24
Horeca Vakopleidingen Eindopdracht Ontwerp en ontwikkel je eigen menukaart Zutaten und Bereitungsweisen Name_______________________ Klasse ____ opleiding - crebo 25169, 25170 leerroute Gastronoom Sommelier Leidinggevende Bediening GAS, LBE3 B.B.L en B.O.L. cohort 2015, 2016, 2017 periode 2 vak Duits toetsvorm (-en) Schriftelijke opdrachten start- en sluitdatum periode 2 week 8 en 9. Inleveren uiterlijk week 10, dus vóór aanvang van periode 3 samenstelling A. Berg-Bos

Eindopdracht - Weebly · 2018. 8. 30. · Bij Duitse gasten hoor je dat in hun eigen taal te doen. Een ... Opdracht 2: zoek nu de woorden op in de tekst en onderstreep ze. Oefening

  • Upload
    others

  • View
    3

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

  • Horeca Vakopleidingen

    Eindopdracht

    Ontwerp en ontwikkel je eigen menukaart

    Zutaten und Bereitungsweisen

    Name_______________________ Klasse ____

    opleiding - crebo 25169, 25170

    leerroute

    Gastronoom Sommelier Leidinggevende Bediening GAS, LBE3 B.B.L en B.O.L.

    cohort 2015, 2016, 2017

    periode 2

    vak Duits

    toetsvorm (-en) Schriftelijke opdrachten

    start- en sluitdatum periode 2 – week 8 en 9. Inleveren uiterlijk week 10, dus vóór aanvang van periode 3

    samenstelling A. Berg-Bos

  • Inleiding

    Als gastronoom-sommelier of leidinggevende bediening moet je in staat zijn informatie te geven over de gerechten die je serveert. Bij Duitse gasten hoor je dat in hun eigen taal te doen. Een Duitse gast zal zich zeer meer op zijn gemak voelen als hij merkt dat jij zijn taal spreekt en door jouw uitleg een goede keuze kan maken van de kaart. In deze periodeopdracht ga je je woordenschat op het gebied van ingrediënten en bereidingswijzen aanvullen. Dat doe je door bij 5 recepten een aantal opdrachten te maken. Tevens oefen je de voltooid verleden tijd. Deze heb je namelijk heel vaak nodig als je vertelt hoe een gerecht bereid is.

    Leerdoelen

    Na het voldoende afronden van deze periodeopdracht heb je je woordenschat uitgebreid met

    een aantal van de meest voorkomende ingrediënten en bereidingswijzen. Bovendien heb je

    intensief geoefend met het gebruik van de voltooid verleden tijd.

    Tip: kijk voor je aan de slag gaat eerst naar het beoordelingsmodel achterin de opdracht, zodat je weet wat er van je wordt verwacht. Inleveren Je levert de hele periodeopdracht in. Let op: je periodeopdracht komt pas voor beoordeling in aanmerking als alle opdrachten zijn voldaan en ingeleverd. N.B. Bij te laat inleveren geldt: tot 1 dag te laat:1 punt aftrek, tot 2 dagen te laat: 2 punten aftrek,

    tot 3 dagen te laat: 3 punten aftrek. Wordt het werk nog later ingeleverd, dan wordt het pas de

    volgende periode nagekeken. Het cijfer is dan ten hoogste een 5.5.

  • Opdracht 1: Rezepte recepten

    Je maakt je een aantal opdrachten rondom 5 recepten: Schweinefilet, Lammeintopf, Garnelenpfanne, Tomaten- Bohnen-Salat en Hänchenfilet. Hierbij gaat het steeds om de ingrediënten, de bereidingswijzen en het grammaticaal correct vertellen hoe een gerecht bereid is.

  • Schweinefilet Varkensfilet

    Zutaten ingrediënten

    Opdracht 1: van de volgende woorden staan de letters in omgekeerde volgorde. Schrijf het woord op de juiste manier in de middelste kolom.

    Duits Nederlands

    lefpA/ lefpÄ ehürB rettuB kcepsskcütshürF esümeG ettoraK eirellesnellonK ssuntaksuM lÖ eilisreteP reffefP enhaS zlaS nebiehcS lhokstipS naimyhT tmiZ lebeiwZ

  • Opdracht 2: zoek nu de woorden op in de tekst en onderstreep ze. Oefening 3: schrijf nu de bij elk woord de Nederlandse betekenis en schrijf deze in de rechter kolom. Kies uit: wortel nootmuskaat ontbijtspek peterselie bouillon tijm appel/ appels ui boter spitskool groente plakken room knolselderij zout olie peper kaneel

    Bereitungsweisen Bereidingswijzen

    Opdracht 4: zoek de volgende woorden op in de tekst en onderstreep ze. Een woord kan meer dan een keer voorkomen, soms in een iets andere vorm. bestreuen/ bestreut blanchieren/ blanchiert dünsten/ gedünstet einrollen/ eingerollt garnieren/ garniert würzen/ gewürzt Opdracht 5: zoek nu bij elk Duits woord de Nederlandse betekenis. Kies uit: garneren/ gegarneerd stoven/ gestoofd bestrooien/ bestrooid kruiden/ gekruid inrollen/ ingerold blancheren/ geblancheerd bestreuen/ bestreut ………………………………………………………. blanchieren/ blanchiert ………………………………………………………. dünsten/ gedünstet ………………………………………………………. einrollen/ eingerollt ………………………………………………………. garnieren/ garniert ………………………………………………………. würzen/ gewürzt ………………………………………………………. Opdracht 6: schrijf nu in minimaal 6 zinnen op hoe dit recept bereid wordt.

    Voorbeeld:

    ……………..(ingrediënt) wird/ werden….……..….(bereiding) evt. + mit………..….. (ingrediënt)

    1……………………………………………………………………………………………………………. 2……………………………………………………………………………………………………………. 3……………………………………………………………………………………………………………. 4……………………………………………………………………………………………………………. 5………………………………………………………………………………………………………….... 6………………………………………………………………………………………………………….... ………………………………………………………………………………………………...……………………………………………………………………………………………...……………………………………………………………………………………………………………...……………………………………………………………………………………………...…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………...

  • Lammeintopf mit Bohnen

  • Lamstoofpot met bonen

    Zutaten

    Ingrediënten Opdracht 1: zoek de volgende woorden op in de tekst en onderstreep ze. Een woord kan meer dan een keer voorkomen. Fleisch Karotte Kräuter Lorbeerblatt Öl Pfeffer Salz Sellerie Thymian Zwiebel Opdracht 2: zoek nu bij elk Duits woord de Nederlandse betekenis. Kies uit: wortel vlees kruiden olie ui tijm selderie zout laurierblad peper Fleisch ……………………. Karotte ……………………. Kräuter ……………………. Lorbeerblatt ……………………. Öl ……………………. Pfeffer ……………………. Salz ……………………. Sellerie ……………………. Thymian ……………………. Zwiebel …………………….

    Bereitungsweisen Bereidingswijzen

    Opdracht 3: zoek de volgende woorden op in de tekst en onderstreep ze. Een woord kan meer dan een keer voorkomen, soms in een andere vorm.

  • braten / gebraten einweichen / eingeweicht garen / gegart kochen / gekocht salzen / gesalzt würzen / gewürzt Opdracht 4: zoek nu bij elk Duits woord de Nederlandse betekenis. Kies uit: garen / gegaard braden / gebraden koken / gekookt kruiden / gekruid inweken / ingeweekt zouten / gezouten braten / gebraten …………………………………………………… einweichen / eingeweicht …………………………………………………… garen / gegart …………………………………………………… kochen / gekocht …………………………………………………… salzen / gesalzt …………………………………………………… würzen / gewürzt …………………………………………………… Opdracht 5: schrijf nu in minimaal 6 zinnen op hoe dit recept bereid wordt.

    Voorbeeld:

    ……..…..…(ingrediënt) wird/ werden……….…..….(bereiding) evt. + mit…..…….... (ingrediënt)

    1……………………………………………………………………………………………………………. 2……………………………………………………………………………………………………………. 3……………………………………………………………………………………………………………. 4……………………………………………………………………………………………………………. 5………………………………………………………………………………………………………….... 6………………………………………………………………………………………………………….... ………………………………………………………………………………………………...……………………………………………………………………………………………...……………………………………………………………………………………………………………...……………………………………………………………………………………………...…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………...

  • Garnelenpfanne mit Reis Garnalenpannetje met rijst

    Zutaten ingrediënten

    Opdracht 1: van de volgende woorden staan de letters in omgekeerde volgorde. Schrijf het woord op de juiste manier in de middelste kolom.

    Duits Nederlands

    nletreivnenortiZ

    seiR

    nelenraG

    nlebeiwZ

    naimyhT

    akirpaP

    nevilO

    hcualbonK

    reffefP

    nelenragneseiR

    nehezhcualbonK

    zlaS

    Opdracht 2: zoek nu de woorden op in de tekst en onderstreep ze. Opdracht 3: schrijf nu de bij elk woord de Nederlandse betekenis en schrijf deze in de rechter kolom. Kies uit: rijst zout citroenkwarten uien knoflooktenen tijm olijven olie reuzengarnalen paprika peper garnalen knoflook

  • Bereitungsweisen Bereidingswijzen

    Opdracht 4: zoek de volgende woorden op in de tekst en onderstreep ze. Een woord kan meer dan een keer voorkomen, soms in een iets andere vorm. garen/ gegart braten/ gebraten schneiden/ geschnitten servieren/ serviert würzen/ gewürzt salzen/ gesalzen erhitzen/ erhitzt rösten/ geröstet mitbraten/ mitgebraten Opdracht 5: zoek nu bij elk Duits woord de Nederlandse betekenis. Kies uit: serveren/ geserveerd zouten/ gezouten kruiden/ gekruid roosteren/ geroosterd meebraden/ meegebraden garen/ gegaard snijden/ gesneden braden/ gebraden verhitten/ verhit garen/ gegart ……………………………………………………... braten/ gebraten ……………………………………………………... schneiden/ geschnitten ……………………………………………………... servieren/ serviert ……………………………………………………... würzen/ gewürzt ……………………………………………………... salzen/ gesalzen ……………………………………………………... erhitzen/ erhitzt ……………………………………………………... rösten/ geröstet ……………………………………………………... mitbraten/ mitgebraten ……………………………………………………...

    Opdracht 6: schrijf nu in minimaal 6 zinnen op hoe dit recept bereid wordt.

    Voorbeeld:

    ……(ingrediënt) wird/ werden……….(bereiding) evt. + mit…….. (ingrediënt)

    1……………………………………………………………………………………………………………. 2……………………………………………………………………………………………………………. 3……………………………………………………………………………………………………………. 4……………………………………………………………………………………………………………. 5………………………………………………………………………………………………………….... 6………………………………………………………………………………………………………….... ………………………………………………………………………………………………...……………………………………………………………………………………………...……………………………………………………………………………………………………………...……………………………………………………………………………………………...…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………...

  • Tomaten- Bohnen-Salat

    Tomaten- bonen-salade

    Opdracht 1: verbind het Duitse woord met de Nederlandse betekenis.

    1 die Bohnen 2 das Bohnenkraut 3 das Salzwasser 4 die Zweige 5 der Zwiebel 6 der Knoblauch 7 das Meersalz 8 der Pfeffer 9 der Essig 10 das Raps-Kernöl 11 die Kräuter 12 der Teller

    a het zeezout b het bord c de peper d de kruiden e de azijn f de koolzaadolie g de knoflook h de bonen i de ui j het bonenkruid k de twijg

    l het zoute water

  • Opdracht 2a: onderstreep alle woorden in de tekst die een bewerking zijn van

    ingrediënten.

    2b: schrijf nu elke bewerking achter de juiste afbeelding.

    Bild:

    1

    2

    3

    4

    5

    Handlung:

    …………………………………………….

    …………………………………………….

    …………………………………………….

    …………………………………………….

    …………………………………………….

  • 6

    7

    8

    9

    10

    …………………………………………….

    …………………………………………….

    …………………………………………….

    …………………………………………….

    …………………………………………….

  • 11

    …………………………………………….

    Opdracht 3: schrijf nu in minimaal 6 zinnen op hoe dit recept bereid wordt.

    Voorbeeld:

    ……(ingrediënt) wird/ werden……….(bereiding) evt. + mit…….. (ingrediënt)

    1……………………………………………………………………………………………………………. 2……………………………………………………………………………………………………………. 3……………………………………………………………………………………………………………. 4……………………………………………………………………………………………………………. 5………………………………………………………………………………………………………….... 6………………………………………………………………………………………………………….... ………………………………………………………………………………………………...……………………………………………………………………………………………...……………………………………………………………………………………………………………...……………………………………………………………………………………………...……………………………………………

  • ……………………………………………………………………………………………………………

  • Pikante Hähnchenfilets Pittige haanfilets

    Zutaten

    Ingrediënten Opdracht 1: zoek de volgende woorden op in de tekst en onderstreep ze. Een woord kan meer dan een keer voorkomen. Salat Hähnchenfilets Öl Senf Essig Salz Paprika Pfefferkörner Pfeffer Zucker Olivenöl Frischkäse Blattsalat Opdracht 2: zoek nu bij elk Duits woord de Nederlandse betekenis. Kies uit: azijn mosterd olijfolie haanfilets sla paprika zout bladsla olie verse kaas peperkorrels suiker peper Salat …………………………………………… Hähnchenfilets …………………………………………… Öl …………………………………………… Senf …………………………………………… Essig …………………………………………… Salz …………………………………………… Paprika …………………………………………… Pfefferkörner …………………………………………… Zucker …………………………………………… Olivenöl …………………………………………… Frischkäse …………………………………………… Blattsalat …………………………………………… Pfeffer ……………………………………………

  • Bereitungsweisen Bereidingswijzen

    Opdracht 3: zoek de volgende woorden op in de tekst en onderstreep ze. Een woord kan meer dan een keer voorkomen, soms in een andere vorm. servieren/ serviert füllen/ gefüllt schneiden/ geschnitten einlegen/ eingelegt abtropfen/ abgetropft verrühren/ verrührt putzen/ geputzt waschen/ gewaschen schütteln/ geschüttelt hacken/ gehackt garen/ gegart würzen/ gewürzt vermengen/ vermengt verschließen/ verschlossen wenden/ gewendet schleudern/ geschleudert Opdracht 4: zoek nu bij elk Duits woord de Nederlandse betekenis. Kies uit: kruiden/ gekruid vullen/ gevuld sluiten/ gesloten uitlekken/ uitgelekt hakken/ gehakt schudden/ geschud wassen/ gewassen slingeren/ geslingerd serveren/ geserveerd mengen/ gemengd inmaken/ ingemaakt snijden/ gesneden garen/ gegaard roeren/ geroerd keren/ gekeerd schoonmaken/ schoongemaakt servieren/ serviert ……………………………………………………… füllen/ gefüllt ……………………………………………………… schneiden/ geschnitten ……………………………………………………… einlegen/ eingelegt ……………………………………………………… abtropfen/ abgetropft ……………………………………………………… verrühren/ verrührt ……………………………………………………… putzen/ geputzt ……………………………………………………… waschen/ gewaschen ……………………………………………………… schütteln/ geschüttelt ……………………………………………………… schneiden/ geschnitten ……………………………………………………… hacken/ gehackt ……………………………………………………… garen/ gegart ……………………………………………………… vermengen/ vermengt ……………………………………………………… verschließen/ verschlossen ……………………………………………………… wenden/ gewendet ……………………………………………………… schleudern/ geschleudert ……………………………………………………… würzen/ gewürzt ………………………………………………………

  • Opdracht 5: schrijf nu in minimaal 6 zinnen op hoe dit recept bereid wordt.

    Voorbeeld:

    ……(ingrediënt) wird/ werden……….(bereiding) evt. + mit…….. (ingrediënt)

    1……………………………………………………………………………………………………………. 2……………………………………………………………………………………………………………. 3……………………………………………………………………………………………………………. 4……………………………………………………………………………………………………………. 5………………………………………………………………………………………………………….... 6………………………………………………………………………………………………………….... ………………………………………………………………………………………………...……………………………………………………………………………………………...……………………………………………………………………………………………………………...……………………………………………………………………………………………...…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………...

  • Opdracht 2: Zutaten einordnen

    ingrediënten indelen

    Opdracht: deel de ingrediënten in bij vlees, vis, groente of diversen. Zoek de betekenis

    eventueel op in de gemaakte opdrachten.

    Fleisch vlees

    Fisch vis

    Gemüse groente

    Verschiedenes diversen

    Kartoffeln Sahne Zimt

    Sardellen Soße Knoblauch

    Apfel/ Äpfel Sellerie Knollensellerie

    Artischocken Schalotte Kräuter

    Essig Salat Lorbeerblatt

    Basilikum Spitzkohl Senf

    Bohnen Zucker Muskatnuss

    Brühe Thymian Oliven

    Keule Tomate Frühstücksspeck

    Champignons Thunfisch Pilze

    Cheddarkäse Zwiebel Paprika

    Zitrone Fenchel Nudeln

    Dressing Öl Pfeffer

    Eier Karotte Petersilie

    Garnelen Salz Reis

    Hähnchen

  • Opdracht 3: Grammatik

    Grammatica

    Schrijf achter elk werkwoord de voltooide tijd. Gebruik hiervoor de theorie over de

    voltooide tijd. Deze staat op p. 73 in je boek. Verdere uitleg is te vinden op

    duitsberg.weebly.com. De onregelmatige vormen vind je bijna allemaal in de vorige

    opdrachten.

    werkwoord voltooide tijd

    bestreuen

    blanchieren

    braten ( onr.)

    dünsten

    einrollen

    einweichen

    füllen

    garen

    garnieren

    hacken

    kochen

    mischen

    pfeffern

    pressen

    reiben ( onr.)

    salzen

    schneiden ( onr.)

    servieren

    würzen

    beoordeling opdracht 1 (recepten):

    Nr. omschrijving maximum punten

  • beoordeling opdracht 2 (indeling ingrediënten):

    beoordeling opdracht 3 (grammatica voltooide tijd):

    T

    otaalscore:

    Nr. omschrijving Factor: Cijfer:

    1 opdracht 1 1

    2 opdracht 2 1

    3 opdracht 3 1

    /3

    Eindcijfer:

    1 volledigheid 10

    2 juistheid/ spelling/ gebruik hoofdletters 10

    3 grammatica 10

    4 zinsbouw 10

    5 werkverzorging 10

    Totaal 50

    Cijfer /5

    Nr. omschrijving maximum punten

    1 volledigheid 10

    2 woordenschat/ juiste vertaling 10

    3 gebruik hoofdletters 10

    4 spelling 10

    5 werkverzorging 10

    Totaal 50

    Cijfer /5

    Nr. omschrijving maximum punten

    1 volledigheid 10

    2 grammatica voltooide tijd sterke ww 10

    3 grammatica voltooide tijd zwakke ww 10

    4 spelling 10

    5 werkverzorging 10

    Totaal 50

    Cijfer /5