Duits voc kapital 1

Lidwoord Woord meervoud VertalingDer Artikel Artikel LidwoordDer Bruder Brüder Broerder Dank Dankder Deutsche Deutschen Duitserder Deutschlehrer Deutschlehrer Leraar Duitsder Fehler Fehler Foutder Fisch Fische Visder Fußball Fußbälle Voetbalder Glaube Glauben Geloofder Herr Herren Heerder Kugelschreiber Kugelschreiber Balpender Lehrer Lehrer Leraarder Mann Männer Mander Name Namen Naamder Schüler Schüler Leerlingder Tag Tage Dagder Text Texte Tekstder Vogel Vögel Vogelder Wohnort Wohnorte Woonplaatsder Zug Züge Trein

Lidwoord Woord meervoud Vertalingdie Adresse Adressen Adresdie Antwort Antworten Antwoorddie Arbeit Arbeiten Werkdie E-Mail E-mails E-maildie Frau Frauen Vrouwdie Freiheit Freiheiten Vrijheiddie Freundin Freundinnen Vriendindie Grenze Grenzen Grensdie Gruppe Gruppen Groepdie Insel Inseln Eilanddie Kartoffel Kartoffeln Aardappeldie Lehrerin Lehrerinnen Leraresdie Liebe Liefdedie Musik Muziekdie Nacht Nächte Nachtdie Nähe Buurt,omgevingdie Note Noten Punt,cijfer(school)die Nummer Nummer Nummerdie Postleitzahlen Postleitzahlen Postcodedie Schokolade Chocoladedie Schule Schulen Schooldie Schwester Schwestern Zusdie Straße Straßendie Stunde Stunden Uurdie Suppe Suppen Soep

die Zahl Zahlen Getal,aantal

Lidwoord Woord meervoud VertalingDas Buch Bücher BoekDas Datum Daten DatumDas Dorf Dörfer DorpDas Eis ijsDas Fleisch VleesDas Foto Fotos FotoDas Haar Haare HaarDas Haus Häuser HuisDas Hobby Hobbys HobbyDas Intresse Intressen IntresseDas Jahr Jahre JaarDas Kind Kinder KindDas Krankenhaus Krankenhäuser ZiekenhuisDas Mädchen Mädchen MeisjeDas Meer Meere ZeeDas Tier Tiere DierDas Wort Wörter/Worte Woord

Werkwoord Vertaling vervoegdarbeiten werken arbeitetaussehen uitzien sieht ausbedeuten betekenen bedeutetbekommen krijgen bekommtbenutzen gebruiken benutztbleiben blijven bleibterklären verklaren erklärterzählen vertellen erzähltfahren rijden fährtfinden vinden findetfotografieren fotograferen fotografiertfragen vragen fragtfühlen voelen fühltgeben geven gibthaben hebben hatheißen heten heißthelfen helpen hilfthören luisteren hörtkennen kennen kenntkommen komen kommtkönnen kunnen kannlernen leren lerntlesen lezen liestlieben houden van liebtmachen doen , maken machtsagen zeggen sagtschreiben schrijven schreibtschwimmen zwemmen schwimmtsehen zien sieht sein zijn istspielen spelen spieltsprechen spreken sprichtstudieren studeren studiertsuchen zoeken suchttragen dragen trägttanzen dansen tanztverstehen verstaan versthtvorstellen voorstellen stellt,,,vorwarten wachten wartetwerden worden wirdwohnen wonen wohnt

Adjectief Vertaling

alt oudgern graagjung jongkurz kortlang langnett leuk , sympasüß zoet

Telwoord Vertalingeins een zwei twee drei drie vier vier fünf vijf sechs zessieben zevenacht achtneun negenzehn tienelf elfzwölf twaalfdreizehn dertienvierzehn veertienfünfzehn vijftiensechzehn zestiensiebzehn achttienneunzehn negentienzwanzig twintigdreißig dertigvierzig veertigfünfzig vijftigsechzig zestigsiebzig zeventigachtzig tachtigneunzig negentighundert honderd

Voorzetsel Vertalingab vanafan aanauf opaus uitbei bijbis totfür voorin in,naarmit metvon van

vor voorzu naar

Pers, Vnw, Vertalingich ikdu jijer hijwir wijsie zijBijwoorden enz Vertalingaber maaralle allealles<->nichts alles<->nietsals danauch ookda daardamit opdatdann dandass datdeutsch Duitsdich joudieser dezedir aan/voor joudort<->hier daareinfach<->schwierig eenvoudigeinmal eerst,eenmaalerste<->letzte eerstees hetetwas ietseuch julliehier<->dort hierimmer<->nie altijdjeder elk,iederjetzt nukein<->ein geenklar duidelijkletzte<->erste laatstelos aan de handman menmehr<->weniger meermich mijmöchte zou graagnein neennicht nietnie nooitnoch nognur<->auch slechtsoder of

richtig juistschon reeds,alsehr zeersich zichso zotypisch typischund enuns onsviel<->wenig veelweil omdatweit<->nah verwelcher welk

Bez, Vnw, Vertalingmein mijndein jouwsein zijnunser onze

Vraagwoorden Vertalingwas watwer wiewie hoewo waarwoher waar vandaan