katastrophen haben ihren Ursprung in menschlichen
Verhaltensweisen oder in Naturereignissen, durch die die Umwelt
oder andere Phänomene aus dem Gleichgewicht geraten.
2.3.6. Brände in Industrieanlagen (7.5)Es handelt sich um ein
Phänomen, das auf die Verbrennung industrieller Produkte
zurückzuführen ist und das eine Gefahr für das Personal des
betreffenden Betriebes, die Bevölkerung in der Umgebung und die
Umwelt im allgemeinen darstellt. Dieses Phänomen zeichnet sich
durch eine umfangreiche Verbreitung von Flammen und Rauch und in
manchen Fällen Gas sowie durch einen erheblichen Temperaturanstieg
aus. Es verursacht eine Katastrophe mit schädlichen Folgen eines
plötzlichen, langfristigen oder intensiven Phänomens, das auf
Vorsatz, natürliche oder menschliche Ursachen zurückzuführen ist
und durch das der Verlust von Menschenleben oder die Vernichtung
von Gütern – und insbesondere der Betriebsmittel eines Sektors –
droht. Das Phänomen kann während einer Produktions-, Wartungs- oder
einer Produktübertragungsphase auftreten.
2.3.7.Brand/VorfallimSektormitschwerwiegendenFolgen(9.5),einschließlichVorfallmitgiftigenStoffen(10.5)In
diesem Fall werden gefährliche Stoffe in enge Verbindung mit den
Störungen und Folgen eines nicht vorsätzlich herbeigeführten oder
katastrophalen Brandes gebracht. Außerdem müssen andere Probleme
wie z. B. Explosionen, das Ausströmen von Gas, das Austreten von
Flüssigkeiten und die Kontamination des Bodens berücksichtigt
werden. In diesem Fall ist das weltweit harmonisierte System für
die Einteilung von Produkten zu konsultieren. Dieses System bezieht
sich auf feste Stoffe, Flüssigkeiten oder Gase, die Personen,
lebenden Organismen, Gütern oder der Umwelt schaden können. In
dieses System fallen brennbare radioaktive Stoffe, Explosivstoffe,
Beiz- und Ätzmittel, Oxidantien, Stickgase, biologisch gefährliche
Stoffe und Allergene, pathogene und giftige Stoffe und Organismen.
Unter dem Einfluss eines Brandes, einer falschen Verarbeitung oder
eines Unfalls und im Einklang mit der jeweiligen Gefahrenklasse
können diese Stoffe erhebliche Folgen haben.
• • • 33 • • •
Deut
sch
-
2.4.
ERNSTHAFTE,PRIORITÄRERISIKEN(ORANGE)2.4.1.FaktischegroßflächigeInfektion(noch)ohneKrankheitssymptome(22.2)Prinzipiell
impliziert eine ernsthafte, reale und unangekündigte Infektion,
dass der Notstand nicht sofort ausgerufen wird und dass über das
Phänomen noch nicht allzu viele Erkenntnisse vorliegen. In
Anbetracht der Geschwindigkeit, mit der Informationen in unserer
modernen Gesellschaft zirkulieren, können wir davon ausgehen, dass
dieser Zustand nicht sehr lange andauern wird. Verschiedene
medizinische Studien (z. B. zu den schlimmen Folgen von Asbest)
haben allerdings gezeigt, dass solche Gefahren in manchen Fällen
erst nach einer langen Zeit wissenschaftlich nachgewiesen werden
können. Unabhängig davon existiert in der Welt der Wissenschaft
eine Liste der untersuchten Themen, die als Indikation dienen
können, um sich vorzubereiten und Vorkehrungen in Bezug auf die
öffentliche Gesundheit zu treffen.
Neben diesen bekannten Elementen entwickelt sich eine unbekannte
Infektion ohne Symptome unter dem Einfluss individueller
Befragungen oder Fragen der Aktualität, die die Wissenschaftler
dazu bewegen, dieses Phänomen zu untersuchen, wie fremdartig und
unerwartet es auch sein mag!
2.4.2.AusfallderEinrichtungenfürSprach-undDatenkommunikation(15.1)Eine
umfangreiche Störung im Kommunikationsnetzwerk bildet eine
Bedrohung für die Sicherheit und für verschiedene gesellschaftliche
Aspekte. Insbesondere die Koordination der Hilfsdienste und die
Sicherheit von Gütern und Personen würden durch solche Pannen in
Gefahr geraten. Die Regierung hat Backup- und Reservesysteme
eingerichtet (wie z. B. Regetel in Belgien), aber auch diese
Systeme sind abhängig von der Stromversorgung und anderen Aspekten,
damit sie 100% zuverlässig sind.
• • • 34 • • •
-
DIE VOLLSTÄNDIGE RISIKOLISTE IN DER REIHENFOLGE DER
PRIORITÄT
• • • 35 • • •
1. Risiko 12.3: Ausfall Stromversorgung (Störung der
Energieversorgung)2. Risiko 23.1: Epidemie ansteckende Krankheit
(Krankheitswelle)3. Risiko 22.3: Ansteckungsgefahr Ausland
(Bedrohung der öffentlichen Gesundheit)4. Risiko 22.1:
Ansteckungsgefahr mittels Kontakt (Bedrohung der öffentlichen
Gesundheit)5. Risiko 22.4: Auf Menschen übertragbare
Tierkrankheiten (Bedrohung der öffentlichen Gesundheit)6. Risiko
7.5: Industrielle Brände (Brand in sensiblen Objekten)7. Risiko
9.5: Zwischenfall Einrichtung: mit eventuell großem industriellen
Brand zur Folge (brennbar/explosiv)
(Zwischenfälle mit brennbaren/explosiven Stoffen im Freien)8.
Risiko 10.5: Zwischenfall Einrichtung: mit eventuell großem
industriellen Brand zur Folge (giftige Stoffe)
(Zwischenfall mit giftigen Stoffen im Freien)9. Risiko 22.2:
Faktische großflächige Ansteckung (noch) ohne Krankheitssymptome
(Bedrohung der
öffentlichen Gesundheit)10. Risiko 15.1: Ausfall der Einrichtung
für Sprach- und Datenkommunikation (Störung Telekommunikation und
IKT)11. Risiko 3.1: Kältewelle, Schnee, Eisregen, anhaltender oder
schwerer Regen (Extreme
Witterungsverhältnisse)12. Risiko 3.3: Sturm, Windböen (Extreme
Witterungsverhältnisse)13. Risiko 11.1: Zwischenfälle in der Nähe
von Kraftwerken, grenzüberschreitend (Nuklear Unfall)14. Risiko
15.2: Defekt an Informationssystemen (Störung Telekommunikation und
IKT)15. Risiko 6.1: Epidemie (Tierseuchen)16. Risiko 9.1:
Zwischenfall Straßenverkehr (Bezug zu Explosion) (Zwischenfälle mit
brennbaren/explosiven
Stoffen im Freien)17. Risiko 9.3: Zwischenfall Bahnverkehr
(Zwischenfälle mit brennbaren/explosiven Stoffen im Freien)18.
Risiko 1.2: Überschwemmung hoher Wasserpegel von Flüssen
(Überschwemmung)19. Risiko 20.1: Zwischenfall Straßenverkehr
(Verkehrszwischenfälle zu Lande)20. Risiko 10.3: Zwischenfall
Bahnverkehr (Zwischenfall mit giftigen Stoffen im Freien)21. Risiko
2.1: Waldbrand (Naturbrände)22. Risiko 3.2: Hitzewelle (Extreme
Witterungsverhältnisse)23. Risiko 10.1: Zwischenfall Straßenverkehr
(Bezug zu giftigen Stoffen) (Zwischenfall mit giftigen Stoffen
im
Freien)24. Risiko 9.4: Zwischenfall Transport Rohrleitung
(Zwischenfälle mit brennbaren/explosiven Stoffen im Freien)25.
Risiko 20.2: Zwischenfall Bahnverkehr (Verkehrszwischenfälle zu
Lande)26. Risiko 1.3: Überschwemmung von Poldern/Deichdurchbruch
(Überschwemmung)27. Risiko 13.3: Verunreinigung Trinkwasser
(Ausfall Trinkwasserversorgung)28. Risiko 13.1: Ausfall
Trinkwasserversorgung (Ausfall Trinkwasserversorgung)29. Risiko
24.1: Panik bei großen Festlichkeiten, Konzerten und
Demonstrationen (Massenpanik)30. Risiko 12.2: Ausfall Gasversorgung
(Störung der Energieversorgung)
3
Deut
sch
-
31. Risiko 13.2: Probleme Wassereinnahme (Ausfall
Trinkwasserversorgung)32. Risiko 3.6: Übermäßiger Regen (Extreme
Witterungsverhältnisse)33. Risiko 21.2: Zwischenfall in
Straßentunnels (Zwischenfälle in Tunneln)34. Risiko 19.3:
Zwischenfall an offenen Gewässern (Zwischenfall auf oder unter
Wasser)35. Risiko 26.3: Störung des Luftverkehrs (Störung der
Infrastruktur)36. Risiko 23.2: Epidemie nicht ansteckende Krankheit
(Krankheitswelle)37. Risiko 25.4: Streiks (Störung der öffentlichen
Ordnung)38. Risiko 12.1: Ausfall Ölversorgung (Störung der
Energieversorgung)39. Risiko 9.2: Zwischenfall Wasserverkehr
(Zwischenfälle mit brennbaren/explosiven Stoffen im Freien)40.
Risiko 11.3: Transport großer Einheiten radioaktiven Materials
(Nuklear Unfall)41. Risiko 10.4: Zwischenfall Transport Rohrleitung
(Zwischenfall mit giftigen Stoffen im Freien)42. Risiko 25.2:
Gewalttaten in Zusammenhang mit Fußballspielen (Störung der
öffentlichen Ordnung)43. Risiko 10.2: Zwischenfall Wasserverkehr
(Zwischenfall mit giftigen Stoffen im Freien)44. Risiko 3.5:
Langfristige Trockenheit (Extreme Witterungsverhältnisse)45. Risiko
7.1: Großer Brand in Gebäuden mit Menschen ohne bzw. mit
verminderter Fähigkeit zur Selbsthilfe
(Brand in sensiblen Objekten)46. Risiko 26.2: Störung des
Hafenverkehrs (Störung der Infrastruktur)47. Risiko 8.1: Einsturz
durch Explosion (Einsturz von großen Gebäuden und Kunstbauten)48.
Risiko 11.4: Sonstige nukleare Einrichtungen (Nuklear Unfall)49.
Risiko 21.1: Zwischenfälle in Tunneln und unterirdischen Bahnhöfen
(Zwischenfälle in Tunneln)50. Risiko 2.2: Heide-, (Hoch-) Moor-,
Dünenbrand (Naturbrände)51. Risiko 11.5: Sonstiger Transport
gebrauchter Materialien (Nuklear Unfall)52. Risiko 18.1:
Zwischenfall bei der Landung auf oder in der Nähe eines
Flugplatzes
(Zwischenfälle in der Luftfahrt)53. Risiko 25.3: Soziale Unruhe
und Tumulte (Störung der öffentlichen Ordnung)54. Risiko 21.3:
Zwischenfall in Straßenbahn- und Metrotunneln und unterirdischen
Bahnhöfen
(Zwischenfälle in Tunneln)55. Risiko 7.4: Brand in dicht
bewohnten Innenstädten (Brand in sensiblen Objekten)56. Risiko
19.1: Zwischenfall Wassersport und Vergnügungsschifffahrt
(Zwischenfall auf oder unter Wasser)57. Risiko 14.1: Ausfall
Kanalisationssystem und Abwasserreinigung
(Störung Abwasserentsorgung und Klärsysteme)58. Risiko 16.1:
Ausfall Abfallverarbeitung (Störung der Abfallverarbeitung)59.
Risiko 5.1: Ungeziefer (Seuchen)60. Risiko 26.1: Störung des
Straßenverkehrs (Störung der Infrastruktur)61. Risiko 7.2: Großer
Brand in Gebäuden mit groß angelegter öffentlicher Funktion
(Brand in sensiblen Objekten)62. Risiko 4.1: Erdbeben
(Erdbeben/Bodenverschiebungen/Bodensenkung)63. Risiko 3.4:
Anhaltender Bodennebel (Extreme Witterungsverhältnisse)64. Risiko
11.6: Zwischenfall Militärgelände und Transporte von nuklearem
Material (Nuklear Unfall)65. Risiko 19.2: Zwischenfall
Berufsschifffahrt (Zwischenfall auf oder unter Wasser)66. Risiko
8.2: Einsturz durch Mängel an der Konstruktion oder dem Fundament
von Gebäuden
(Einsturz von großen Gebäuden und Kunstbauten)67. Risiko 1.1:
Überschwemmung des Meeres (Überschwemmung)68. Risiko 25.1: Tumult
im Zusammenhang mit Demonstrationen und anderen Manifestationen
(Störung der öffentlichen Ordnung)69. Risiko 17.1: Ausfall
Distribution (Störung der Lebensmittelversorgung)70. Risiko 7.3:
Großer Brand in besonders hohen Gebäuden oder unterirdischen
Gebäuden
(Brand in sensiblen Objekten)71. Risiko 4.2: Bodenverschiebung
oder groß angelegte Bodensenkung
(Erdbeben/Bodenverschiebungen/Bodensenkung)72. Risiko 11.2:
Schifffahrt mit Kernenergie und nuklearem Verteidigungsmaterial
(Nuklear Unfall)73. Risiko 18.2: Zwischenfall Fluggerät bei
Flugshows (Zwischenfälle in der Luftfahrt)
• • • 36 • • •
-
In diesem letzten Kapitel formuliert die Arbeitsgruppe
„Identifizierung von Risiken“ die folgenden Empfehlungen:
1. Die Identifikation der Risiken, die angegeben sind, zur
Bekanntgabe anzunehmen und an die EU weiterzuleiten.
2. Der Vorbereitung eines Projekts zuzustimmen, das mithilfe
europäischer Mittel zu einer automatisierten Aktualisierung der
Inventarisierung von Risiken auf Benelux-Ebene führen muss.
3. Die Aktivitäten bezüglich der Analyse der
grenzüberschreitenden regionalen Risiken fortsetzen, damit dies
guten Input für die zukünftigen Aktivitäten der Benelux-Union auf
dem Gebiet des Krisenmanagements und des Katastrophenschutzes
liefern kann.
• • • 37 • • •
EMPFEHLUNGEN
4
Deut
sch
-
Secretariaat-Generaal BeneluxRegentschapsstraat 39 • BE-1000
Brussel • T +32 (0)2 519 38 11 • [email protected] •
www.benelux.int
Secrétariat général BeneluxRue de la Régence 39 • BE-1000
Bruxelles • T +32 (0)2 519 38 11 • [email protected] •
www.benelux.int
Generalsekretariat BeneluxRegentschapsstraat 39 • BE-1000
Brüssel • T +32 (0)2 519 38 11 • [email protected] •
www.benelux.int
