77
“Een sticker plak je op een muur en niet op een persoon” Daan Pellini - mede-auteur van ‘Een kind met mogelijkheden’ ooit beplakt met de volgende stickers: 317; 314.01; 313.89 Utrecht 8 november 2019 Albert Ponsioen

“Een sticker plak je op een muur en niet op een persoon” · 11/8/2019  · voor de dagelijkse klinische praktijk waarin je zelden of nooit dat gemiddelde kind ontmoet en er vaker

  • Upload
    others

  • View
    2

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

  • “Een sticker plak je op een muur en niet op een persoon”

    Daan Pellini - mede-auteur van ‘Een kind met mogelijkheden’ ooit beplakt met de volgende stickers: 317; 314.01; 313.89

    Utrecht8 november 2019

    Albert Ponsioen

  • In de jeugdzorg is er sprake van een aantal hardnekkige mythes: de mythe van het gemiddelde, de mythe van de latente factoren en de mythe van de Randomized Control Trial als Gouden

    Standaard.

    In de testdiagnostiek worden kinderen nog te vaak vergeleken met het gemiddelde kind van hun leeftijdsgroep. In de jeugd-ggz worden stoornissen nog te vaak als verklaringen (‘latente

    factoren’) van probleemgedrag beschouwd. In wetenschappelijk onderzoek worden groepsstudies nog te vaak gebruikt om effecten van behandelingen aan te tonen.

    Een meer persoonlijke benadering kan deze mythes helpen ontkrachten. Maar wat betekent dit voor de dagelijkse klinische praktijk waarin je zelden of nooit dat gemiddelde kind ontmoet en er vaker sprake is van een dynamische wisselwerking tussen kind en omgeving in het ontstaan en in

    standhouden van probleemgedrag. En waarbij het belangrijker is om te weten wat het effect is van deze ene behandeling, bij deze ene behandelaar bij dit ene kind dan of een behandeling ‘in

    het algemeen’ effectief is.

    In deze lezing worden gereedschappen aangereikt waarmee een behandelaar aan de slag kan om maatwerk te leveren.

  • Mythes- De mythe van het gemiddelde

    - De mythe van de latente factor (classificaties en diagnoses)

    - De mythe van behandelprotocollen (one-size fits one)

    - De mythe van de groepsstudies (single case studies als alternatief)

    Braingame Brian

  • De mythe van het gemiddelde

    Leerlingen worden te vaak vergeleken met de

    ‘gemiddelde leerling’

  • De Leer van de Grootste Gemene Deler en het Kleinste Gemene Veelvoud

  • 6

    De ‘gemiddelde leerling’

  • De mythe van het gemiddelde

    Todd Rose: The myth of the average

  • 8

    Voor de ‘gemiddelde leerling’

  • Klassieke opvatting van het intelligentie-onderzoek:• testen van min of meer stabiele ‘abilities’ • testresultaat geeft aan hoeveel van een

    talent iemand bezit

    Moderne opvatting:• gericht op veranderbare componenten (bijv.

    het gebruik van mentale strategieën kan de functionele geheugencapaciteit vergroten)

    Intelligentietests: meer kwaad dan goed!

  • 10

    ‘Misschien moeten we voor ‘IQ’ een andere term verzinnen. Die test is helmaal niet ontworpen

    voor het meten van intelligentie, maar om vast te stellen of kinderen een achterstand hebben en aangepast onderwijs nodig hebben. Maar het is onmogelijk om die potentie te meten, want die verandert als kinderen hard werken en leren. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat alle

    elementen van de intelligentie kunnen verbeteren door training‘

    Stanford onderzoeker Carol Dweck, computerprogramma Brainology (in 2008 beschikbaar voor het Amerikaanse onderwijs).

    IQ

  • Terwijl het zo goed begint…

    De Bayley Scales of Infant and ToddlerDevelopment-Third Edition-Nederlandstalige bewerking (Bayley-III-NL), opvolger van de BSID-II-NL, is een instrument om het ontwikkelingsverloop van jonge kinderen in kaart te brengen

  • 12

    Een leerlingzonderleerproblemen

  • Een leerlingmet leerproblemen

  • Oplossing

    Wat zijn de relatief sterke en zwakke vaardigheden?

  • Nieuwe generatie intelligentietestsgebaseerd op CHC-model

  • Bijvoorbeeld de IDS-2

    https://www.hogrefe.nl/fileadmin/user_upload/hogrefe_nl/Testdownloads/IDS-2_Overzicht_subtests.pdf

    https://www.hogrefe.nl/fileadmin/user_upload/hogrefe_nl/Testdownloads/IDS-2_Overzicht_subtests.pdf

  • 17

    En? Welke informatie is blijven hangen? En waarom?

  • 18

    2de mythe: latente factoren

    classificaties en diagnoses

  • Een kind is drukomdat het ADHD heeft

    Een kind leert niet goedomdat het een laag IQ heeft

    Een kind leest niet goed omdat het dyslexie heeft

    Gevaar van de DSMbeschrijvende diagnostiek vs. verklarende diagnostiek

  • Psychiatrische stoornis

    Standaard model: een stoornis is een manifestatie van een latente variabele

    slapeloosheid

    stemmings-problemen

    vermoeidheids-klachten

    depressie

  • Psychiatrische stoornissen

    21

    Maar dat onderliggende construct kunnen wij niet meten!

    Blijf in de diagnostiek dus bij datgene dat wel te meten / te rapporteren / te observeren is.

    Hoe ziet dat netwerk van symptomen er uit?

  • Netwerkmodellen

    22

    Psychologische constructen geconceptualiseerd als netwerken van interacterende componenten (symptomen).

    Eén symptoom (bijv. slaapproblemen) kan andere symptomen activeren (bijv. vermoeidheidsklachten).

    Netwerken kunnen van persoon tot persoon verschillen.

  • Ising Modelferromagnetic phase transition

    23

  • Netwerkmodel

    24http://psychosystems.org/

  • Netwerkmodel depressie

    25Bringmann, L. F., Vissers, N., Wichers, M., Geschwind, N., Kuppens, P., Peeters, F., Borsboom, D., & Tuerlinckx, F. (2013). A network approach to psychopathology: New insights into clinical longitudinal data. PLoS ONE 8(4): e60188. doi:10.1371/journal.pone.0060188.

  • Individuele netwerk modellen

    26

  • Standaard model ADHD

    impulsiviteit

    onoplettendheid

    hyperactiviteit

    www.gamingandtraining.nl

    ADHD

  • netwerkmodel ADHD

    www.gamingandtraining.nl

    impulsiviteit

    onoplettendheid

    hyperactiviteit

    aandachtsregulatie

    inhibitie

    werkgeheugen

    flexibiliteit

    motivatie

    timing

  • standaard model LVB

    Laag WISC-TIQ

    Cito toetsen: V

    speciaal onderwijs

    LVB

  • netwerkmodel LVB

    Laag WISC-TIQ

    Cito toetsen: V

    ZwakkeAdaptatieve

    vaardigheden

    aandachtsproblemen

    Gezin

    koude EF-problemen

    warme EF problemen

    competentiebeleving

    onderwijs

  • Netwerkmodel LVB

  • Oplossing:‘Onder’ het gedrag gaan kijken

    (labelen doen we al lang genoeg)

    Een classificatie komt los van de criteria en gaat een eigen leven leiden

    Vrij naar: Trudy Dehue (2012)

  • ClassificatiesysteemAard van de Problematiek - Jeugd (CAP-J)

    • classificeren is het ontdoen van bijzondere en individuele kenmerken van de problematiek zodat deze gegroepeerd kan worden voor het doen van onderzoek naar behandelingen, besprekingen met andere hulpverleners of het efficiënt organiseren van zorg.

    • Bij diagnostiek zijn juist de bijzondere kenmerken van de cliënten van belang.

  • Wat is er nodig?

    • Diagnostiek als basis voor behandeling• Theoretisch model: waarom doet men wat men doet?• Op de persoon toegesneden psycho-educatie:

    diagnostiekbevindingen koppelen aan theoretische kennis in begrijpelijke taal en koppelen aan wat hij/zij ervaart in dagelijks leven

    • Opstellen behandeltraject op maat in dialoog• Motivatie voor verandering en vertrouwen in mogelijkheden• Aanpassing, compensatie en training• Evaluatie

  • GENETISCH & NEUROBIOLOGISCH

    SUBSTRAAT

    AROUSAL & AANDACHTS-PROBLEMEN

    EMOTIE-REGULATIE

    PROBLEMEN

    COGN. [EF]-PROBLEMEN• Inhibitie• Flexibiliteit• Werkgeheugen

    MENTALE SCHEMA’S

    (‘social self’ / IWM)

    GEDRAGS-KENMERKEN

    (DSM)

    Pre- en perinatale risico factoren Psychosociale risico factoren(gezin – school - maatschappij)

    Ouders – opvoeding - omgeving

    BlackBox

    THEORETISCH MODELTRANSACTIONEEL ONTWIKKELINGSMODEL ADAPTIEF GEDRAG

    Prins, P., & Braet, C. (Eds.). (2014). Handboek klinische ontwikkelingspsychologie. Bohn Stafleu van Loghum.

  • GENETISCH & NEUROBIOLOGISCH

    SUBSTRAAT

    AROUSAL & AANDACHTS-PROBLEMEN

    EMOTIE-REGULATIE

    PROBLEMEN

    COGN. [EF]-PROBLEMEN• Inhibitie• Flexibiliteit• Werkgeheugen

    MENTALE SCHEMA’S

    (‘social self’ / IWM)

    GEDRAGS-KENMERKEN

    (DSM)

    Pre- en perinatale risicofactoren Psychosociale risicofactoren(gezin – school - maatschappij)

    Ouders – opvoeding - omgeving

    TRANSACTIONEEL ONTWIKKELINGSMODEL ADAPTIEF GEDRAG

    KEN

    NIS

    BEST

    AND

    Prins, P., & Braet, C. (Eds.). (2014). Handboek klinische ontwikkelingspsychologie. Bohn Stafleu van Loghum.

  • VanAANDACHT GERICHT OP DE BUITENWERELD

    naarAANDACHT GERICHT OP HET EIGEN FUNCTIONEREN

    (ontwikkeling zelfbewustzijn)

    Van HANDELEN GERICHT OP DE BUITENWERELD

    naar‘INTERN HANDELEN’

    (interne taal / inner speech / de ‘memen’)

    Barkley, R.A. (2012). Executive functions. What they are, how they work, and why they evolved. New York: The Guilford Press.

    Van extern naar intern handelen

  • • inhibitory capacity:• de vaardigheid handelingen uit te kunnen stellen (INHIBITIE]

    • spatial and temporal capacity: • de vaardigheid om minder afhankelijk te worden van de directe hier-en-nu omgeving door toekomstige

    situaties en situaties die niet alleen de directe omgeving van de persoon betreffen, te kunnen verbeelden [WERKGEHEUGEN] – DE ‘TIJDMACHINE’)

    • set shifting capacity:• de vaardigheid te kunnen schakelen naar ander gedrag (FLEXIBILITEIT]

    • motivational capacity:• de vaardigheid toekomstige situaties niet alleen te verbeelden maar ook te 'waarderen' ('hot' appraisal of the

    future tegenover de 'cold' cognitive appraisal met de vorige vaardigheden) [EMOTIONELE EN MOTIVATIONELE ASPECTEN]

    • conceptual/abstract capacity: • van enkelvoudige zelf-instructies als 'stop-denk-doe' tot morele regels [TAAL]

    Russell Barkley: ZelfregulatieBarkley, R. A. (2012). Executive functions: What they are, how they work, and why they evolved. Guilford Press.

  • Executieve Functies (EF)

    Zelfregulatie (ZR)

    Sociale Adaptatief Vermogen (SAV)

    Sociale intelligentie (SI)

    EF=ZR=SAV=SI

    Zelfregulerende vaardigheden

  • Projectgroep Adaptieve VermogensLandelijke Werkgroep Diagnostiek Landelijk Kenniscentrum LVB

  • Adaptief Leervermogen Test (ALT)

    Kennisbestand

    Cystallized intelligentie

    Verworven kennis factor

    (Bannatyne; Wechsler)

    Informatie-Woordkennis (WISC-III; 6-17 jaar)*

    Aandacht

    •AVL (ADHD VragenLijst; 4-18 jaar)

    Volgehouden aandacht

    Gerichte aandacht

    Verdeelde aandacht

    Symbolen Vergelijken (WISC-III; 6-17 jaar)

    Overeenkomstige Getallen (CAS12; 4-18 jaar)

    Selectieve aandacht (CAS; 4-18 jaar)

    Communicatieve

    vaardigheden /

    informatieverwerking

    •CCC-2 (Children’s Communication

    Checklist; 4-15 jaar)

    Taalbegrip Woordbetekenis (RAKIT-2; 4/11 jaar)

    Woordenlijst GIT-2 (v.a. 12 jaar)

    Taalproductie Woordkennis (WISC-III; 6-17 jaar)

    Begrijpen (WISC-III; 6-17 jaar)

    Sequentiële / Successieve informatieverwerking Cijferreeksen voorwaarts (WISC-III; 6-17 jaar)

    Woordreeksen nazeggen (CAS; 5-18 jaar)

    Onzinnen nazeggen (CAS; 5-18 jaar)

    Simultane informatieverwerking Onvolledige Tekeningen (WISC-III; 6-17 jaar)*

    Ontbrekende Figuren (CAS; 4-18 jaar)

    Matrix Redeneren (WNV; 4-21 jaar)

    Fluid intelligentie

    Conceptuele vaardigheden:

    probleemoplossende vaardigheden en

    zelfcontrole (executieve functies),

    sociale cognities

    •BRIEF (Behavior Rating Inventory of Executive Function 5-18 jaar) •BDEF-CA (Barkley’s Deficits in Executive Functioning Scale – Children and Adolescents 6-18 jaar)

    Inhibitie; emotieregulatie; werkgeheugen; etc. (EF) Coderen (CAS; 4-18 jaar)

    Cijferreeksen WNV; 4-21 jaar)

    Ruimtelijke Oriëntatie (WNV; 4-21 jaar)

    Sociale Informatie Verwerking Vertelplaat (RAKIT-2; 4/11 jaar)

    Sociale Interpretatie Test (v.a. 12 jaar)

    TOM / Perspectiefneem-taken

    SIVT (i.o.)

  • Casuïstiek vrouw 18 jaar dagbesteding: (450!) eieren met de fiets bezorgen bij klanten

  • Casuïstiek A.

  • Effort & willpower

    EF put uit gelimiteerde energiebron

    ↓ Langdurig EF-gebruik↓ Stress↓ Ziekte↓ Alcohol & drugs

    ↑ Ontspanning↑ Meditatie↑ Routinematige handelingen (impliciete EF-training!)↑ Fysieke inspanning ↑ Medicatie

  • 3de mythe: behandelprotocollen (one size fits all)

    personalized medicine

    persoonlijke psychologie

    behandeling op maatpassende zorg

  • Theoretische modellen als basis

    • Psycho educatie algemeen: uitleg over theoretische modellen in begrijpelijke taal (start behandeling!)

  • Zelfregulatie: van theorie naar praktijk

    Vertaling modellen: psycho-educatie

  • Waar kan het “mis gaan”: uitleg in begrijpelijke taal

    • Aandachtsfunctie niet goed afgesteld (mist – alert – hyper: ontspanning of activatie?)

    • Emotiethermometer loopt te hoog op (boos – angstig – verdrietig)• Verkeerde afslag op de kruising( korte en lange termijn beloning)• Opslag informatie en gebruik van de database verloopt niet goed• De rem doet het niet goed• De schakelknop werkt niet optimaal

  • Opslaan en terug kunnen vinden van informatie

    • Brein aanzetten• Juiste kast openen: onderwerp, wat weet ik daar al van• Lades: deelgebieden• Vakjes: details• Strategie om te onthouden: aantekeningen, ezelsbruggetjes,

    visualisaties, etc.

  • Specifieke trainingen:Cogmed

    Jungle memoryBraingame Brian

    De Kleine KapiteinReflecto

    Nieuwe KoersBeter bij de les

    Hoe gaat een kind zelfstandiger handelen?

  • Behandelen = oefenen

    “It’s through labour that we learn…

    And it is through collaboration with others that our cognitive development occurs”

    (Vygotsky)

  • GENETISCH & NEUROBIOLOGISCH

    SUBSTRAAT

    AROUSAL & AANDACHTS-PROBLEMEN

    EMOTIE-REGULATIE

    PROBLEMEN

    COGN. [EF]-PROBLEMEN• Inhibitie• Flexibiliteit• Werkgeheugen

    MENTALE SCHEMA’S

    (‘social self’ / IWM)

    GEDRAGS-KENMERKEN

    (DSM)

    Pre- en perinatale risico factoren Psychosociale risico factoren(gezin – school - maatschappij)

    Ouders – opvoeding - omgeving

    OudertrainingCognitievegedrags-therapie

    (E)F-training

    Socialevaardigheids-

    training

    Medicatie

    Aangrijpingspunten behandelingen / trainingen

  • E

    prikkels gedrag

    motoriekzi

    ntui

    gen

    R G

    L

    Bron: Maurer & Westermann, 2003, KAP.

    Waarom doen wij de dingen die wij doen? Aandacht voor de onderwereld

    R = relatievormingE = emotiesG = gedachtenL = lichaam

    e = eenheid

  • Vader

    Lichamelijk functioneren:

    Cognitief functioneren:

    Emotioneel functioneren:

    Sociaal functioneren:

    Moeder Lichamelijk functioneren:

    Cognitief functioneren:

    Emotioneel functioneren:

    Sociaal functioneren:

    Kind

    Lichamelijk functioneren:

    Cognitief functioneren:

    Emotioneel functioneren:

    Sociaal functioneren:

    Doelen zijn bereikt wanneer: 1. 2. 3. 4. 5. Evaluatiemoment:

    Plus Omgeving min

    Oudergedrag - vader + - moeder +

    Wat wil je anders? (kind, ouders en omgeving) Wat is daarvoor nodig van kind, ouders en instelling? Wat wordt het plan van aanpak? (Wie doet wat? Tijdspad.)

    Gedrag kind Plus Min

    gtr

    Kind

    Lichamelijk functioneren:

    Cognitief functioneren:

    Emotioneel functioneren:

    Sociaal functioneren:

    Wat wil je anders? (kind, ouders en omgeving)

    Wat is daarvoor nodig van kind, ouders en instelling?

    Wat wordt het plan van aanpak? (Wie doet wat? Tijdspad.)

    PlusOmgevingmin

    Vader

    Lichamelijk functioneren:

    Cognitief functioneren:

    Emotioneel functioneren:

    Sociaal functioneren:

    Gedrag kind

    PlusMin

    Oudergedrag

    - vader +- moeder +

    Doelen zijn bereikt wanneer:

    1.

    2.

    3.

    4.

    5.

    Evaluatiemoment:

    Moeder

    Lichamelijk functioneren:

    Cognitief functioneren:

    Emotioneel functioneren:

    Sociaal functioneren:

  • DE SNELLE EN DE LANGZAME ROUTEExecutieveFuncties

  • DE SNELLE EN DE LANGZAME ROUTE

  • • Toenemende digitalisering per definitie een zegen?

    • KAP-methode:• Kies een optimale leeromgeving • Afleidingen wegnemen• Praat tegen jezelf om afleiding tegen te gaan

    • Lezen en leren van een tekst met de KALAT (PQRST)-methode

    • Kapstokken en chuncking (J-Q-C-L-P-M-X-S-G of N-A-C-P-S-V-N-E-C onthouden)

    Zelfregulatie op school

  • Psychosociale behandelingen voor leerkrachten

    Een nieuwe koers, effectieve aansturing van kinderen met ADHD op het basis en voortgezet onderwijs

  • Zelfregulatie

    Samenvatting theorie4 factorenmodel

    Diagnostische beschrijvingPsycho-educatie

    RegistratieKeuze van eerste doelgedrag

  • Specifieke trainingsprogramma’s

    Braingame Brian

    Cogmed

    Jungle memory

    Mindfullnesstraining

    …………

  • Braingame Brian

    Een Executieve Functie Training met Game Elementen voor kinderen met ADHD

    Taskforce ADHD en computers

    Pier Prins

    Esther ten Brink

    Albert Ponsioen

  • ** Werkgeheugen ** de visueel-ruimtelijke werkgeheugentraining

    2-8 Blokjes lichten op in een 4 bij 4 grid

    Volgorde onthouden en naklikken

    Steeds langere reeksen blokjes

    Verschillendemoeilijkheidsgraden (5 levels)

    Gemiddelde lengte van de reeks. Hoe langer, des te beter.

  • ** Werkgeheugen ** de verbale werkgeheugentraining

    2-8 woordjes – cijfers – zinnetjesworden opgelezen

    De bijbehorende plaatjes moetenwoorden aangeklikt (voorwaarts– achterwaarts – ‘listening recall’)

    Steeds langere reeksen

    Verschillendemoeilijkheidsgraden (5 varianten:

    woorden aangeklikt (voorwaarts– achterwaarts – ‘listening recall’; combinaties)

    Gemiddelde lengte van de reeks. Hoe langer, des te beter.

  • ** Inhibitie ** de Stoptraining

    • Pijl naar rechts in groene scherm

    • Zo snel mogelijk drukken op linker- of rechter knop

    • Soms ineens rood, dan juist niet drukken! (Onvoorspelbaar)

    Aantal correcte stopreacties Remweg wordt steeds korter

    Aantal correcte reacties binnen groene gebied.

  • ** Cognitieve Flexibiliteit ** de Schakeltraining

    • Twee visuele taken: onderscheid naar kleur, of naar vorm

    • Daarna wisselen van taakset: let op en reageer op kleur ongeacht vorm, en vice versa

    • Kies de goede reactie (afhankelijk van taakset): blauw: druk op p, rood: druk op q; of, in geval van rondje: druk op p, driehoek: druk op q)

    Switchcost: hoeveel meer tijd kost het om te wisselen?

    Fouten: aantal fouten op switch trials en aantal op non-switch trials

  • Keerzijde nadruk zelfregulatie?

    • Zelfregulatie = zelfredzaamheid?

    • We zijn zelf verantwoordelijk voor ons succes….dus ook voor ons falen ‘faaldenker’ Kupper in artikel in de Volkskrant van 16 maart 2018*:

    'We zijn zelf verantwoordelijk voor ons succes - en dus ook voor ons falen', zegt faaldenker Kupper. 'Omstandigheden en pech, daar doen we niet meer aan. Daarmee drukken we de verliezer steeds verder weg als iemand die zijn kansen niet heeft gegrepen.' Ten onrechte, vindt ook de Amsterdamse socioloog Van de Werfhorst. 'Kinderen van hoger opgeleide ouders zijn oververtegenwoordigd in de talentklassen en excellentieprogramma's. Niet omdat ze zoveel beter presteren, maar omdat hoogopgeleide ouders en hun kinderen eerder beseffen wat het belang van een onderscheidend diploma is.’

    *Zesjescultuur maakt plaats voor strijd om hoge cijfers - wat doet dat met jongeren? Ontwikkelingen in het onderwijs. Margreet Vermeulen, de Volkskrant, 16-03-2018)

  • De mythe van de groepsstudie

    of van de

    Randomized Control Trial (RCT) als Gouden Standaard

  • 68

    Oplossing: N=1 onderzoek als alternatief

    • N = 1 onderzoek (Single Case Experimental Design - SCED; op basis van tijdserie-analyse):• concrete (= te meten) operationalisaties van

    behandeldoelen en interventies• meerdere metingen (dagelijkse vragenlijsten)• onderzoeksresultaten niet alleen achteraf

    (feedback tijdens de behandeling)

  • groep vs. individu

    69

    Perc

    enta

    ge fo

    uten

    Aantal woorden per minuut

  • N=1 i.p.v. RCT

    0

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    7

    8 voor/na meting

    Dagelijksevragenlijsten

    Lineair(voor/nameting)Lineair(Dagelijksevragenlijsten)

  • Digitale Daily Report Scales (DRS)

    71

  • PsyMate

    72

    http://www.psymate.eu/

    http://www.psymate.eu/

  • Ecological Momentary Assessment (EMA)

    73

  • Statistische analyses

    https://www.kenniscentrumlvb.nl/

    https://www.kenniscentrumlvb.nl/

  • Zelf N=1 onderzoek doen met DRS-schaaltjes?

    75

    [email protected]

  • 76

    En?

    Welke informatie is blijven hangen?

    En waarom (niet)?

    En hoe?

  • Toch iets vergeten of meer willen weten?

    [email protected]

    [email protected]

    [email protected]

    http://www.zelf-regulatie.nl/http://www.gamingandtraining.nl/http://www.kenniscentrumlvb.nl/

    Dianummer 1In de jeugdzorg is er sprake van een aantal hardnekkige mythes: de mythe van het gemiddelde, de mythe van de latente factoren en de mythe van de Randomized Control Trial als Gouden Standaard. � �In de testdiagnostiek  worden kinderen nog te vaak vergeleken met het gemiddelde kind van hun leeftijdsgroep. In de jeugd-ggz worden stoornissen nog te vaak als verklaringen (‘latente factoren’) van probleemgedrag beschouwd. In wetenschappelijk onderzoek worden groepsstudies nog te vaak gebruikt om effecten van behandelingen aan te tonen.� �Een meer persoonlijke benadering kan deze mythes helpen ontkrachten. Maar wat betekent dit voor de dagelijkse klinische praktijk waarin je zelden of nooit dat gemiddelde kind ontmoet en er vaker sprake is van een dynamische wisselwerking tussen kind en omgeving in het ontstaan en in standhouden van probleemgedrag. En waarbij het belangrijker is om te weten wat het effect is van deze ene behandeling, bij deze ene behandelaar bij dit ene kind dan of een behandeling ‘in het algemeen’ effectief is.� �In deze lezing worden gereedschappen aangereikt waarmee een behandelaar aan de slag kan om maatwerk te leveren.�Dianummer 3De mythe van het gemiddeldeDe Leer van de Grootste Gemene Deler en het Kleinste Gemene VeelvoudDianummer 6De mythe van het gemiddeldeDianummer 8Dianummer 9Dianummer 10Dianummer 11Dianummer 12Dianummer 13Dianummer 14Dianummer 15Dianummer 16Dianummer 17Dianummer 18Gevaar van de DSM�beschrijvende diagnostiek vs. verklarende diagnostiekDianummer 20Dianummer 21Dianummer 22Dianummer 23Dianummer 24Dianummer 25Dianummer 26Dianummer 27Dianummer 28Dianummer 29Dianummer 30Dianummer 31Dianummer 32Classificatiesysteem�Aard van de Problematiek - Jeugd (CAP-J)Wat is er nodig?Dianummer 35Dianummer 36Dianummer 37Dianummer 38Dianummer 39Dianummer 40Dianummer 41Dianummer 42Dianummer 43Dianummer 44Dianummer 45Theoretische modellen als basisDianummer 47Waar kan het “mis gaan”: �uitleg in begrijpelijke taalOpslaan en terug kunnen vinden van informatieDianummer 50Behandelen = oefenenDianummer 52Dianummer 53Dianummer 54Dianummer 55Dianummer 56Dianummer 57Psychosociale behandelingen voor leerkrachtenZelfregulatieSpecifieke trainingsprogramma’s�Dianummer 61** Werkgeheugen ** �de visueel-ruimtelijke werkgeheugentraining** Werkgeheugen ** �de verbale werkgeheugentraining** Inhibitie ** �de Stoptraining** Cognitieve Flexibiliteit ** �de SchakeltrainingKeerzijde nadruk zelfregulatie?De mythe van de groepsstudie��of van de��Randomized Control Trial (RCT) �als Gouden Standaard �Oplossing: N=1 onderzoek als alternatiefDianummer 69N=1 i.p.v. RCTDianummer 71Dianummer 72Dianummer 73Dianummer 74Dianummer 75Dianummer 76Toch iets vergeten of meer willen weten?