87
EINDWERK VOORTGEZETTE ACADEMISCHE OPLEIDING JOURNALISTIEK ‘Vlaamse ‘Vlaamse kracht’ kracht’ versus versus logemacht ? logemacht ? Vrijmetselarij en Vlaams Belang 1

 · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

EINDWERKVOORTGEZETTE ACADEMISCHE

OPLEIDING JOURNALISTIEK

‘Vlaamse kracht’‘Vlaamse kracht’versusversus

logemacht ?logemacht ?Vrijmetselarij en Vlaams

Belang

Vincent DouchyAcademiejaar 2006-2007

1

Page 2:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

2

Page 3:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

Inhoudstafel

ACADEMISCHE INLEIDING 5

Media en politiek 5

Politieke journalistiek 6 Politieke journalistiek gisteren : depolitisering en

ontzuiling 7In hedendaags perspectief7In historisch perspectief 8

Politieke journalistiek vandaag : commercialisering10Politieke journalist 13

Politieke journalist en politicus in wederzijdse aantrekking 13

Politieke journalist als gatekeeper14Politieke journalist sociologisch benaderd

16Politieke journalist en Vlaams Belang : on speaking terms?19

3

Page 4:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

Bibliografie24

ARTIKELENREEKS 27

Vlaams Belang vist achter het net 29

Logeren in de loge 33

“Magistraten moeten hun lidmaatschap van de loge openbaar bekendmaken” 37“Een VB’er kan misschien geen logelid worden, maar een logelid kan wel een VB’er worden” 39“Het initiatief komt van individuele broeders”

41“Van Cauwenberghe laat zich beter niet meer zien in een loge”

43P2 en de geheimzinnige discretie

44Logedienst weigeren bemoeilijkt carrièrekansen

48

Bibliografie50

4

Page 5:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

ACADEMISCHE INLEIDINGACADEMISCHE INLEIDING

5

Page 6:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

Media en politiekMedia en politiek

Media en politiek. Een topic dat liters inkt deed vloeien, een thema dat nog menige boekenplank zal vullen. Geen enkele confrontatie blijft zo brandend actueel en aantrekkelijk als het samenspel tussen politici en journalisten. Nu eens een meedogenloze clash, dan weer een intelligent steekspel, bij tijden een innige vrijage. Sommigen schetsen de confrontatie als een dans, waarin beide partners elkaar aantrekken en afstoten. Wie de dans leidt en wie er volgt, blijft een willekeurig gissen. De politicus wil vaak langer dansen dan de journalist lief is. De journalist trapt geregeld op de tenen van de politicus. Waarna de politicus bij een volgend dansverzoek talmt om op het voorstel in te gaan. De journalist werpt de politicus met een gevatte greep in de touwen. De politicus antwoordt met een barse repliek, gevloek in de wandelgangen of een woeste telefoon. Maar politicus en journalist keren altijd naar elkaar terug. Ze hebben elkaar nodig. Ze willen elkaar. Ze kunnen niet zonder elkaar. Ze vormen een professioneel koppel. Ze verlangen ernaar elkaar te domineren, macht te voelen en die uit te spelen. Te scoren ten koste van de ander. Kijken we naar hoe ze vroeger dansten. Zoeken naar de achtergronden van hun verstandhouding. Staan we stil bij de maatschappelijke context waarin ze bewegen. We focussen op de positie van de politieke journalist. We gaan in op het keurslijf waarin hij ooit genoodzaakt was te bewegen. We wijzen op de belemmeringen en evoluties die

6

Page 7:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

zijn vrijheid op de dansvloer vandaag beïnvloeden. We vermelden zijn individuele rol in de politieke berichtgeving, we benaderen hem vanuit een sociologische invalshoek. En we richten ons op zijn relatie met “die ene partij”.

Politieke journalistiekPolitieke journalistiekVoor we vanuit een academische invalshoek de positie van de hedendaagse politieke journalist tegenover de politicus bestuderen, halen we enkele belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen aan die de verhouding tussen beide spelers ontegenzeglijk in een bepaalde richting hebben geduwd. Politiek en journalistiek leven immers niet in een sociaal vacuüm. Ook de politicus en de journalist zoeken voortdurend elk hun eigen weg om zich in een razendsnel evoluerende maatschappij succesvol te blijven opwerpen. Op die weg lopen ze elkaar tegen het lijf, soms fel botsend, soms teder omhelzend. In elk geval is het van belang de trends, maatschappelijke ontwikkelingen en processen waarmee beide spelers vandaag te maken krijgen, in het achterhoofd te houden. We kunnen ze onmogelijk allemaal toelichten, maar halen alvast twee fundamenteel belangrijke ontwikkelingen aan die we op een wetenschappelijk

7

Page 8:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

verantwoorde manier omschrijven: de depolitisering en ontzuiling en de commercialisering van de media.

Politieke journalistiek gisteren: Politieke journalistiek gisteren: depolitisering en ontzuilingdepolitisering en ontzuiling

Om de concrete verstandhouding tussen politici en journalisten vandaag op een academisch verantwoorde manier in kaart te brengen, plaatsen we de verhoudingen tussen de media en de politiek alvast in een perspectief. Over media en politiek wordt immers vaak in het ijle gesproken, zonder dat goed en wel wordt beseft hoe het politieke systeem en het mediabestel in een land functioneren en gerelateerd zijn.

In hedendaags perspectiefEen beschrijving van het mediabestel en van het politieke systeem in ons land zou moeiteloos tientallen, zoniet honderden pagina’s in beslag nemen. Aan een alomvattende studie zullen we ons dan ook niet wagen.Wel interessant wordt het wanneer we het Belgische medialandschap1

en politieke bestel in perspectief plaatsen tegenover dat van andere landen die tot de Westerse cultuur behoren. De wetenschappers Hallin en Mancini kwamen immers tot de conclusie dat niet elk Westers land er, logischerwijs, hetzelfde medialandschap en hetzelfde politieke systeem op nahoudt. Na een onderzoek in achttien Westerse landen waarin beide onderzoekers de specifieke eigenschappen van 1 Merk op dat het ‘Belgische medialandschap’, waarover de wetenschappers Hallin en Mancini spreken, in de praktijk neerkomt op een Vlaamse en een Franstalige landschap die opmerkelijke verschillen vertoont. Wij concentreren ons in deze inleiding op de Vlaamse situatie.

8

Page 9:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

het geldende politieke systeem en mediabestel onder de loep namen, werden er drie basismodellen uitgewerkt. De interactiepatronen tussen media en politiek in elk van de bestudeerde landen komen met één van die modellen overeen. Het eerste type is het gepolariseerde, pluralistische mediamodel en komt voornamelijk in de landen rond de Middellandse Zee voor. Het tweede is het democratisch corporatistische model, typisch voor Noord – en Centraal-Europese staten. Het laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding tussen de Belgische media en de politiek steunt namelijk op een lange liberale traditie van persvrijheid die gepaard gaat met een sterke staatsinterventie in de media. Toch valt het op dat de staatscontrole van de openbare omroep ons land wel enigszins in de richting van het gepolariseerde, pluralistische model doet schuiven, voornamelijk getypeerd door een sterke invloed van de politieke partijen op de media en een late en uiterst snelle opgang van de commerciële omroep. Voorts werd het Belgische medialandschap in het verleden beïnvloed door een duidelijk aanwezige geschreven pers, die vandaag nog haar sporen nalaat in een “commentary-oriented journalism”. Niettemin ligt volgens de onderzoekers de nadruk in de hedendaagse journalistiek in België op neutrale, professionele berichtgeving die objectieve informatie overbrengt. Ook al staat de openbare omroep onder politiek toezicht, journalisten beschikken in België over een grote professionele autonomie.

Hallin en Mancini wijzen terecht op een belangrijk punt dat zonder twijfel ook voor de Belgische situatie geldt:

“[…] It is important to keep in mind that media systems are not static, but characterized by substantial historical change. Many argue, of course, that the main historical shift underway is essentially a convergence of European media systems to the Liberal Model, a change that has probably been underway for some time, but which has accelerated greatly since the commercialization of European broadcasting began in the 1980s. [...]” (Hallin & Mancini, 2004: 147)

Het medialandschap waarin de politiek vandaag aan bod komt, verschilt danig met dat van vroeger. De evoluerende mediawereld heeft een impact op de manier waarop politici en journalisten zich ten opzichte van elkaar opstellen. We moeten terug naar het verleden om te weten welke evolutie die verhouding heeft doorgemaakt. Slechts met de kennis van het verleden kunnen we de hedendaagse verstandhouding tussen journalist en politicus in het juiste kader schetsten.

9

Page 10:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

Wat Hallin en Mancini in een historisch perspectief “a convergence of European media systems to the Liberal Model” noemen, komt in de Vlaamse context in eerste instantie neer op het proces van ontzuiling dat de media hebben doorgemaakt. Na WO II raakte de samenleving in Vlaanderen immers sterk verzuild. De verzuilde maatschappij werd gekenmerkt door een organisatorische opdeling volgens ideologische en levensbeschouwelijke lijnen waarin de politieke partij de spin in het web vormde. Ook de media hebben hun plaats in dat type maatschappij gehad. In de eerste plaats focussen wij in deze inleiding op de geschreven pers.

In historisch perspectiefEls Witte zegt dat kranten in de 19e eeuw zijn ontstaan als opiniedagbladen die een hefboom voor machtsverovering betekenden, eerst op privaat en daarna op partijpolitiek initiatief. Hoewel krant en politieke partij na verloop van tijd niet langer door dezelfde personen werden geleid, bleven de banden vrij intens. Zowel de christelijke, socialistische en in mindere mate de liberale partij participeerden in vennootschappen en coöperatieven die de bestaanszekerheid van de krant uitmaakten, zoals dat lang het geval was voor het katholieke dagblad Het Volk en het socialistische De Vooruit. In beide voorbeelden bleef het redactionele beleid van de krant vrijwel ten volle geïnstitutionaliseerd. Naast zulke partijkranten bestonden er opiniekranten, zoals De Standaard en Het Laatste Nieuws, die weliswaar geen structurele banden met de partij of vakbond onderhielden maar hun politieke voorkeur niet onder stoelen of banken staken. Tot de jaren zestig werden kranten door politieke leiders beschouwd als “trouwe voertuigen van politieke boodschappen […] met het oog op het verdedigen van de partijbelangen” (Witte, 2002: 133). In navolging van de zuiledities van partijen, vakbonden of mutualiteiten werkten kranten van wieg tot graf mee aan de overkoepeling van de doelgroep, aan de uitbreiding van de reikwijdte van de zuil en aan het bevorderen van de zuilcohesie.

Vanaf de jaren zestig kwam de politieke ontvoogding van de media vanwege de politiek geleidelijk in een stroomversnelling. De evolutie kaderde in de langzaam maar zeker om zich heen grijpende ontzuiling. Wat de media betreft, onderscheidt communicatiewetenschapper Peter van Aelst in het Vlaamse ontzuilingsproces drie stadia. Hij fundeert en licht ze concreet toe door middel van de drie logica’s de wetenschappers waarmee Brants en Van Praag de evolutie van de media ten aanzien van de politiek duiden.

10

Page 11:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

In de manier waarop kranten in het verleden tot op vandaag hun politieke berichtgeving verzorgen maken Brants en Van Praag een onderscheid tussen wat ze zelf de “partijdige logica”, de “partijlogica” en de “medialogica” noemen. Oorspronkelijk brachten de media het politieke nieuws volgens een partijdige logica, waarbij de hechte en formele banden tussen het medium en de politieke partij centraal stonden. Elke krant vormde de spreekbuis van de partijtop. Van onafhankelijke journalistiek was geen sprake. Midden de jaren zestig evolueerde die partijdige logica geleidelijk naar een partijlogica, waarin de journalistiek zich geleidelijk begon te emanciperen, afstand nam van één partij en zich ging identificeren met de publieke zaak en de werking van het politieke systeem. Toch bleef er ondanks de kritischere berichtgeving een respectvolle benadering van politici bestaan, door Van Aelst een “sacerdotal approach” genoemd. Opvallend in de Vlaamse context was dat alleen de audiovisuele publieke omroep eind jaren zestig al het proces van partijdige naar partijlogica doormaakte. De geschreven pers zou dat pas eind jaren zeventig en begin jaren tachtig doen, waarbij het eerder om een afgezwakte partijdige logica dan een echte partijlogica ging.

De overgang naar de medialogica manifesteerde zich vanaf de jaren negentig, zowel voor de publieke omroep als de geschreven pers. De media gingen sindsdien hoe langer hoe meer hun eigen doelen gaan stellen om de concurrentie het hoofd te bieden. De kijk – en leescijfers werden de parameters van het beleid. Voor de journalist betekende de evolutie naar de medialogica dat hij zich assertiever begon op te stellen ten opzichte van de politicus. Hij wierp de onderdanigheid van zich af en liet zich niet langer gebruiken. De tijd dat de politicus of de partij de agenda dicteerde, was voorbij. De relaties tussen journalisten en politici raakten sinds die tijd stilaan uitgebalanceerd.

Het is van belang om in te zien dat het depolitiseringsproces de verhoudingen tussen de media en de politiek in Vlaanderen in sterke mate gewijzigd heeft: de directe macht van de politiek op de media is zo goed als verdwenen. De ontzuiling heeft onder andere de emancipatie van de Vlaamse journalistiek ten aanzien van de politiek mee mogelijk gemaakt.

11

Page 12:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

Politieke berichtgeving vandaag : Politieke berichtgeving vandaag : commercialiseringcommercialisering

De ontzuiling is niet de enige katalysator van de gewijzigde verstandhouding tussen media en politiek geweest. De factoren die het ontzuilingsproces binnen de Vlaamse samenleving concreet op gang brachten en de maatschappelijke trends en ontwikkelingen die de evolutie ervan in de hand werkten, laten we hier achterwege. Ze zouden ons te ver van ons oorspronkelijke opzet afleiden.

We moeten wel voor ogen houden dat het ontzuilingsproces de journalistiek in Vlaanderen niet in absolute zin geëmancipeerd heeft. De journalistiek heeft zich dan wel uit haar politieke keurslijf weten los te wringen, het betekent niet dat journalisten sindsdien vrij en ongebonden hun beroep uitoefenen. De afnemende politieke invloed werd enigszins “gecompenseerd” door een toename van de commerciële druk. Al in stelde de Amerikaanse mediaresearcher John McManus dat de journalistieke berichtgeving in diverse opzichten steeds vaker volgens het economische marktmodel functioneert :

“[...] The reader or viewer is now a customer. The news is a product. The circulation or signal area is now a market. […]” (McManus, 1994: 1).

Terwijl het evident leek dat de depolitisering van de media gevolgen zou hebben voor de verstandhouding tussen journalisten en politici, is dat wat de commerciële druk betreft misschien minder het geval. Toch heeft ook de toenemende commercialisering een impact op het werk van de journalist. Enerzijds manifesteert het fenomeen zich binnen de mediasector zelf, die met minder middelen graag meer winsten wil boeken. Anderzijds is dat winstbejag ook een gevolg van de gewijzigde vraag van het publiek. Een duidelijke omschrijving van het begrip commercialisering vinden we opnieuw bij McManus:

“[...] It is a process by which media structures and contents come to reflect the profit-seeking goals of media industries and are governed by market considerations [...]” (McManus, 1994: 23)

12

Page 13:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

Communicatiewetenschapper Steven Paulussen stelt dat de commerciële druk op de journalistiek voortkomt uit het feit dat de winstcijfers van elk medium zo primordiaal geworden zijn. In de mediasector wordt immers niet alleen winst geboekt dankzij de verkoop van een kwaliteitsvol mediaproduct, maar ook en vooral dankzij de inkomsten die uit de reclame worden gepuurd. Advertenties zijn van levensbelang voor een krant, ze zorgen voor het leeuwendeel van de inkomsten.2 Het impliceert meteen dat een krant zowel aan de wensen van haar lezers als aan die van haar adverteerders moet voldoen. Paulussen spreekt over een “dualiteit”, in die zin dat het medium handel drijft met consumenten enerzijds en adverteerders anderzijds. Om de twee doelgroepen te bevredigen, worden volgens John McManus de belangen van beide zoveel mogelijk op elkaar afgestemd. Concreet is het de media-inhoud die wordt afgestemd op de doelgroepen die de adverteerders wensen te bereiken. Vermits de politieke berichtgeving van een krant een essentieel onderdeel vormt van die media-inhoud, zal ze dus eventuele aanpassingen op maat van de lezer mee ondergaan.

Media proberen bovendien bij zoveel mogelijk “klanten” in de smaak te vallen. Een groter lezersbereik staat nu eenmaal synoniem voor meer inkomsten. Ook die ontwikkeling heeft mee een impact gehad op de inhoud van de politieke berichtgeving. Paulussen spreekt in die context van een “stijgende inhoudelijke homogenisering”. Om de groep potentiële “klanten” in geen geval te verengen, hoeden kranten zich er steeds vaker voor om geen duidelijk uitgesproken politieke standpunten in te nemen die een afstotend effect kunnen hebben. Volgens Els Witte zoeken kranten de “grootste gemene deler” op.

De verzachtende toon van politiek scherp afgetekende standpunten is dus bedoeld om zoveel mogelijk lezers aan te trekken door hen zeker niet tegen zich in het harnas te jagen. Maar ze is ook zuiver het gevolg van de gewijzigde smaak van diezelfde lezer. Daar waar de lezer ten tijde van de partijlogica een partijgebonden en militante berichtgeving wenste en ook kreeg voorgeschoteld, wil hij daar sinds het begin van de jaren negentig niet langer van weten. Die afwending is het gevolg van de lossere banden tussen het hoger geschoolde en

2 Dat werd ons in een gastcollege bevestigd door Peter Vandermeersch, algemeen hoofdredacteur van mediagroep Corelio NV, op 3 maart 2006 aan de Lessius Hogeschool. Maar we zijn er ons ook van bewust dat met de opkomst van het internet de reclame-inkomsten van advertenties in een dalende trend zitten. Journalist Eric Rinckhout (De Morgen) verklaarde dat de beslissing van warenhuisketen Delhaize om geen krantenadvertenties meer te plaatsen voor de krant voelbare financiële gevolgen heeft.

13

Page 14:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

steeds beter geïnformeerde electoraat en de diverse politieke partijen. Het stemmen “uit gewoonte” en bijgevolg ook het consumeren van het partijgebonden medium “uit gewoonte” kalfde af. De lezer ging een informatieve en neutrale verslaggevingsstijl verkiezen. In plaats van overtuigd wilde hij sindsdien in eerste instantie geïnformeerd worden.

Dit punt stelt met andere woorden een raakpunt voor. Aan de ene kant merken we de opkomst van commerciële wetten op, aan de andere kant noteren we met de wijzigende vraag van de lezer één van de grote oorzaken van de depolitisering van het medialandschap. Het bewijst dat beide fenomenen in sterke mate met elkaar verstrengeld zijn. We vermelden nog dat het commercialiseringsproces ook andere gevolgen voor de politieke nieuwsinhoud met zich heeft meegebracht. Zo lezen we bij Pierre Bourdieu over de opgang van de faits divers die voor afleiding zorgen (“Les faits divers font diversion”), waarbij het meestal gaat om feiten waarover een algemene consensus heerst3.

Heeft de commercialisering nu een negatieve invloed op de kwaliteit van de hedendaagse politieke berichtgeving? Die vraag kunnen we nauwelijks eenduidig beantwoorden. Peter Van Aelst stelt alvast dat de media “onmiskenbaar volgens een eigen publieksgerichte logica werken, maar hun taak als cruciale informatieverschaffers voor de kiezers daarbij niet lijken te verwaarlozen” (Van Aelst, 2006: 222). In zijn onderzoek analyseerde hij de inhoudelijkheid van de politieke berichtgeving ten tijde van de federale parlementsverkiezingen in 2003. De hypothese dat spannende en leuke verhalen het in verkiezingscampagnes zouden halen op informatie over issues en beleid is niet werkelijkheid geworden. Het inhoudelijke nieuws was zowel in de kranten als op televisie sterker vertegenwoordigd dan horse race4 en hoopla-berichten5. Veelzeggend is de laatste alinea waarmee Van Aelst zijn besluit over het onderzoek afrondt :

3 Ook de Vlaamse openbare omroep VRT stelt dat nieuws niet alleen datgene is wat belangrijk is, maar ook datgene wat belangwekkend is. Dat werd ons bevestigd door VRT-radiojournalist Marc Morren. Hoewel die stelregel vooral voor audiovisuele media geldt, zien we een gelijkaardige evolutie in de geschreven pers. 4 Horse race-nieuws is nieuws dat verwijst naar de strijd in de politieke verkiezingscampagne. Het betreft hier berichten over bijvoorbeeld opiniepeilingen, speculaties, aanvallen op partijen, of van partijen onderling, commentaar op de winsten en verliezen van de partijen en mogelijke regeringscoalities. (Van Aelst, 2006: bijlage 1, xxvii)5 Met hoopla-berichten bedoelt men het nieuws waarin de nadruk wordt gelegd op campagnerituelen. Dat heeft betrekking op de niet-inhoudelijke campagneactiviteiten van meestal de lijsttrekker of andere bekende kandidaten. (Van Aelst, 2006: bijlage 1, xxvii)

14

Page 15:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

“[…] De commerciële druk neemt toe, maar dat weerspiegelt zich niet altijd even duidelijk in de verslaggeving. Dat heeft allicht te maken met tegengestelde invloeden. Van de politiek bijvoorbeeld die vraagt (eist?) om ook zijn inhoudelijke boodschap te kunnen verkondigen. Of van het publiek misschien. Dat verlangt dat het nieuws over de politiek ook geloofwaardig en degelijk is. Kwaliteit en commercie zijn immers niet noodzakelijk met elkaar in tegenspraak.” (Van Aelst, 2006: 224)

Politieke journalistiekPolitieke journalistiek

Politicus en journalist in een wederzijdse aantrekking

15

Page 16:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

Omdat we ons in dit werkstuk in eerste instantie op de positie van de politieke journalist richten, gaan we na op welke manier die journalist omgaat met de hierboven beschreven ontwikkelingen. Hoe verhoudt de hedendaagse politieke verslaggever – met het ontzuiling achter de rug en de commercialisering in volle gang – zich tot de politicus? Welke rol speelt de politieke journalist in de verslaggeving? Hoe vervult hij die rol precies? Welke factoren beïnvloeden hem daarin?

We keren terug naar het stadium van de medialogica van de wetenschappers Brants en Van Praag die de werking van het hedendaagse medialandschap een theoretisch kader verschaft. In die medialogica, die de overgang van een politiek-ideologische naar een commercieel-industriële vorm van mediabevoogding voorstelt, zien we dat de journalist zich minder onderdanig en assertiever ging opstellen tegenover de politicus, die in vroegere tijden nochtans zijn broodheer was geweest. De journalist is kritischer, actiever, dynamischer geworden. Hij gaat zoveel mogelijk uit van een eigen manier van werken.

De samenwerking met de politicus creëert daarin volgens het onderzoek van Peter Van Aelst wel eens spanningen. De contacten tussen journalisten en politici blijven intens, maar in plaats van ideologische overtuigingen liggen tegenwoordig wederzijdse belangen en persoonlijk vertrouwen aan de basis ervan. Spanningen ontstaan wanneer de politicus zich door de journalist opgejaagd voelt. Tegelijk ziet de journalist in de houding van de politicus geregeld een machtsspel waarvan hij zich het slachtoffer acht. Els Witte stelt dat de journalist desondanks nog altijd afhankelijk blijft van de politicus die een belangrijke bron, zoniet de belangrijkste – want rechtstreekse – bron van politieke informatie vormt. Het is voor de goede journalist dan ook levensbelangrijk om door te dringen tot het informele circuit van het politieke milieu. Voor topjournalisten is dat meestal geen probleem. Dankzij hun bekendheid krijgen ze vrije toegang tot ministers en kabinetsmedewerkers. Een wetenschappelijke nota van de UA-onderzoeksgroep M2P wees recent alvast uit dat er een hechte band bestaat tussen journalisten en (een kleine groep) politici. Ze hebben elkaars persoonlijk gsm-nummer, spreken elkaar vaak in de wandelgangen, op recepties en lunches en beschouwen elkaar in sommige gevallen ook als vrienden. Journalisten en politici raken op die manier gelieerd, ze schatten elkaars invloed probleemloos in en weten elkaars machtspositie in eigen voordeel uit te spelen. Witte spreekt in die context van een “symbiotische relatie tussen journalist en politicus”.

Maar de relatie heeft ook een niet te verwaarlozen impact op de nieuwsverstrekking. Een journalist moet ook na de publicatie van een

16

Page 17:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

artikel of de uitzending van een programma nog dezelfde informele contacten met de politicus kunnen onderhouden. Als hij uiterst kritische informatie of controversiële gegevens in handen krijgt, moet hij daar omzichtig mee omspringen en ze indien nodig niet openbaar maken. Het gaat volgens Els Witte om een “ideologische consensus” tussen politicus en journalist, die de positie van de journalist daarom niet per se hoeft te reduceren tot onderdanigheid. De politieke journalist behoudt immers zelf de ruimte om te manoeuvreren. Hij weet dat de politicus met hem een goede relatie wil, omdat die hem nu eenmaal ook nodig heeft. Politici proberen via de pers niet alleen bekend te worden, ze proberen ook rechtstreeks en efficiënt politiek te bedrijven. Bijvoorbeeld wanneer politici in gevoelige kwesties een compromis op het oog hebben, schakelen ze de media vaak in om tussenoplossingen acceptabel te maken zonder dat het al te doorzichtig wordt. De politicus probeert zo de haalbaarheid van een gelanceerd voorstel in te schatten, en dus ook in feite zijn eigen doelstellingen te dienen. In de praktijk komt dat vaak neer op het selectief versturen van mededelingen, het lekken van geheime dossiers op het gepaste moment, het naar buiten brengen van inside information als die de politicus goed uitkomt, enz. Journalisten functioneren volgens Els Witte op die manier vaak als een eerste klankbord van politici. Ze reageren op voorstellen, schatten mogelijke negatieve reacties in en vormen een soort referentiekader van de politicus. Inherent aan dat strategisch-tactische spel is uiteraard een heuse geruchtencarrousel, die met zich meebrengt dat journalist en politicus slechts kunnen standhouden dankzij een gefundeerde vertrouwensrelatie. Beide actoren hebben elkaar met andere woorden dagdagelijks nodig om hun doelstellingen te verwezenlijken.

Politici lijken zich alvast niet te storen aan die “informele, bijna vriendschappelijke band” met de media, zoals de UA-onderzoeksgroep M2P de relatie noemt. M2P besluit evenwel dat een grote groep journalisten toch meer afstandelijkheid verkiest. Journalisten schatten de relatie eerder als professioneel in en beschouwen de vele contacten als een gevolg van politici die onophoudelijk het initiatief nemen en hengelen naar media-aandacht.

Politieke journalist als gatekeeperZoals uit de vorige alinea blijkt, spelen politieke journalisten allerminst de rol van onzichtbare figurant in de mediastrategie die politici hanteren. Als journalisten worden ingeschakeld om de – in België erg geliefde – compromissenpolitiek te bedrijven, kunnen we

17

Page 18:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

ons niet van de indruk ontdoen dat ze niet echt onafhankelijk en autonoom functioneren. Sommigen zien politieke verslaggevers in zulke gevallen al snel als de lakeien van de Wetstraat6. Toch is dat beeld niet correct. De hedendaagse politieke journalist heeft wel degelijk meer autonomie verworven en meet zich zelfs geregeld een interpreterende rol aan.

Alvorens we op die interpreterende rol ingaan, bekijken we de politieke journalist even door een zuiver communicatiewetenschappelijke bril. We focussen op de journalist als gatekeeper (“poortwachter”). De metafoor werd voor het eerst gebruikt in 1947 door de Amerikaanse professor Kurt Lewin die zijn “theory of channels and gate keepers” ontwikkelde om te analyseren hoe binnen een gemeenschap de voedingsgewoonten gewijzigd konden worden. Hij beschreef de manier waarop voedsel via een “channel” verschillende “sections” moet passeren alvorens het op tafel komt:

“The entrance to the channel and to each section is a ‘gate’, and movement within the channel is controlled by one or more ‘gatekeepers’ or by a set of impartial rules. [...] This situation holds not only for food channels but also for the travelling of a news item through certain communication channels in a group [...].” (Lewin, 1947: 145)

De Amerikaanse communicatiewetenschapster Pamela J. Shoemaker paste Lewins terminologie toe op de media. Termen als “channel”, “section” en “gate” maken volgens haar deel uit van een proces waarin voor de “gatekeeper” een centrale rol is weggelegd. De “sections” stellen de fases voor die een gebeurtenis of nieuwsfeit moet doorstaan om door een medium (“channel”) als nieuwsitem te worden opgenomen. De “gate” is het moment waarop door de “gatekeeper” beslist wordt of het nieuwsfeit van de ene “section” naar de andere kan gaan. Gatekeeping is met andere woorden een vorm van selecteren, van filteren op basis van keuzes die bepalen of een gebeurtenis een nieuwsitem wordt. De keuzes zijn afhankelijk van organisatorische en inhoudelijke criteria. Zo slaat organisatorische gatekeeping op structurele factoren zoals de technische mogelijkheden en infrastructuur van het medium, het tijdsschema waarin de journalist werkt en de (in)formele hiërarchie die er tussen de journalisten van een medium bestaat. Als een nieuwsfeit of gebeurtenis niet door die structurele factoren is weerhouden, wordt het onderworpen aan de inhoudelijke gatekeeping. Die selectievorm zal aan de hand van

6 De beeldspraak namen we over van Daniël Buyle, die in 1986 het boek De lakeien van de Wetstraat: schets van een journalistiek en politiek milieu (Leuven: Kritak) publiceerde.

18

Page 19:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

criteria het nieuwsfeit screenen op zijn kwaliteit en nieuwswaarde. Zo vormen de omvang van de gebeurtenis, de betekenis ervan voor het doelpubliek en de suspense die de gebeurtenis opwekt belangrijke criteria.

Het feit dat journalisten de rol van gatekeeper opnemen is volgens Els Witte een rechtstreeks gevolg van de autonomie die ze hebben verworven:

“[…] Dat journalisten selectief kunnen optreden, is het rechtstreekse gevolg van de journalistieke autonomie. Die autonomie stelt hen immers in staat al dan niet, weinig of veel aandacht te besteden aan personen, gebeurtenissen en onderwerpen. Zonder vorm van kritiek en zonder dat er een openbaar debat op volgt, verkeren journalisten namelijk in de mogelijkheid exclusieven te hebben ten aanzien van bepaalde personen of organisaties, en kunnen sommige onderwerpen door hen zelfs genegeerd worden […].” (Witte, 2002: 170).

Een interessante vraag die zich op dit punt opdringt, is de volgende: Welke criteria of nieuwswaarden worden vandaag door de politieke journalist in de rol van gatekeeper gehanteerd om sommige feiten tot nieuws te promoveren en andere buiten beschouwing te laten?

Het recente onderzoek van Peter van Aelst rond de berichtgeving over de verkiezingscampagne in 2003 brengt ons misschien al een stap verder. Van Aelst verwijst daarin naar zijn college Dennis McQuail, die nieuwswaarden beschrijft als “widely held and stable views about what is likely to interest the news public on grounds of relevance and intrinsic interest” (McQuail, 2000: 214). Het gatekeepen bestaat uit de toepassing van collectieve routinewaarden die vooraf bepaald en vastgelegd zijn. Vooraleer we de belangrijkste selectiecriteria vermelden, verwijzen we nogmaals naar Els Witte die immers stelt dat de manier waarop journalisten aan gebeurtenissen nieuwswaarde toekennen bepaald afhankelijk is van een “globaal sociaal-psychologisch proces” dat ze doormaken. Nieuws ontstaat op basis van algemeen geldende sociaal-psychologische mechanismen die de journalist ondergaat. Op die stelling komen we nog terug.

Laten we eerst even bij de selectiecriteria stilstaan die politieke journalisten hanteren. Het belangrijkste criterium waaraan een politicus moet voldoen om in de kijker te lopen is een machtspositie uitoefenen. De notie van de macht levert voornamelijk regeringsleden een mediabonus op, in de eerste plaats de premier die zelfs van een kanseliersbonus geniet. Toch blijkt massale aandacht voor één persoon – of een partij – niet altijd een voordeel, omdat de aandacht

19

Page 20:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

even vaak een negatieve toon kan hebben, zoals dat in 2003 het geval was voor Isabelle Durant van de Franstalige partij Ecolo7. Een andere onmiskenbare nieuwswaarde blijkt de niet-politieke bekendheid te zijn. Zo komen BV’s en ook zonen en dochters van bekende politici vaker in de media. Verder erkent Van Aelst dat er nog andere nieuwswaarden een rol spelen bij de benadering van politici, maar dat die moeilijk empirisch aantoonbaar zijn. Ludieke acties bijvoorbeeld leveren in de meeste gevallen wel de gewenste media-aandacht op. En ook persoonskenmerken als charisma, fysieke aantrekkelijkheid en communicatievaardigheden kunnen eveneens een rol spelen in het gatekeeping-proces8.

Mogelijk ontstaat hier de indruk dat het alleen de wetten van de media zijn die de selectiecriteria dicteren op basis waarvan journalisten aan de slag gaan. Maar dat is in de praktijk zeker niet het geval. Van Aelst concludeert in zijn onderzoek dat de partijlogica verre van helemaal door de medialogica verdrongen is. Journalisten proberen voortdurend een evenwicht na te streven in de tijd en ruimte die ze de politici van diverse partijen bieden. Ze zijn zich perfect bewust van de kritiek die zou volgen mocht een bepaalde partij of politicus over – of onderbelicht worden. De media zijn er als de dood voor om het etiket “partijdig” opgeplakt te krijgen. Kortom, eerder dan dat de medialogica de partijlogica helemaal weggedrukt heeft, houden beide fenomenen elkaar eerder in evenwicht.

Politieke journalist sociologisch benaderd

We mogen intussen moeiteloos stellen dat politieke journalisten gaandeweg op een meer en meer autonome manier hun beroep zijn gaan uitoefenen. Hoewel ze nog steeds op hun hoede zijn om een onpartijdig evenwicht tussen de diverse politieke kampen te bewaren, kiezen ze op basis van collectief gedeelde nieuwswaarden zelf welke politicus en welke partij er meer of minder aandacht krijgt.

7 Recentere voorbeelden van toppolitici die door een massaal gerichte media-aandacht op hun persoon (al dan niet overdreven) negatief in de spotlights liepen, zijn Patrick Dewael (Open Vld) in de zaak-Fehriye Erdal, Laurette Onkelinkx (PS) na de ontsnapping van 28 gevangenen uit de gevangenis van Dendermonde en Freya Van den Bossche (SP.A) in de rel rond de stookoliefactuur. 8 Bijvoorbeeld Frank Vandenbroucke (SP.A) is dankzij zijn communicatievaardigheden geliefd bij journalisten, eenvoudigweg omdat hij complexe politieke materie steeds op een heldere manier onder woorden brengt en het werk van de journalist vergemakkelijkt.

20

Page 21:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

Tegelijk zien we dat politieke verslaggevers geregeld in de huid van de politieke analist kruipen. Terwijl reporters vroeger een soort passief doorgeefluik waren die – behoudens de intro en de outro van het journalistieke stuk – nauwelijks een betekenisvolle bijdrage leverden, spelen ze vandaag zowat de rol van regisseur in hun journalistieke stukken. Een objectieve weergave van de feiten bestaat vaak uit een verhaal waarin de quotes van de politicus het ruwe materiaal – als het ware de kapstokken – vormen, waarrond de journalist een voor hem zo objectief mogelijke versie van de feiten weeft. Het is evenwel de journalist die het nieuwsitem kadert en het in combinatie met reacties in een perspectief plaatst9. De journalist neemt bovendien geregeld afstand van de feiten en probeert ze te analyseren en te duiden. Hij licht het waarom van politieke verklaringen toe. Volgens de Britse mediaspecialist Patterson kadert die evolutie in de overgang van een beschrijvende vorm van journalistiek naar een interpreterende vorm van journalistiek, waarin de politieke journalist voornamelijk de achterliggende motieven en strategie van de politicus wil blootleggen. Journalisten brengen niet langer louter het verslag, ze interpreteren ook zelf de feiten. Peter Van Aelst meent evenwel dat deze interpretatiejournalistiek nog geen vaste ingang gevonden heeft in Vlaanderen. Het is bijvoorbeeld lang nog geen routine dat journalisten als deskundigen worden uitgenodigd in een journaal of duidingsprogramma. Toch zien we het fenomeen steeds vaker opduiken. Niet alleen wat (inter)nationale politieke aangelegenheden betreft, maar ook in andere nieuwstakken zoals sport, cultuur en wetenschap10. 9 Nieuws wordt volgens Bart Pattyn met andere woorden ‘gemaakt’, het is geen passieve weerspiegeling van wat zich in de samenleving voordoet. Door de opbouw van een stuk, de woordkeuze en de montage van het beeldmateriaal en interviews wordt door de journalist een bepaalde context gecreëerd. Door zulk specifiek nieuws te maken nemen journalisten volgens Pattyn dan ook hun publieke taak op: “Door zaken te focussen maken ze machtsstructuren transparant, maken ze particuliere problemen zichtbaar, stellen ze specifieke ideeën en visies in het daglicht en dragen ze bij tot een zo breed mogelijke democratie.” (Pattyn, 2006: 129). 10 Een ander fenomeen dat tegenwoordig de kop opsteekt – voornamelijk sinds de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2006 – is dat van de politicologen die worden uitgenodigd in politieke debatten en om verkiezingsuitslagen en peilingen te interpreteren. Er werd nog geen wetenschappelijk onderzoek naar verricht, maar het is in deze context wel het vermelden waard. De Vlaamse reclameprofessional en campagnemaker Wim Schamp bleef er alvast niet blind voor: “[…] Het politieke landschap in de media is de laatste tien jaar ingrijpend veranderd. Vroeger vormde de politici het middelpunt van de actie. Vervolgens namen ‘opiniemakers’ zoals Siegfried Bracke en Yves Desmet de regie van spektakel over. Maar inmiddels is met politicologen zoals professor Carl Devos nog een andere kaste van kenners op het toneel verschenen. […] De politici zijn

21

Page 22:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

Of de hedendaagse politieke verslaggever eerder een beschrijvende dan wel een interpreterende vorm van journalistiek uitoefent, is voornamelijk van belang in het licht van de sociologische invalshoek op de politieke berichtgeving. Als immers blijkt dat de journalist door zijn sociale achtergrond, persoonlijke overtuigingen en waardeoordelen beïnvloed wordt, dan zullen de berichtgeving over en vooral de interpretatie van feiten ook een persoonlijke inslag krijgen.

Toen de communicatiewetenschap het begrip gatekeeping in de jaren vijftig als een studieobject oppikte, werd aanvankelijk het onderscheid gemaakt tussen de individuele journalist en het medium als gatekeeper. Sommigen meenden dat een medium een monolithische organisatie was waarin alle journalisten collectief als één gatekeeper handelden. Maar die stelling hield niet lang stand. Het werd snel duidelijk dat individuele meningen en persoonlijke waarden een aanzienlijke rol speelden in de selectie van nieuws. Kurt Lewin, vader van de gatekeeping-metafoor, wees op de “psychological factors influencing the person who controls the channels” en deelde de factoren op in “cognitive structures” en “motivation” (Lewin, 1947: 145). De cognitieve structuren verwezen naar de bewoordingen waarin journalisten spraken en dachten over iets en naar de motivatie naar hun waarden en behoeften. Uit Lewins onderzoek bleek toen al dat de mate waarin journalisten verschillen in het nemen van beslissingen (gatekeeping) rechtstreeks afhankelijk was van de diverse ervaringen, interesses en vooroordelen die ze erop nahielden. In dezelfde lijn tonen recentere studies aan dat de politieke voorkeur van de journalist een invloed heeft op de berichtgeving, hoewel de mate waarin dat zou zijn moeilijk meetbaar is. Toch komen de verscheiden meningen van journalisten die zich eerder links dan wel rechts van het politieke spectrum bevinden in studies meestal aan het licht. En algemeen besluit mediaspecialist Patterson dat de persoonlijke politieke overtuiging de berichtgeving niet zozeer kleurt, maar eerder overschaduwt.

Het is Els Witte die terecht de aandacht vestigt op het onderzoek dat vanuit de sociologie naar de maatschappelijke functie van de journalist werd gevoerd. Het interessante resultaat ervan geeft de journalist een eigen plaats in de diverse geledingen binnen de maatschappij. De journalist wordt in de sociologie historisch voorgesteld als een lid van de intelligentsia. Die intelligentsia maakte haar opgang toen in de achttiende eeuw, ten tijde van de Verlichting, het burgerlijke kapitalisme de Europese samenleving ging overheersen. De ratio kwam centraal te staan en de intellectuelen in dat spektakel ocharme nog gelegenheidsacteurs, poppetjes in de poppenkast […] ” (Gazet van Antwerpen, 2 juni 2007).

22

Page 23:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

hadden de functie om de redelijkheid in alle maatschappelijke klassen uit te dragen. Toegepast op de politiek kwam het erop aan om de politieke machtsstrijd voor te stellen als een confrontatie van rationele ideeën, waarin de redelijke discussie het haalde op de strijd om de macht. De intellectueel moest de politiek voor iedereen toegankelijk maken. Ten aanzien van de sociale klassen stond de intellectueel aan de “periferie”, in die zin dat hij onophoudelijk met de verschillende standen in contact kwam. Sociaal-economisch behoorde hij tot de middengroepen, cultureel hoorde hij dan weer bij de elite thuis. Zijn graad van ontwikkeling evolueerde bovendien mee met die van de samenleving. De intellectueel kon ‘vooraanstaand’ en ‘ondergeschikt’ zijn, waarbij de eerste zich focuste op de ontwikkeling van politieke ideologieën en de laatste zich op de vulgarisering en verspreiding van die ideeën concentreerde. Volgens sociologen vinden de eigenschappen van de politieke journalist hun oorsprong in de ‘ondergeschikte intellectueel’.

Het sociale profiel van de hedendaagse journalist komt immers in sterke mate overeen met dat van de ‘ondergeschikte intellectueel’. Hoewel de sociale status van de journalist lange tijd vrij laag bleef, is die recentelijk gestegen dankzij het opleidingsniveau en het hogere inkomen. Els Witte kent de politieke journalist momenteel een “upper-middle class-positie” toe, waarbij de topjournalisten zelfs in de elite van het politieke establishment thuishoren. Politieke journalisten blijken tegenwoordig inderdaad steeds vaker hoog opgeleid. Het welbekende onderzoek van de Universiteit van Gent uit 2003 naar het profiel van de Vlaamse beroepsjournalist toont dat de helft van de journalisten toen over een universitair diploma beschikte. De stijging van het opleidingsniveau heeft met zich meegebracht dat de hedendaagse journalist een uitgebreidere achtergrond en een scherper analytisch vermogen heeft gekweekt. De hoogopgeleide journalist is kritischer ingesteld, heeft een homogenere visie op de samenleving, is meer sociaal gemotiveerd en vertoont een sterkere betrokkenheid.

Ten slotte richten we ons ook op de politiek-ideologische voorkeuren. We zeiden dat volgens Patterson de politieke overtuiging van de verslaggever diens journalistieke product niet echt zou kleuren, maar er wel als een schaduw overheen zou hangen. De uitgevoerde studies naar de politieke overtuiging van journalisten komen steevast tot het besluit dat de meerderheid van hen zichzelf in het progressieve, linkse en liberale kamp situeert, tegenover een minderheid van de journalisten die zich conservatief noemt. In 2003 typeerde 77,3% van de Vlaamse journalisten zichzelf als progressief, tegenover 16% in het centrum en 7% conservatief. Een peiling naar de kiesintenties van journalisten in de federale verkiezingen van 2003 toonde dat maar

23

Page 24:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

liefst 41,7% voor SP.A-Spirit en 29,1% voor het groene Agalev zou stemmen. VLD kreeg 21,6% achter haar naam, CD&V en N-VA elk rond de 8% en Vlaams Belang 2,7% (De Bens, De Clercq en Paulussen, 2003). De progressieve preferenties van de politieke journalist liegen er dus niet om.

Politieke journalist en Vlaams Belang : on speaking terms ?

Gerolf Annemans, fractieleider in de Kamer van Vlaams Belang, deed op 30 juni 2005 in zijn wekelijkse column de volgende opmerkelijke uitspraak :

“[…] Zo zou u het [interview met Luc Vander Kelen in Humo nr. 3381 van 21 juni 2005] alleen al eens moeten lezen om een zeer onthullende inkijk te noteren over hoe machtspolitici omgaan met journalisten en over hoe ‘close’ die twee soms zijn. Het is voor mij nog altijd een wondere wereld als ik daar iets over verneem, omdat ikzelf toch maar in slechts heel uitzonderlijke omstandigheden zo vertrouwelijk, laat staan vriendschappelijk met journalisten omga en vice versa. Er is door een van de vele bij-effecten van het cordon sanitaire gewoon te weinig ruimte om vertrouwen op te bouwen. Een journalist die zoiets doet, kan zijn carrière wel opplooien en dus laten ze gewoonlijk met een of andere uithaal of veroordeling van mijn partij aan hun omgeving voelen dat ze nog altijd ‘clean’ zijn. Contacten met journalisten zijn voor ons in het beste geval gekaderd in een professionele verhouding. Ik weet welke journalisten correct omgaan met het Vlaams Belang en welke niet of zelfs integendeel. […]” (Annemans, 2005).

Annemans geeft in de column een opvallend verhelderend beeld op de relatie tussen de politieke journalist en de partijleden van Vlaams Belang. Hoewel de politicus tot de partijtop van Vlaams Belang behoort – en we gaan ervan uit dat toppolitici in het algemeen de meeste perscontacten hebben – zegt hij er geen hechte relaties met politieke journalisten op na te houden. De reden daarvan is het cordon sanitaire dat rond zijn partij werd aangelegd. Dat cordon berust op een plechtige afspraak van alle Vlaamse partijen om onder geen enkele voorwaarde en op geen enkel bestuurlijk niveau met Vlaams Blok samen te werken. Annemans wijt de povere vertrouwensrelatie met de pers aan een “bij-effect” van dat cordon.

Wetenschappelijk onderzoek van de UA-onderzoeksgroep M2P naar de interactie tussen politici en journalisten, naar het hoe en het waarom van hun relatie toont evenwel dat er van een zogenaamd “cordon médiatique” rond Vlaams Belang geen sprake is. Vlaams Belang komt

24

Page 25:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

heeft vast en zeker haar plaats in de berichtgeving. De partij wordt niet genegeerd door de journalisten. Toch zien we dat de partij niet dezelfde behandeling geniet als andere partijen. Volgens onderzoek van Peter Van Aelst kreeg Vlaams Belang in de verkiezingscampagne van 2003 zowel in de televisiejournaals van VTM en VRT als in vier Vlaamse kranten (De Standaard, De Morgen, Het Laatste Nieuws en Gazet van Antwerpen) ongeveer 6% van de totale media-aandacht toebedeeld11. Dat is weinig in verhouding met de andere oppositiepartij van toen, CD&V (gemiddeld 18,4% op tv en 14,4% in kranten), en de regeringspartijen Agalev (12,5% op tv en 10% in kranten), SP.A-Spirit (19,3% en 21,5%) en VLD (27% en 25,4%). We kunnen daarom gerust van een ondervertegenwoordiging van Vlaams Belang in de media spreken, waarvan de oorzaken divers zijn. Om te beginnen is er de machtslogica, die oplegt dat wie niet aan de macht is onherroepelijk minder nieuwswaardig wordt. Toch springt dan in het oog hoe ver de hoeveelheid aandacht verwijderd blijft van de hoge electorale partijscore van Vlaams Belang. Een tweede reden valt bij de partij zelf te zoeken, die haar communicatie erg centraal en rigide laat verlopen. De kopstukken eisen alle aandacht op, waardoor het leeuwendeel van de VB-mandatarissen zo goed als onbekend blijft. Een derde oorzaak ligt volgens Van Aelst dan weer bij de journalist, die de standpunten van Vlaams Belang te extreem vindt en zich terughoudend opstelt om de partij een forum te bieden. Het is de derde oorzaak die bewijst dat de persoonlijke overtuigingen en waardeoordelen – zoals in het vorige onderdeel werd aangebracht – wel degelijk een rol spelen in de berichtgeving van elke journalist over de partij.

Naast een ondervertegenwoordiging in de media-aandacht valt ook op dat de interactie tussen journalisten en Vlaams Belangparlementsleden op een veel lager pitje staat dan de contacten met leden van andere partijen. Daar waar de parlementsleden van andere partijen enkele keren per maand in contact komen met de media – bij de kopstukken ligt dat aantal (begrijpelijkerwijs) hoger – heeft twee op de drie VB-parlementsleden slechts één keer per maand of nog minder contact een perscontact, terwijl dat bij een beperkt aantal onder hen dan weer meerdere keren per week is. Dat laatste heeft tot het ontegensprekelijke gevolg dat steeds dezelfde mensen in de media aan bod komen12. Die vaststelling is volgens M2P

11 Op televisie worden VB-politici bovendien minder vaak geïnterviewd en duidelijk minder lang aan het woord gelaten. Ze komen wel geregeld indirect aan het woord, onder meer door het tonen van een toespraakfragment op een meeting en congres. 12 Het gaat om de Vlaams Belang-trojka Filip Dewinter-Frank Vanhecke-Gerolf Annemans. Merk op dat andere – vrouwelijke – leden van de partijtop, zoals

25

Page 26:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

“waarschijnlijk deels het gevolg van een bewuste strategie van de partij om het merendeel van de communicatie door enkele topfiguren van de partij te laten doen”, iets wat door partijleden van Vlaams Belang ontkend wordt13. En ook omgekeerd is er in geen geval sprake van een intense band tussen journalisten en VB’ers. Bijvoorbeeld in de maanden september, oktober en november 2006 nam slechts 24% van de journalisten contact op met een politicus van Vlaams Belang. De zeldzame communicatiemomenten tussen Vlaams Belangparlementsleden en politieke journalisten berusten op een gedeelde verantwoordelijkheid.

Als we nu zelf naar een verklaring voor de schaarse contacten tussen de Vlaams Belangpoliticus en de politieke journalist op zoek gaan, valt ons meteen het buitengewoon sterk uiteenlopende verschil in politiek-ideologische overtuiging op. Terwijl drie kwart van de journalisten zichzelf als progressief bestempelt, staat Vlaams Belang bekend als een uiterst rechtse, Vlaams-nationalistische, populistische en voor velen zelfs extremistische partij, waarvan in 2004 enkele vzw’s een gerechtelijke veroordeling opliepen wegens racisme. Het hoeft geen betoog dat de politieke overtuiging van de overgrote meerderheid van de journalisten lijnrecht tegenover de ideeën staan die Vlaams Belang uitdraagt.

Op basis van dat eerste verschil zien we nog een tweede treffend onderscheid tussen VB’ers en journalisten. Want Vlaams Belang is een populistische partij. Het populisme waarvan de leden hun handelsmerk hebben gemaakt, staat haaks op de typische eigenschappen van goede journalistiek. Populistische stellingen roepen bij de journalist vaak ergernis op.De oorsprong van het journalistieke beroep is, zoals we al schreven, sociologisch te situeren in de maatschappelijke klasse van intelligentsia die zich in de loop van de 17e eeuw en later begon te ontwikkelen. Het was de periode van het opkomende kapitalisme en van de zich opwerkende burgerij die gepaard ging met de profilering van de Verlichtingsidealen, die op tal van domeinen nieuwe inzichten voortbracht. Centraal daarin stond het principe van de ratio. De rede werd als basisprincipe gehuldigd omdat het de enige weg was naar

Marie-Rose Morel en Anke Vandermeersch, op televisie vaak in close-up worden getoond zonder aan het woord te worden gelaten. Vandermeersch groeide de voorbije veertien VB-verkiezingsoverwinningen uit tot de vaste figurant achter de partijkopstukken Frank Vanhecke of Filip Dewinter die in een eerste reactie voor de pers de overwinning van het Vlaams Belang toelichtten. 13 Uit gesprekken met een aantal VB’ers blijkt dat het de media zouden zijn die bepalen wie er aan het woord komt en dat het Vlaams Belang daarin geen zeggenschap heeft.

26

Page 27:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

kennis en waarheid. Die rationele manier van denken moest dan ook op alle maatschappelijke echelons worden uitgezaaid. Ook het staatsgezag diende een machtsapparaat te worden dat gefundeerd was op rationalistische ideeën. Het was de sociale functie van de intellectuelen, die een soort hulpklasse van de burgerij vormden, om de heerschappij van de rede in de diverse maatschappelijke sferen uit te dragen. Wat de politiek betreft, zeiden we al dat de strijd om de macht volgens de rationalistische principes moest worden voorgesteld als een confrontatie van rationele ideeën waarin de rede primeerde op machtswellust.Het is die rationele opvatting die de kwaliteitsjournalist vandaag nog steeds meedraagt wanneer hij zijn beroep zo goed mogelijk probeert uit te oefenen. Zijn doel is om de berichtgeving zo neutraal, onafhankelijk en objectief mogelijk in te vullen. In alles wat hij doet zet de journalistieke deontologie op een rationele manier in de praktijk om. Als voorbeeld van goede journalistiek verwijst de Leuvense ethicus Bart Pattyn naar de Britse essayschrijver Joseph Addison, die in de 18e

eeuwse kranten The Spectator en The Freeholder berucht was om zijn scherpzinnige en accurate analyses van de politieke ontwikkelingen. Addisons stijl was gefundeerd op de rede:

“[…] In kranten zoals die van Joseph Addison werd een afstandelijke, objectieve denkstijl gecultiveerd waarin men alleen vertrouwde op de kracht van goede argumenten. […] De stijl van een historicus die de feiten bestudeert als een buitenstaander en weigert om vooringenomen standpunten in te nemen. Het typeert een verstandhouding gekenmerkt door ‘politeness’, niet in de brave betekenis van het woord maar in de betekenis van getuigend van goede smaak en van een verstandig onpartijdig oordeel. […] Het gaat om een ingesteldheid die een sceptische verstandhouding veronderstelt waarin men bereid is de werkelijkheid te bekijken vanuit heel diverse perspectieven. Niet iedereen zal bereid zijn dit soort relativerende beschouwingen als ideaaltypisch te omschrijven. Mensen met een fundamentalistisch religieus waarheidsconcept of een dogmatische ideologische overtuiging zullen de afstandelijke relativering van elk soort waarheid een vorm van elitair nihilisme noemen. […]” (Pattyn, 2006: 122).

Wat de relatie tussen journalistiek en populisme betreft, is vooral de laatste zin veelbetekenend. Populisten vallen immers op door hun “dogmatische ideologische overtuiging”, die volledig in strijd is met de sceptische benadering van de werkelijkheid zoals die door Addison werd uitgedragen. Ze staat ook lijnrecht tegenover de hedendaagse kwaliteitsjournalistiek die naar genuanceerde en gebalanceerde berichtgeving streeft, waarin feiten vanuit verschillende perspectieven worden belicht. Zoiets is onmogelijk in een populistische benadering van de werkelijkheid. De populist speelt immers in op buikgevoelens en

27

Page 28:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

redeloze emoties. Zijn dogma is de absolute wil van het volk. Zo definieert UA-onderzoeker Jan Jagers populisme als “een dunne ideologie die ervan uitgaat dat de samenleving bestaat uit twee homogene en antagonistische groepen – het ingoede volk en de inslechte elite – en eist dat de politiek de zuivere reflectie is van de volkswil” (Jagers, 2006: 60). De populistische politicus is iemand die maar één volk ziet dat met één stem spreekt, in tegenstelling tot de veelal tegenstrijdige belangen en visies van de burger. Het volk is een ideologie op zich. Populisten plaatsen dat volk tegenover de elite die ze zozeer verfoeien, omdat de elite zijn eigen volk niet kent, niet weet wat er leeft en overtuigingskracht mist. De elite is een politieke kaste die – op enkele schijnmanoeuvres en de verschillende partijkleuren na – integraal tot hetzelfde verderfelijke en wereldvreemde establishment behoort. De kloof tussen de politiek en de bevolking wordt in elk populistisch discours dan ook danig in de verf gezet.

Het is in zulk establishment dat ook mediamensen volgens de populist thuishoren. “De media maken [in het populistische discours] deel uit van de gevestigde orde, omdat ze objectieve bondgenoten zijn van de politieke elite” (Jagers, 2006: 225). Jagers wijst erop dat Vlaams Belang de media mee tot het gevestigde bestel rekent. Hij citeert de partij:

“[…] De media vormen een beschermd, besloten wereldje dat alle contact met de realiteit lijkt verloren te hebben. Het is een cocon waarin gelijkgezinde progressievelingen elkaar op de schouders kloppen en zich gelukzalig wentelen in hun modieus politiek correct multiculturalisme. […]” (Vlaams Belang Magazine, 7/8-2003 in Jagers, 2006).

Parallel aan de kloof tussen de politiek en het volk bestaat er in de populistische ideologie van Vlaams Belang eveneens een kloof tussen de politiek correcte media en de publieke opinie:

“[…] Het Vlaams Blok is in Vlaanderen goed voor 18% van de stemmen, maar krijgt amper 2,7% van de stemmen van de opiniemakers. Een sprekender bewijs voor de enorme kloof die er gaapt tussen de media en de publieke opinie is nauwelijks denkbaar. […]” (Vlaams Belang Magazine, 9-2003)

Jan Jagers concludeert dat nagenoeg alle opiniemakers en media gerekend worden tot het kamp van de politieke vijand van Vlaams Belang: het linkse, progressieve, politiek correcte establishment.

Het is in die context dat we het schaarse aantal contacten tussen Vlaams Belangparlementsleden en journalisten moeten interpreteren.

28

Page 29:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

Want het is duidelijk dat beiden elkaar niet lusten. De VB’er stoot met zijn eenzijdige, ongegeneerde en populistische discours dat hij zonder gefundeerde argumentatie en zonder vorm van nuance telkens opnieuw afdreunt de journalist af. Met ongenaakbare stellingen dendert de VB’er over de kritische vragen heen die de journalist hem voor de voeten werpt.De journalist valt op zijn beurt niet in de smaak bij de VB’er omdat hij deel uitmaakt van de spreekbuizen van het gevestigde bestel. Een bestel dat het Vlaams Belang kapot wil en zijn medialakeien oplegt onophoudelijk en ongenadig op de partij in te hakken.

Beweert deze conclusie dat leden van de politieke partij Vlaams Belang geen vertrouwelijke band met journalisten kunnen opbouwen? En dat een journalist nooit vriendschappelijke band zal hebben met een mandataris van Vlaams Belang? Verre van. Ze schetst wel de grote lijnen die de verstandhouding in de praktijk kenmerken.

29

Page 30:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

BIBLIOGRAFIEBIBLIOGRAFIE

ANNEMANS, Gerolf. 2005. Wat denkt een VLD’er ? Te raadplegen op : http://www.gerolfannemans.be/artikel_detail.asp?id=184&cat=7

BOURDIEU, Pierre. 1997. Sur la télévision, suivie de l’emprise du journalisme. Paris: Liber-Raisons d’agir.

BRANTS, K. & PRAAG, VAN, P. 2000. Tussen beeld en inhoud: de verkiezingscampagne van 1998. Amsterdam: Het Spinhuis.

BUYLE, Daniël. 1986. De lakeien van de Wetstraat: schets van een journalistiek en politiek milieu. Leuven: Kritak.

DE BENS, Els. 2006. De pers in België: het verhaal van de Belgische pers gisteren, vandaag en morgen. Tielt: Lannoo.

DE BENS, Els, DE CLERCQ, Mieke en PAULUSSEN, Steven. 2003. Het profiel van de Vlaamse beroepsjournalist. Universiteit Gent. Te raadplegen op: http://www.internetjournalistiek.be/pdf/profiel_beroepsjournalist.pdf.

DE GUCHT, Karel. 2007 Pluche. Over de banalisering van extreemrechts. Antwerpen: Houtekiet.

DESCHOUWER, Kris. De truc met het volk. Toespraak opening VUB-academiejaar 2005-2006. Te raadplegen op: http://aivpc41.vub.ac.be/standpunten/uploads/deschouwer.pdf

30

Page 31:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

DEVOS, Carl (red.). 2004. Ménage à trois. De verhouding tussen pers, politiek en politicologie. Gent: Academia Press

HALLIN, D.C. & MANCINI, P. 2004. Media and political systems, and the question of differentiation in McQuail, D. 2007. Mass Communication Volume III. London: Sage.

HOOGHE, Marc. 2006. Op zoek naar politiek : democratie en de verplaatsing van de politiek. Leuven: Acco.

JAGERS, Jan. 2006. De stem van het volk. Universiteit Antwerpen. Te raadplegen op: http://webhost.ua.ac.be/m2p/publications/upload/00110831.pdf?PHPSESSID=0375f866c614d6ecbb73c3d30d7e601f

LEWIN, K. 1947. “Frontiers in group dynamics”, in Human relations, London, v.1, nr.2.

McMANUS, J.H. 1994. Market-Driven Journalism. Let the Citizen Beware?. London:

Sage Publications.

McQUAIL, Dennis. 2000. McQuail.s Mass Communication Theory (4th ed.). London: Sage Publications.

PATTERSON, T.E. 1998. “Political roles of the journalist” in McQUAIL, Dennis. 2007. Mass Communication: Media production and content (vol. III). London: Sage Publications.

PATTYN, Bart. 2006. Media-ethiek. Ideologiekritiek en deontologie van de media. Leuven: KUL.

PAULUSSEN, Steven. 2004. [email protected]. Een studie naar de mogelijkheden en gevolgen van het internet voor de journalistieke nieuwsgaring en nieuwsproductie. Doctoraal proefschrift, Universiteit Gent. Te raadplegen op : http://lib.ugent.be/execl/fulltxt/thesis/801001443943.pdf.

SHOEMAKER, P.J. 1991. Gatekeeping. Beverly Hills (California): Sage publications.

VAN AELST, Peter. 2006. Toeschouwer, speler of scheidsrechter? Een empirische studie over de rol van de media in de verkiezingscampagne van 2003. Doctoraal proefschrift, Universiteit Antwerpen. Te raadplegen op:

31

Page 32:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

http://webhost.ua.ac.be/m2p/admin/doc/phds/doctoraat_petervanaelst.pdf?PHPSESSID=26f100a78e48461e59358825986ba6d1 )

VAN AELST, Peter, NUYTEMANS, Michiel en WALGRAVE, Stefaan. 2006. Media en politiek: de (spannings)relatie tussen journalisten en politici in kaart gebracht. Universiteit Antwerpen: M2P. Te raadplegen op: http://webhost.ua.ac.be/m2p/media/mediaenpolitiek_nota.pdf.

VAN DEN BULCK, Jan. 2000. Communicatiewetenschap. Leuven: Acco

WALGRAVE, Stefaan 1995. Tussen loyauteit en selectiviteit. Leuven: Garant.

WALGRAVE, Stefaan en DE SWERT, Knut. 2003. Doet het ertoe welk nieuws er gebracht wordt? Over de invloed van de nieuwsmedia op het verkiezingssucces van het Vlaams Blok. Universiteit Antwerpen., te raadplegen op: http://www.politeia-conferentie.be/viewpic.php?LAN=N&TABLE=DOCS&ID=110.

WITTE, Els. 2002. Media en politiek : inleiding tot de literatuur. Brussel: VUB Press.

32

Page 33:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

33

Page 34:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

ARTIKELENREEKS

34

Broeders en zusters (Neen, ik ben geen logelid, of BB in jullie jargon, maar ik spreek jullie aan als medemens),

Wanneer heffen jullie eindelijk het verbod op het bekendmaken van medeleden op? Zolang je dat handhaaft zijn jullie voor mij geen besloten onderonsje, maar wel een geheim opererend gezelschap waar de kans op gekonkel bestaat. Een samenleving heeft nood aan transparantie. Daar wringt in jullie geval het schoentje. Temeer omdat jullie vele leden rekruteren die het openbare belang dienen en die hun brood verdienen met belastinggeld. Denken we maar aan magistraten, politici, professoren, leerkrachten en andere ambtenaren. Treed dus naar buiten in volle openheid. Het zal jullie geen kwaad doen. Meer nog. Wij, minzame ‘profanen’, zullen het appreciëren. Het zal tot zware discussies leiden binnen de tempelmuren en het zal, wellicht, een nieuwe afscheuring met zich meebrengen. Maar geef toe, de Belgische vrijmetselaarsgeschiedenis is doorspekt met afscheuringen omtrent de landmerken of wezenlijke kenmerken van de vrijmetselarij. Al vele van de taboe’s, ja zelfs dogma’s, die de vrijmetselarij kenmerkten, werden erdoor naar de prullenmand verwezen. Sommige dissidenten organiseerden zich rond de discussie over de Bijbel of het ‘Opperwezen van het Heelal’, anderen vonden de segregatiepolitiek inzake geslacht dan weer welletjes, terwijl nog anderen dan weer vrijuit over politiek en godsdienst wilden discussiëren. Eéntje meer zal er dus wel bij kunnen.In godsnaam, wanneer ontstaat een afscheuring, een obediëntie van broeders en zusters (of twee zoals je wilt: één voor broeders en een andere voor zusters) die

Page 35:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

35

Page 36:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

Vlaams Belang vist achter het net

Twee rechters worden gewraakt in het ‘droogleggingsproces’

Eind augustus 2006 diende Vlaams Belang een verzoekschrift in bij de Raad van State om 32 van de 48 rechters te wraken in de zaak rond de partijfinanciering. Het resultaat is mager: twee rechters worden verwijderd. Daarmee vangt Vlaams Belang bot met haar argument dat de magistraten als “irreguliere” vrijmetselaars onmogelijk objectief zouden kunnen oordelen.

Het verzoekschrift werd ingediend omdat Vlaams Belang beweert geen eerlijke behandeling te krijgen in het droogleggingsproces dat door de Franstalige politieke partijen en SP.A-Spirit in mei 2006 werd aangespannen. De staatsraden (rechters, vd) zouden door hun politiek gekleurde achtergrond of lidmaatschap van een “irreguliere loge” niet onafhankelijk en neutraal kunnen oordelen. De Raad van State ging in twee gevallen op het verzoekschrift in en liet rechters Philippe Quertainmont en Michel Leroy wraken. Beide zijn lid van het Centre du droit public (CDP), een onderzoeksgroep van de Université Libre de Bruxelles

dat de strijd tegen extreemrechts als één van haar research topics uitkoos.

“Drietrapsraket”De aanklachten en wrakingen maken deel uit van een zoveelste episode in een neverending story om Vlaams Belang te judassen. Recent vergeleek Gerolf Annemans de strategie om het VB juridisch klein te krijgen met een drietrapsraket. “Een vergelijking die de mensen wat structuur biedt in de aanval op het Vlaams Belang die al zowat tien jaar bezig is”, licht de eeuwige VB-Kamerfractieleider toe. Hij doelt op de antiracismewet die toeliet Vlaams Belang in 2004 te

36

Page 37:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

veroordelen, op de droogleggingswet die de partij financieel pijn kan doen en op het recente wetsvoorstel van Laurette Onkelinx (PS) om de burgerlijke en politieke rechten van “onwaardige burgers” af te nemen. De vraag kan worden gesteld of die drietrapsraket geen boemerang voorstelt die door Vlaams Belang gezwind wordt ontweken en in verkiezingstijd uiteenspat in het gezicht van de democratische partijen.

Kans verkekenMede dankzij de veroordeling wegens racisme van drie VB-vzw’s behaalde de partij in 2004 een klinkende verkiezings-overwinning, waarmee ze zich niet onterecht de grootste formatie van Vlaanderen ging noemen. Die zoveelste triomf deed in Vlaamse politieke kringen het besef groeien dat de bestrijding van extreemrechts met wetten op maat van het VB een contraproductief effect teweegbrengt. Vandaar het aanvankelijk matige enthousiasme in het Vlaamse parlement om de overheidsbron van het VB te doen opdrogen. Het kwam niet aan politieke partijen, maar aan een onafhankelijk rechtscollege toe om te oordelen over een andere partij, klonk het. Nochtans lag de weg naar een drooglegging in 2004 wagenwijd open, na de definitieve racismeveroordeling door het Hof van Cassatie. Maar de kans werd verkeken. Hoe

langer getalmd werd, hoe dichter de volgende verkiezingen naderden.

Van ThemscheIn april 2005 werd na jarenlang palaveren op initiatief van de Franstaligen in de Senaat dan toch een droogleggingswet goedgekeurd. Partijen die vijandig staan tegenover de rechten en vrijheden gewaarborgd door het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens zouden hun partijdotatie gedurende maximum een jaar kunnen verliezen. De meest

hardnekkige VB-vijanden hapten gretig toe. Zo legden het interculturele jongerenplatform Kif Kif en de Franstalige antiracistische beweging Mrax

37

Procedure Wet op de partijfinancieringDe procedure om de overheidsdotatie van een politieke partij af te nemen wordt gestart door de parlementaire controlecommissie. De commissie bestaat uit 21 Vlaamse en Franstalige parlementsleden uit Kamer en Senaat. Vooraleer een verzoekschrift aan de Raad van State kan worden ingediend, moeten 7 van de 21 leden hun fiat geven. De leden moeten de inbreuk op de droogleggingswet beschrijven en toelichten welk artikel van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens geschonden wordt.Binnen de zes maanden zal de tweetalige Raad van State een arrest uitvaardigen. Als de overheidsdotatie wordt

Page 38:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

klacht neer tegen kopstuk Filip Dewinter, nadat die zijn partij in het joodse dagblad The Jewish Week de stempel “islamofoob” had gegeven. Samen met een resem andere straffe VB-uitspraken werd een dossier opgesteld op basis waarvan de Waalse partijen PS, MR en cdH – met de steun van SP.A en een overijverig Spirit – na lang getalm een procedure lieten starten bij de parlementscommissie voor de controle van verkiezingsuitgaven. Zo zou bij monde van de Raad van State de VB-partijdotatie kunnen worden ingetrokken.De procedureaanvraag werd ingediend op 17 mei 2006. Zes dagen na de moordende raid die Hans Van Themsche in de Antwerpse binnenstad hield. Zo werd de indruk gewekt dat Vlaams Belang rechtstreeks verantwoordelijk was voor het afschuwelijke drama. De partij kon slechts in haar vuistje lachen. Naast de scherpe uitlatingen van sommigen als zou Van Themsches daad het gevolg zijn van een jarenlange VB-indoctrinatie, kon een droogleggingsprocedure de partij net als in 2004 bij de nakende gemeenteraadsverkiezingen een onbetaalbare verkiezingsbonus opleveren.

Niet gerustMaar de VB-kopstukken voelden zich van meet af aan niet gerust over de droogleggingsprocedure. Het

gaat tenslotte om twee miljoen euro die ze mogelijk aan hun neus zien voorbijgaan, een bedrag dat niet in één-twee-drie wordt bijeengeharkt door de boer op te gaan. Dat financiële middelen voor het Vlaams Belang belangrijk zijn, kan worden afgeleid uit de hoeveelheid propa-ganda waarmee bij militanten en kiezers de afkeer van “het establishment” wordt scherp gehouden. Toch is de mogelijke financiële streep door de rekening niet de hoofd-bezorgdheid. De partij heeft in eerste instantie een probleem met de manier waarop ze berecht wordt. Het feit dat Franstalige rechters over een Vlaamse partij zouden oordelen, werd al snel aangekaart. Maar het VB beweert ook dat de Vlaamse rechters niet neutraal en objectief zijn. Ook al nam de racismeveroordeling van 2004 de wind niet uit de zwarte zeilen, op het Madouplein is men nog niet vergeten hoe de zaakjes werden geregeld om een snelle veroordeling mogelijk te maken. “Nadat het in Brussel al tweemaal mislukt was om het VB te veroordelen, werd in Gent een rechtbank samengesteld. Ik weet het niet, maar ik heb de indruk dat die bewust werd samengesteld en ons moest veroordelen. De voorzitter van die rechtbank was Robert Pieters, waarvan wij weten dat hij lid is van de Gentse loge De Zwijger. Is het toeval dat net hij, een vrijmetselaar, ons veroordeeld

38

Page 39:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

“Te persoonlijken titel”Toenmalig Grootmeester-Nationaal van het Grootoosten van België Jacky Goris zei in De Morgen van 21 januari 2005 dat hij een interview gaf “in eigen naam, niet namens de leden van de loge”. Hij respecteerde het Algemeen Reglement van het GOB, waarin de volgende bepaling staat: “Wanneer de Grootmeester zich in het openbaar uitdrukt, verbindt hij zich ertoe, behoudens uitdrukkelijke toestemming van het Grootcollege, te onderstrepen dat hij zich enkel te persoonlijken titel uitdrukt. Hij zal de geheimhouding voorzien sub 3 strikt verzekeren en zich vergewissen van de wijze waarop zijn woorden of zijn imago gebruikt worden.”De bepaling werd echter, samen met vijf andere bepalingen, pas in november 2006 toegevoegd. En dat “niettegenstaande de talrijke amendementen door de werkplaatsen na nauwgezette arbeid ingediend”, zoals in een document van het GOB vermeld staat. Vraag is dus of toenmalig Grootmeester Goris de uitspraken over Vlaams Belang op 22 januari 2005 “te persoonlijken titel” of in naam van het GOB deed. Het Algemeen Reglement van het GOB schreef op dat moment nergens voor dat een Grootmeester zich steeds “te persoonlijk titel” uitdrukt als hij in het openbaar spreekt. Goris zegt dat hij het interview in eigen naam gaf, maar verliep dat conform het toenmalige GOB-Reglement? Indien nee, dan is het maar de vraag of Goris’ uitspraken over Vlaams Belang enkel voor hem dan wel voor alle

heeft?”, vraagt Jurgen Ceder, VB-senator en hoofd van de juridische dienst, zich af. Klaarblijkelijk maakt Vlaams Belang zich zorgen over een

mogelijke beïnvloeding van de rechterlijke macht, afkomstig uit vrijmetselaarskringen. Net zoals ze in 2004 de hand van de loge meende te herkennen in de racismeveroordeling, vreest ze dat de loge in het lopende proces over de drooglegging opnieuw de touwtjes in handen heeft. Een aantal staatsraden die zich buigen over de aanklacht tegen het VB zou, zo meent men in partijkringen te weten, immers vrijmetselaar zijn.

Strijd tegen VBEen maçonniek complot om Vlaams Belang klein te krijgen? Zo ver wil Jurgen Ceder niet gaan: “Ik geloof niet in complotten die worden gesmeed in kleine clubjes, of in enkele mensen die rond de tafel zouden gaan zitten om dit of dat te realiseren. Maar ik geloof wel dat er een soort ‘discipline van de mierenhoop’ heerst, waarin een automatisch begrip leeft bij bepaalde mensen om het Vlaams Belang te bestrijden. Ik stel drie dingen vast. Ten eerste zie ik dat de voorzitter van de rechtbank die ons in 2004 veroordeelde een logebroeder is. Ten tweede lees ik in interviews dat de Grootmeester-Nationaal van het Grootoosten van België, Jacky Goris, zijn logebroeders oproept om ‘tegen het Vlaams Blok te vechten in hun eigen sociale of professionele situatie’ (Knack, 26-05-‘04 en De Morgen, 23-01-’05, vd). Hij zegt duidelijk dat de strijd tegen het Vlaams

39

Page 40:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

Blok één van de voornaamste logedoelstellingen is. En ten derde lees ik bij goed geïnformeerde auteurs dat de magistratuur in ons land erg veel logebroeders telt. Als dan de Raad van State over onze financiering moet oordelen, is het onzentwege toch niet onterecht om zich af te vragen hoeveel van die staatsraden lid zijn van een loge, in het bijzonder van het irreguliere Grootoosten van België, dat zich niet van politieke kwesties lijkt te distantiëren.”

2 op 32De achterdocht dreef Vlaams Belang in augustus 2006 tot een tweeledig verzoekschrift met de wraking van maar liefst 32 van de 48 staatsraden. Deel één, waarin de partij aan de kaak stelde dat ze door Franstalige rechters berecht wordt, werd afgewezen. Deel twee eiste een onderzoek naar het lidmaatschap van een irreguliere loge en naar de politieke achtergronden van elk van de rechters. Want ook het feit dat de staatsraden benoemd zijn door een politieke partij of in het verleden op een kabinet actief waren, maakt voor het VB een neutraal en onafhankelijk proces onmogelijk. “Als je werkt voor een partij, mag men ervan uitgaan dat je ook een sympathisant bent van die partij. Word je een jaar later benoemd als lid van de Raad van State, dan mag men ervan uitgaan dat die partijsympathie niet plots zal verdwenen zijn”,

zegt Jurgen Ceder. “Ons tweede verzoekschrift leverde bovendien wel degelijk resultaat op.” De Raad van State liet twee rechters verwijderen wegens lidmaatschap van een instituut (Centre du droit public of CDP) dat zich manifest tegen extreemrechts afzet. De directrice van het CDP, Annemie Schaus, is bovendien advocate van de verzoekende partij en de voorzitter, Marc Uyttendaele, echtgenoot van Laurette Onkelinx (PS) en een rabiaat tegenstander van extreemrechts. Wat de dertig andere gewraakte staatsraden betreft, vangt Vlaams Belang bot, ook in de eis tot onderzoek naar een lidmaatschap van een irreguliere loge. De Raad van State argumenteert dat de toenmalige GOB-Grootmeester-Nationaal Jacky Goris de uitspraken in persoonlijke naam deed en niet in naam van zijn obediëntie. In het bewuste interview zegt Goris letterlijk: “Omdat iedere maçon vrij is, is het onmogelijk om namens de hele loge te praten. Ik ben dan wel Grootmeester, maar ik geef dit interview in eigen naam, niet namens de leden van de loge.” (De Morgen 23-01-’05, vd). De zogenaamde partijaanhorigheid van de staatsraden is voor de Raad van State evenmin een afdoende argument tot wraking. Het arrest van 22 maart 2007 meldt: “De vraag rijst of de loutere politieke voorkeur voor een zogenaamde traditionele

40

Page 41:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

België telt momenteel ongeveer 22400 vrijmetselaars, verdeeld over 347 loges in 6 logekoepels:Grootoosten van België (GOB):

oudste en grootste obediëntie, exclusief mannelijk, zowat 9000 leden in 109 loges.

Le Droit Humain (DH): grootste gemengde orde, ongeveer 6500 leden in 95 loges.

Grootloge van België (GLB): exclusief mannelijke obediëntie, 3600 leden verdeeld over 59 werkplaatsen.

Reguliere Grootloge van België (RGLB): exclusief mannelijke orde, zowat 1500 leden in 44 loges.

Vrouwengrootloge van België (VGLB): exclusief vrouwelijke obediëntie, ongeveer 1600 leden in 34 werkplaatsen

Lithos Confederatie van Loges (Lithos CL): gemengde confederatie, 6 werkplaatsen, ongeveer 200 leden.

Ook internationale obediënties hebben werkplaatsen in België. Zo behoort de werkplaats Diogenes uit Dessel tot het

politieke partij ipso facto twijfel schept over de objectieve onpartijdigheid van de betrokkenen. Voor de Raad van State is het antwoord op die vraag ontkennend.” Vlaams Belang vreesde aanvankelijk dat de Raad van State de zaak in recordtempo zou afhandelen, opdat de federale dotatie nog voor de verkiezingen van 10 juni kon worden ingehouden. Maar door de ontbinding van het parlement is de procedure opgeschort. Pas na 12 juli, dag waarop de Senaat ten vroegste

wordt samengesteld, kan de procedure opnieuw worden gestart. En daarvoor is binnen de parlementaire controlecommissie een nieuwe politieke daad nodig die de goedkeuring van zeven leden wegdraagt. Een uitspraak in het droogleggingsproces lijkt dus niet meteen voor morgen. ■

Logeren in de loge: op zoek naar de vrijmetselarij

Het imago van de loge blijft boeien. Voor sommigen is vrijmetselen niet meer dan een variant van het zondagse

“De loge zit erachter”. Het zijn gevleugelde woorden die veelvuldig terugkeren in lezersbrieven, discussiefora, weblogs en andere publieke platformen. Journalisten durven in interviews met invloedrijke figuren de term ‘loge’ wel eens op te werpen. Maar blijkbaar voelt geen van hen echt de behoefte om de wringende onwetendheid bij de lezer echt weg te nemen. Alsof ze al weten wat de loge precies is. Of wordt er met de geïnterviewde vooraf afgesproken om er geen vragen over te stellen? Mag er over de

41

Page 42:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

Geïnteresseerden vieren hun belangstelling bot door te grasduinen in een uitgebreide logeliteratuur. En ook het internet biedt heel wat betrouwbare randinformatie. Maar dan nog blijft het knagen, want historische overzichten en abstracte omschrijvingen geven geen bevredigende antwoorden. Toch niet op de simpele vraag wat een mens in zo’n loge in ‘s hemelsnaam te zoeken heeft.

Allen voor één? NeenVoor een goed begrip: ‘dé loge’ bestaat niet. De vrijmetselarij is geen almachtig monolithisch blok dat zijn overtuigingen in alle gelederen van de maatschappij oplegt. Integendeel, vrijmetselaars zoeken elkaar op in afzonderlijke loges, of werkplaatsen, en verschillen in onderlinge discussies meer dan eens van mening. Van één loge waar alle vrijmetselaars samenkomen om de violen zogezegd op elkaar af te stemmen, is geen sprake.Structureel behoort elke loge afzonderlijk tot een obediëntie, een soort administratief bestuur onder leiding van een Nationaal-Grootmeester en enkele Grootofficieren. Die functie moet zeker niet worden overschat. De Nationaal-Grootmeester, die om de drie jaar verkozen wordt, staat niet aan het hoofd van de loges van zijn obediëntie. “Een loge moet gewoon organisatorisch geleid worden. Er is een algemeen bestuur dat de praktische

regels bepaalt, wat noodzakelijk is als je met pakweg veertig verenigingen onder één koepel zit”, zegt Luc Vander Kelen die naast politiek commentator van Het Laatste Nieuws ook lid is van de Antwerpse werkplaats Trigonum. Trigonum ressorteert onder de obediëntie Grootloge van België, met 3600 leden de derde grootste logekoepel van het land. De vijf obediënties die traditioneel actief zijn in België hebben werkplaatsen in Vlaanderen, Wallonië, Brussel en ook het buitenland. In november 2006 kwam er nog een zesde logekoepel bij: Lithos Confederatie van Loges, opgericht na de afscheuring van zes werkplaatsen uit een Luxemburgse en drie Belgische obediënties. De dynamiek en het evoluerende karakter van de Belgische vrijmetselarij springt dan ook in het oog: voortdurend scheuren loges zich af om zich aan te sluiten bij andere obediënties of om zelf een nieuwe koepel te vormen, zonder dat daar heuse logeoorlogen voor worden ontketend.

(Ir)regulierNochtans heeft ook het logewereldje wel degelijk zijn twistappels. Meestal gaat het

42

Page 43:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

om fundamentele kwesties, die de gemoederen vaak hoog doen oplaaien. Zo is de ongehoorzaamheid van de ‘irreguliere’ vrijmetselaars tegenover de Londense ‘reguliere’ moederloge United Grand Lodge of England een oud zeer, dat vandaag evenwel geen stekende pijnen meer doet opwellen. De tegenstelling tussen regulieren en irregulieren is nergens zo klaar als in Frankrijk en België, waar uitgezonderd de Reguliere Grootloge van België (RGLB) alle logekoepels irregulier zijn. Het betekent dat ze de voorschriften van de Londense moederloge niet in acht nemen. Die moederloge zag al in 1717 het levenslicht. Ze werd het symbool van de Angelsaksische vrijmetselarij en wordt nog altijd als de traditionele, zogenaamd officiële en enig geldende vorm van vrijmetselen beschouwd.De voorschriften, ‘landmerken’ in het jargon, werden pas begin 20e eeuw opgesteld op basis van de Constituties van James Anderson uit 1723, een soort vademecum voor vrijmetselaarsloges. Volgens de landmerken is een werkplaats pas regulier als ze exclusief mannelijk is, haar geloof in God als de enige ‘Opperbouwmeester van het Heelal’ betuigt en zich distantieert van politiek en godsdienst. Drie voorwaarden die heel wat stof deden en in mindere mate doen opwaaien en waaraan het leeuwendeel

van de Belgische werkplaatsen weigert te voldoen. De irreguliere loges behoren dan ook tot wat men noemt de Latijnse, humanistische of continentale vrijmetselarij.Naar verluidt wordt er vandaag vooral geredetwist over de toelating van vrouwen, die in sommige loges slechts sporadisch of helemaal niet welkom zijn. Ook het streven naar meer openheid kan de gemoederen danig verhitten. “Maar die discussies leiden helemaal niet meer tot openlijke breuken, ook al wordt er wel eens een boze email over en weer gestuurd. In de vrijmetselarij moet je leren leven met mensen die er een andere mening op nahouden”, relativeert Bruni Mortier, die sinds anderhalf jaar de werkplaats Diogenes van het Grootoosten van Luxemburg (GOL) in Dessel bezoekt. Ze bereikte recent de graad van ‘gezel’.

Vrijmetselaar in één-twee-drie

43

Page 44:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

Greep uit de maçonnieke vocabulaire

Tempel, werkplaats, loge : benaming voor de vergaderzaal, met o.m. de vochtige kamer waar na de zitting bij een glas wordt nagepraat.Oosten : alle werkplaatsen zijn naar het Oosten gericht (wat praktisch vaak onhaalbaar is, vd)Metselen : vergaderen in logeverbandIn slaap stellen : een loge of broeder op non-actief plaatsenDe tempel dekken : het geheim van de loge beschermenProfaan, profane : niet-ingewijde, niet-vrijmetselaarBouwstuk : vertoog in een logevergaderingHet regent : er is een profaan in ons middenHet sneeuwt : er is een profane in ons middenZijn werktuigen ingeleverd hebben : overleden zijnEeuwige Oosten : het hiernamaals

Maçonnieke tijdrekeningDe vrijmetselarij voerde ook haar eigen tijdrekening in, beginnend

De graad van ‘gezel’? Vrijmetselaar word je niet zomaar. Het is een proces dat in fases verloopt. “Bij de inwijding ben je ‘leerling’, je weet nog niets. Het eerste jaar moet je vooral indrukken opdoen, vertrouwd raken met de rituelen en symboliek en medebroeders leren kennen. Op het einde van dat jaar schrijf je een ‘bouwstuk’ (soort opstel, vd) over hoe je geëvolueerd bent en welke invloed de loge in dat eerste jaar op je gehad heeft. Het tweede jaar ben je ‘gezel’ en ga je ‘reizen’, wat inhoudt dat je andere werkplaatsen bezoekt met de bedoeling nieuwe mensen en ideeën te leren kennen. Je schrijft na dat jaar opnieuw een ‘bouwstuk’, weliswaar iets uitgebreider dan het eerste. Als dat positief onthaald wordt, wacht je een inwijding als ‘meester-vrijmetselaar’. En dat blijf je voor de rest van je leven”, getuigt Mortier.

Het Geheim

Is daarmee de kous af? Verre van, dan begint het maar pas goed. Eens meester-vrijmetselaar moet de ingewijde voort ‘kappen aan de ruwe

steen’. Een logebroeder ziet zichzelf immers als een ruwe steen die hij moet bijschaven tot een mooi gevormd en gepolijst blok dat past in het bouwwerk van de ‘geestelijke Tempel der Mensheid’. Tijdens het metselen maakt hij kennis met het onzegbare ‘Geheim’ dat de vrijmetselarij eeuwenlang en tot op vandaag het aura van een gesloten, esoterische machtsclub opleverde. Wat dat ‘Geheim’ dan precies is?

Moeilijk te zeggen, ook als je ingewijd bent. Het komt neer op de innerlijke voldoening die je ervaart in de beoefening van de Koninklijke Kunst, zoals vrijmetselen ook genoemd wordt. Je ervaringen kan je alleen delen met medebroeders die dezelfde weg bewandelen. De vrijmetselaar wil met de

44

Page 45:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

maçonnieke arbeid zichzelf leren kennen en bewust in het leven staan. Elke logebroeder zoekt zijn tekortkomingen, werkt eraan en draagt in het streven naar vervolmaking bij tot een betere wereld voor hem en zijn medemens. En dat zijn hele leven lang, want een volmaakte steen bestaat niet. Schootsvel en rechte hoekenNaast de theorie springen ook de gehanteerde symbolen en rituelen in het oog. Er is het bizarre vrijmetselaarsjargon, maar ook de dresscode is vrij ongewoon. Logebroeders dragen tijdens de zitting bij voorkeur een donker pak met een schootsvel en witte handschoenen. Een onderdeel van de inwijding verloopt bovendien geblinddoekt. En treedt er een broeder tijdens de zitting naar voren, dan mag hij alleen in rechte lijnen en hoeken, zonder bochten, lopen. “Net zoals dat in het katholicisme, communisme, nazisme en andere ideologieën het geval is, zijn symbolen en rituelen ook in de vrijmetselarij belangrijk. Want met een symbool zeg je veel meer dan met wat dan ook”, vindt oud-minister Karel Poma, lid van het Antwerpse Les Elèves de Thémis.

De hoofdzetel van het Grootoosten van België

in de Lakensestraat 79, Brussel

Kappen is bijleren

‘Kappen aan de ruwe steen’. De symboliek dient om het onzegbare enigszins onder woorden te brengen. Wat moet een mens zich daar bij voorstellen? Wat doen maçons precies in een loge? Ze luisteren, reflecteren, praten en discussiëren met elkaar volgens de waarden van vrijheid en verdraagzaamheid. “Wat er tijdens de vergaderingen gezegd wordt, draagt ontegensprekelijk bij tot wie je bent. Het helpt je bij je besluitvorming over de kwesties waarover je nadenkt”, zegt Luc Vander Kelen. Karel Poma treedt hem bij: “Wanneer er iemand komt spreken, komen de standpunten in de discussie die daarop volgt wel eens tegenover elkaar te staan, of die nu liberaal, socialistisch of conservatief van aard zijn. Maar achteraf heeft iedereen van elkaar wat bijgeleerd. Daar gaat het om.”

Ook politiek

45

Page 46:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

Tijdens de logezittingen worden ook ‘bouwstukken’ en voordrachten gehouden over de meest diverse onderwerpen. Een blik in Logos, het tweemaandelijkse tijdschrift van het GOB dat exclusief voor logeleden is bestemd, toont dat die lezingen meestal gaan over filosofische thema’s, zoals hoe atheïsten met theologie omgaan of in welke mate er spiritualiteit in de vrijmetselaarsbeweging aanwezig is.Maar ook maatschappelijke kwesties komen aan bod. De multiculturele samenleving, de islam, migratie, klimaatverandering, zelfs de doping-problematiek in de sport. En politiek? Jawel, wie het ook mag ontkennen, politiek blijft niet onbesproken in de GOB-loges. Er worden lezingen gegeven over internationale terrorismebestrijding, over communautaire kwesties in eigen land en zelfs over de politieke verantwoordelijkheid die een vrijmetselaar draagt. Zo licht een burgemeester-vrijmetselaar in een bouwstuk toe in welke zin het bestuur van zijn gemeente een maçonnieke bezigheid is. En extreemrechts? Ook extreemrechts komt aan bod,

46

Page 47:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

zowel in een historisch als in een hedendaags perspectief. Het Vlaams Belang? Absoluut, ook aan het fenomeen Vlaams Belang worden logezittingen gewijd. Wordt er dan gesproken over hoe het Vlaams Belang kan worden afgeremd? “Niet als

dusdanig,” zegt Luc Vander Kelen, “maar wel in die zin dat er wordt nagedacht over middelen om het fenomeen extreemrechts terug te dringen, ter verdediging van de democratie.” ■

47

Page 48:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

“Magistraten moeten hun lidmaatschap van de loge

openbaar maken”Senator Jurger Ceder (Vlaams Belang) beet zich vast in het droogleggingsproces dat zijn partij treft. Hoewel de Raad van State geen onderzoek instelt naar een logelidmaatschap van haar rechters, houdt Ceder vol dat er in ons land “bemoeienissen zijn met het gerechtelijke leven vanwege de vrijmetselarij”.

U staat achterdochtig tegenover de vrijmetselarij?“Ik weet er niet meer over dan de gewone man. Ik stel alleen vast dat het een organisatie is waarvan publiekelijk weinig is geweten en waarin leden enkel zichzelf mogen outen. Logebroeders verbergen niet dat ze bepaalde doelen nastreven om hun levensbeschouwing in de praktijk om te zetten. Ik ben me ervan bewust dat er een onderscheid bestaat tussen de irreguliere en de reguliere vrijmetselarij. Die laatste laat zich niet in met politiek en vertoont eerder een folkloristisch karakter. Daar heeft Vlaams Belang geen enkel probleem mee.” Maar als logebroeders over politiek praten is er wel een probleem?“Het is algemeen bekend dat de vrijmetselarij vertegenwoordigd is op posities die maatschappelijk belangrijk zijn, zoals de politiek en de magistratuur. Dat is op zich geen probleem, maar de normale democratische werking van de staat mag er niet door in het gedrang komen. Als Karel De Gucht (Open Vld) in zijn loge Robert Pieters (voorzitter van het Gentse Hof van Beroep dat in 2004 de racismeveroordeling van drie vzw’s van het Vlaams Blok uitsprak, vd) ontmoet en vraagt hoe het met het droogleggingsproces tegen mijn partij staat, dan kan ik slechts raden wat er gezegd wordt. En neem de verklaringen van Grootmeester Jacky Goris die zijn broeders aanzet om Vlaams Belang te bestrijden…”Goris zegt dat hij die uitspraken als individuele vrijmetselaar deed. “Maar hij is toch Grootmeester? Waarom is hij Grootmeester als hij niet aan het hoofd staat van de vrijmetselaars van zijn obediëntie?”Omdat de functie van Grootmeester niet neerkomt op een leidinggevende maar een praktische, administratieve functie, zonder dat die enige macht biedt. Of je nu Grootmeester, meester, gezel of leerling bent, alle vrijmetselaars beschouwen zichzelf als gelijken. Als een logebroeder een uitspraak doet, gaat het om een individuele mening die geen impact heeft op wat zijn medebroeders denken.“Zoiets weten wij dus niet, hé. Wij zijn derden. Tegenover logebroeders zijn we maar gewone burgers. We lezen een interview met de man die

“Als Karel De Gucht in de loge Robert Pieters ontmoet, dan kan ik slechts raden

Page 49:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

zich uitgeeft als de Nationaal-Grootmeester van het Grootoosten van België, dan mogen we toch veronderstellen dat hij op de één of andere manier namens zijn vereniging spreekt, net zoals een partijvoorzitter dat doet.”Denkt u dat de Belgische gerechtsorganen beïnvloed worden door de vrijmetselarij?“Wij beschikken over een rapport van de mensenrechtenorganisatie Human Rights Without Frontiers dat stelt dat in België tal van magistraten lid zijn van geheime loges waarvan niemand precies weet wat ze doen, welke hun doelstellingen zijn en wat hun invloed is (zie kader, vd). Zoiets zegt genoeg, denk ik.”Maar hoe wil u nu concreet bewijzen dat Vlaams Belang daardoor geen eerlijk proces krijgt?“We hoeven dat niet te bewijzen, we hoeven slechts aan te tonen dat onze vrees tegenover bepaalde personen terecht is en dat er gegronde redenen bestaan om aan hun onpartijdigheid te twijfelen. Kijk, het is onmogelijk om de gedachten van een rechter te lezen. Niemand kan bewijzen wat iemand anders denkt. Maar artikel zes van het Europees Verdrag ter bescherming van de Rechten van de Mens schrijft voor dat de rechtshorige geen redenen mag hebben om partijdigheid te vrezen. Ook het rapport van HRWF zegt het klaar en duidelijk: ‘Justice must not only be done, but also be clearly seen to be done’.” En Vlaams Belang heeft wel degelijk elementen die erop wezen dat de staatsraden partijdig zijn?“Ja, ons verzoekschrift heeft toch resultaat opgebracht? Er zijn twee staatsraden gewraakt wegens lidmaatschap van het Centre du Droit Public. Met de verklaringen van Jacky Goris dat vrijmetselarij tegenstrijdig is met de Vlaams Belangideeën en de verklaring dat Vlaams Belang in het openbaar moet worden bestreden, hebben we overtuigend materiaal om te vrezen dat het proces niet eerlijk zal verlopen als er logebroeders aan de beraadslaging deelnemen.” Toch komt er geen onderzoek naar het lidmaatschap van de loge van de rechters. “Tja, dat was te verwachten, natuurlijk. Zulke instanties blijven onaantastbaar, hé.”Ondertussen ligt de hele zaak stil nu het parlement ontbonden is. Hoe ziet u de zaak na de verkiezingen evolueren?

Page 50:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

“De hele procedure is opgeschort nu het parlement ontbonden is. Ze kan pas worden voortgezet nadat de controlecommissie op de

verkiezingsuitgaven weer is samengesteld. Dan moet er opnieuw minstens een derde van de controlecommissie beslissen of ze het geding wil voortzetten en de klacht blijft ondersteunen. Er is in elk geval een nieuw politiek feit nodig om de procedure weer op gang te krijgen.”Mocht Vlaams Belang ooit aan de macht komen, wat zou het dan tegen de vrijmetselarij ondernemen?“Niets. Het principe van vrijheid van vereniging staat iedereen toe te doen wat hij wil. We vinden wel dat magistraten zich – zoals in Groot-Brittannië – publiekelijk moeten outen als vrijmetselaar indien ze tot een loge behoren. Zo kan er bij de burger geen enkele twijfel bestaan over een eerlijk verloop

van de rechtsbedeling. Maar de vrijheid van vereniging staat sowieso centraal. Zolang vrijmetselaars geen wetten overtreden, is er geen enkel probleem.” ■

“Een VB’er kan misschien geen logelid worden, maar een logelid

kan wel een VB’er worden”

De “politisering van het gerechtelijke apparaat” en “de schendingen van het principe van scheiding der machten in dit land”. Om die redenen kan de Raad van State volgens Gerolf

Human Rights Without FrontiersHRWF ontstond in 1989 als een Brusselse niet-gouvernementele organisatie die, gesteund door de machtsinstanties van de Europese Unie, wereldwijd democratie en mensenrechten ging promoten. Intussen groeide de ngo uit tot een internationale federatie met vestigingen in de VS, Nepal en China. Het rapport dat Jurgen Ceder (Vlaams Belang) aanhaalt, is in wezen niet mals voor de Belgische justitie: “[...] The Belgian public still lacks confidence in its Judiciary and perceives it as corrupt. Concerns about the independence of the judiciary are echoed by reports in the press about judges being members of secret societies, such as Masonic lodges traditionally exerting a strong influence on government and Judiciary in Belgium. Some court cases are allegedly settled and ‘arranged’ within these Masonic lodges and societies. Belgium did not take measures to ensure the public that they can trust their Judiciary. Appointments of judges still lack transparency in Belgium. […].” Het jaarrapport dateert evenwel van 2001,

Page 51:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

Annemans (Vlaams Belang) geen onafhankelijk oordeel vellen in het VB-droogleggingsproces.

“Hoe ik tegenover de vrijmetselarij sta? Wel, de loge kan een interessante instelling zijn als ze open en verdraagzaam is, niet aan politiek doet en dus de Angelsaksische traditie respecteert. Maar in ons land zijn de loges een broeihaard van Franstalig, anti-Vlaams-nationaal en antikatholiek fanatisme. De manier waarop het Grootoosten van België zich op het pad van de politisering begeeft, is totaal verdwaasd en infantiel. En een gepolitiseerd en verrot landje als België is uitstekend geschikt om de bekrompenheid van het GOB te herbergen. Vandaar dat de grootste obediënties van België op internationaal vlak paria’s zijn.”Is de loge een politieke machtsgroep die gericht is tegen Vlaams Belang?“Nee, dat heb ik niet gezegd. De loge heeft als instelling geen macht, maar het is wel een platform, een forum waar afspraken worden gemaakt.”Om Vlaams Belang zogezegd via de politiek met racisme – en droogleggings-wetten te bestrijden. Hebt u daar concrete aanwijzingen voor? “Toen CD&V met de PS regeerde, stonden dat soort wetten al op stapel. Toch zagen we een proliferatie sinds het aantreden van paars. Vlaams Belang moest de liberalen niet uitleggen waarover het ging, ze waren goed ingelicht en speelden het spel meteen mee. Dat was al op andere echelons voorbereid, waar dat ook mag geweest zijn.”

Maar hoe weet u precies dat bijvoorbeeld het proces om het Vlaams Blok in 2004 te veroordelen op andere echelons is voorbereid? “Omdat onze advocaten uit telefoongesprekken met Robert Pieters (voorzitter van het Gentse Hof van Beroep dat de racismeveroordeling van drie vzw’s van het Vlaams Blok in 2004 uitsprak, vd) konden afleiden dat het vonnis nog voor de Vlaamse verkiezingen moest zijn uitgesproken. Niemand van de Gentse balie had tot dan toe een procedure op een dergelijke manier zien verlopen. Er moesten wel bepaalde afspraken gemaakt zijn.”Binnen de vrijmetselaarsloges?“Wij hebben voldoende aanwijzingen om te zeggen dat de loge een forum is waarop deze zaken ter sprake zijn gekomen. Welke die aanwijzingen zijn, kan ik u niet vertellen. Een deel ervan staan in het ingediende verzoekschrift, andere hebben we elders gevonden.”

Welke zijn dan die ‘andere’ aanwijzingen?“(glimlacht) U moet er begrip voor opbrengen dat ik u die niet

Page 52:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

“Wij hebben voldoende aanwijzingen om te zeggen dat de loge een forum is waarop ons veroordelingsproces

kan meedelen. Ze zijn in elk geval afkomstig van een betrouwbare bron.”Heeft Vlaams Belang contacten in vrijmetselaarsloges?“Kijk, als ons een dergelijk onrecht wordt aangedaan zoals het racisme – of droogleg-gingsproces, dan zijn er ook in de loge nog steeds mensen die de vrijheid van meningsuiting en de principes van democratische rechtsstatelijkheid beminnen. De individuele vrijheid bestaat nog. De loge is een collectie van mensen met een eigen mening. Een VB’er kan misschien geen logelid worden, maar een logelid kan wel een VB’er worden als hij ziet wat daar gebeurt.”Er zijn logebroeders lid van Vlaams Belang?“Dat ga ik niet met u bespreken.”Ja dus.“Dat is uw conclusie. Ik kan u wel zeggen dat het statistisch kan worden bewezen dat de loge niet is afgesloten voor alle groepen van de bevolking.” Waarom zeurt u zo over wetsvoorstellen die zogezegd tegen Vlaams Belang gericht zijn? Ze geven u toch de kans om in de Kamer uw favoriete slachtofferrol te spelen en te schieten op alles wat beweegt? “Inderdaad, en dat is prima. Ik ben politicus en ik heb van de kiezer een mandaat gekregen om te protesteren tegen dergelijke zaken. Dat doe ik op mijn manier.” De enige wet die tot nog toe uw partij heeft getroffen, is de racismewet. En daarvan hebt u in 2004 gigantisch kunnen profiteren.

“Dat was een kwestie van timing, waarbij de

Vlaming de onrechtvaardigheid van die wet heeft ingezien. De veroordeling en het migranten-stemrecht hebben ons inderdaad vier Vlaamse parlements-zetels extra opgeleverd.” “Maar los van uw vraag stel ik me eerder vragen over de rechtsstaat, over de totalitaire kantjes van de wetgeving inzake racisme, over de democratie en de vrijheid van meningsuiting. Dat zijn veel fundamentelere vragen dan de vraag of we daar electoraal of mediatiek bij hebben gewonnen of niet. Bovendien ging de hele kwestie na de verkiezingen van 2004 gewoon voort, hé. Na de droogleggingswet kwam er onlangs nog het voorstel van Laurette Onkelinkx (PS) om onze politieke rechten af te nemen. Op de lange termijn zullen we daar niet van blijven profiteren, hoor. Als ik tien jaar lang geen politieke activiteiten mag uitvoeren, dan is dat niet alleen een slechte zaak voor mezelf, maar ook voor de partij.” “Weet u waarover het echt gaat? Over de politisering van het gerechtelijke apparaat in dit land. Politieke partijen creëren een wet om een andere politieke partij te bestraffen, waarbij de start van de procedure afhangt van een politieke beslissing. En dan gaat de procedure naar een rechtscollege (Raad van State,

Page 53:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

vd) dat zogezegd onafhankelijk moet oordelen.”Wat is er mis met een onafhankelijk rechtscollege?“De Raad van State is geen onafhankelijk rechtscollege (hevig). De staatsraden zijn benoemd door politieke partijen. Ze ontmoeten politici in loges, partijafdelingen en kabinetten. Dan kan het toch niet dat zij in een rol worden geduwd waarin ze over een politiek programma moeten oordelen? We beschuldigen die staatsraden niet, maar het is wel ons recht om aan te tonen dat die rechters niet alleen rechter zijn maar ook een politieke overtuiging hebben. En dat het vanzelfsprekend uitgesloten is dat ze bij de beoordeling van een politiek programma hun eigen overtuiging niet laten meespelen. Mag ik die verbanden niet leggen? Ik moet dat doen.”

“De politisering van het gerechtelijke apparaat is een kanker voor de democratie. Ze is nog draagbaar zolang het om burenruzies gaat, maar niet wanneer het voortbestaan van een politieke partij op het spel staat. Dan is het een pure schending van het principe van de scheiding der machten.”Zoekt Vlaams Belang die vervolgingen niet zelf met extremistische uitspraken?“Dat heeft er niets mee te maken. Ik heb mij als politicus alleen te verantwoorden tegenover de kiezer en niet tegenover de Raad van State. Als er mij een uitspraak verweten wordt, dan voldoen de bestaande rechtsmiddelen om mij persoonlijk te vervolgen. Maar nu brengt men het ganse politieke programma van de partij waartoe ik behoor voor de rechter.” ■

“Het initiatief komt van individuele broeders”

Vlaams Belang is een populair topic binnen de vrijmetselarij

In 2002 waarschuwde maçon Luc Vander Kelen, bekend als krantencommentator van Het Laatste Nieuws, voor de toename van het “Blok-gedachtengoed” in de Antwerpse loges. Vijf jaar later is Vlaams Belang nog even sterk aanwezig in de stad. Haar gedachtegoed in de loge ook?

“In een aantal werkplaatsen van de Antwerpse vrijmetselaarsloge zijn de jongste vijf jaar racistische, homofobe en conservatieve geluiden te horen. De ideeën van het Vlaams Blok winnen veld in een vereniging die net

open en tolerant moet zijn. Vooral in werkplaatsen in ‘moeilijke’ Antwerpse buurten hoor je de leden soms griezelige dingen zeggen over homo’s of vreemdelingen”. Aldus Luc Van der Kelen in 2002.

Page 54:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

“Ik heb daar toen voor willen waarschuwen na enkele ervaringen waarvan ik dacht ‘dit kan niet, hier worden dingen verteld die onaanvaardbaar zijn en waarvan vrijmetselaars moeten zeggen dat ze niet kunnen’. Iemand die door een vreemdeling overvallen wordt en meteen veralgemeent in de trant van ‘alle vreemdelingen zijn …’, wel zoiets kan niet in een loge, zelfs niet in een ‘vochtige kamer’ (bar, vd) We moeten opletten dat tendenzen die door de dialectiek van extreemrechts zijn ontstaan niet doordringen.”U merkte zulke tendenzen alleen in Antwerpen op? “Ja. Enerzijds bezoeken logebroeders meestal een loge in de stad waar ze wonen, anderzijds word je als mens voortdurend en onwillekeurig beïnvloed door wat er rondom je heen gebeurt en wat je iedere dag hoort en ziet. Je draagt het mee in je en je uit het in het samenzijn met anderen. Vandaar dat de sfeer die heerst in een door Vlaams Belang doordrongen stad makkelijker terugkomt in allerlei verenigingsvormen, waaronder de vrijmetselarij.”Hoe ervaart u de situatie vandaag?“Ik lijd aan de logeziekte van politici en journalisten: ik heb nauwelijks tijd om een loge te bezoeken. Maar ik behoud de contacten en ga bijna iedere maand spreken. Ik ondervind dat ook medebroeders er alerter voor zijn dat we extreemrechtse tendenzen moeten counteren. Ik heb begrepen dat het beter gaat. Er is duidelijk stelling ingenomen tegen extreemrechts.”

Ik had begrepen dat de vrijmetselarij als geheel niet sterk genoeg is om

standpunten in te nemen?“Ja, dat is ook zo. Het initiatief komt altijd van individuele broeders. De loge is geen vereniging die

kan zeggen ‘nu ontvouwen we een strijdplan tegen dit of dat’. In feite is de loge als organisatie veel minder politiek dan vroeger, ze is filosofischer geworden en richt zich meer op thema’s als mensenrechten, diversiteit, interculturaliteit, solidariteit, …”Dus de loge kan geen macht uitoefenen?“Nee, ze is te disparaat samengesteld en te individualistisch in haar aanpak. Iedere broeder is een loge op zichzelf. De loge an sich is niet sterk genoeg om iets of iemand werkelijk onder druk te zetten. Wij zijn de Kerk niet. Wij zijn ook de Boerenbond niet, waar een voorzitter en ondervoorzitter aan de touwtjes trekken. Zo werkt dat niet. Zelfs een gemeenschappelijk standpunt is heel uitzonderlijk.” Wat vindt u van de uitspraken van ex-Grootmeester Jacky Goris over Vlaams Belang?“Wel … mja (twijfelend), het is de absolute grens. In principe zou Goris of diens opvolger niet mogen zeggen dat de loge standpunt inneemt tegen het Vlaams Blok. Het zal geen echte problemen opleveren als hij het wel doet, maar in principe neem je geen maatschappelijke standpunten in in politieke kwesties. Er zijn twee zaken waarover je in de loge je mond moet houden: godsdienst en politiek. Omdat beide privé zijn.”

“Iedere broeder is een

loge op

Page 55:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

Maar daar wordt natuurlijk nooit over gezwegen …“Dat hangt ervan af. In de Grootloge wordt daar minder over gepraat dan in het Grootoosten. Het zwaartepunt van het Grootoosten ligt in Franstalig België en Brussel, waar de vrijmetselarij politiek veel militanter en vrijzinniger is dan de gematigde en symbolische Grootloge. Er zitten bijvoorbeeld meer socialisten in het Grootoosten, hoewel je er ook liberale ministers vindt. Als de leden van het Grootoosten zich uitspreken over Vlaams Belang, doen ze dat veel harder. Dat maakt deel uit van de filosofie die zij uitdragen.”In welk mate wordt er in de loge over Vlaams Belang gediscussieerd?“Er wordt zeer vaak over Vlaams Belang gediscussieerd. Er zijn ateliers waar veeleer symbolische, filosofische thema’s worden behandeld, maar er zijn ook loges die geregeld politieke onderwerpen aansnijden. Het dragen van een hoofddoek bijvoorbeeld heeft de gemoederen al danig verhit. De standpunten worden vaak even scherp geformuleerd als op het politieke toneel. In zulke loges is Vlaams Belang bijna latent aanwezig.” Wordt er tussen logebroeders overleg gepleegd om Vlaams Belang klein te krijgen?“(aarzelend) Niet als dusdanig, maar wel in die zin dat men nadenkt over middelen om het fenomeen extreemrechts terug te dringen, ter verdediging van de democratie. En als Vlaams Belang

in verkiezingsuitslagen achteruitgaat, zal er in menig atelier … euh, wel een geuzenlied gezongen worden, hé. Maar directe politieke actiemiddelen, nee, daar is de loge niet voor gemaakt. Daarvoor is de structuur en de organisatie niet aangepast, dat gaat niet.” Het zwaartepunt van het Grootoosten ligt in Wallonië en Brussel. Zijn het dan vooral Franstalige loges die tegen Vlaams Belang fulmineren?

“Ja, terwijl de strijd tegen extreemrechts zich in Vlaanderen beperkt tot een aantal individuen, zijn er in Franstalig België logekernen waar dat thema echt militant

aanwezig is. Het zuiden van ons land is sterk beïnvloed door de Franse vrijmetselarij, waar de politiek veel opvallender aanwezig is en de strijd tegen extreemrechts veel harder gevoerd wordt dan in België. Ik ging ooit spreken in Nancy en het enige wat men daar wilde horen was ‘Extreemrechts, sla dood’. De Franstaligen in België – met hun zuiderse temperament, heetgebakerd en breedvoerig in woordgebruik – spiegelen zich daaraan.”“Voor Waalse politici is het ook makkelijk om tegen Vlaams Belang ten strijde te trekken. Behalve wat stemmen in Brussel verliezen ze aan die partij geen kiezers. Ze kunnen er vrijblijvend tegen ageren. Of dat goed of slecht is voor de Vlaamse partijen, maakt hen eigenlijk niet uit.” “Daarnaast beschermt de Franstalige politiek zich zo ook

“Als Vlaams Belang achteruitgaat, zal er in menig atelier … euh,

Page 56:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

tegen de opkomst van het Front National in de eigen steden. Ze beseft dat de werkloosheid in regio’s als Charleroi en Luik kan leiden tot een groei van extreemrechts, wat op een aantal plaatsen ook het geval is. De zogenaamde anti-extreemrechtswetten zijn nodig om het extremistische gevaar bij hen af te houden. Men probeert ook – en dat zal wel terecht zijn – het Vlaamse radicalisme van

Vlaams Belang, dat de Vlaamse democratische partijen dwingt radicaler te worden, terug te dringen. Zo slaan ze in feite twee vliegen in één klap. Maar zulke strategieën worden binnen partijen en niet in loges uitgewerkt. Als een groepje politici-vrijmetselaars wil overleggen, kan ze dat in de logebar doen, maar evengoed thuis. Daarvoor heeft men de loge niet nodig.” ■

“Van Cauwenberghe laat zich beter niet meer zien in een loge”

Elio Di Rupo, Laurette Onkelinkx, André Flahaut, Michel Daerden, Philippe Moureaux, Jean-Claude Van Cauwenberghe, Charles Picqué, Louis Michel, … De lijst Franstalige politici die ook een vrijmetselaarsschootsvel zouden dragen, loont de moeite. Maar Jacques Damoiseau, lid van een Brusselse afdeling van de loge La Parfaite Intelligence et l’Etoile Réunies (GLB) zegt dat politici vandaag niet meer welkom zijn.

Is politiek een populair gespreksonderwerp binnen de Franstalige loges?“Helemaal niet. In de Grootloge is het verboden om over politiek en religie te praten, om onenigheid te vermijden. Ik durf niet te zeggen dat er nooit over politiek gepraat wordt, maar het gebeurt toch zelden. Ik heb wel eens een debat bijgewoond over het Israëlisch-Palestijnse conflict, waarin een advocaat de Palestijnse positie verdedigde tegenover een joodse professor die het standpunt van zijn landgenoten innam. Je kan zeggen dat het dan over politiek gaat. Dat klopt, maar in zulke kwesties gaat het niet uitsluitend over politiek, hé.”

Page 57:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

Jean-Claude Van Cauwenberghe (PS-kopstukin Charleroi, franc-maçon en genoemd als

spilfiguur in fraude – en corruptieschandalen)

Blijkbaar zijn de politici erg geliefd in het Franstalige vrijmetselaarsmilieu?“Ja, er zijn er. Maar steeds minder. Als je als politicus wil toetreden tot onze obediëntie, ben je niet echt meer welkom, vrees ik. Politici veroorzaken snel disputen en onenigheid. Er zijn vandaag wel vrijmetselaars die politicus zijn, maar ze zijn niet graag gezien. Niet dat hen verweten wordt dat ze een voornaam politiek ambt uitoefenen, hoor. Maar toch. Om vrijmetselaar te zijn houden ze zich beter afzijdig tot ze dat ambt weer hebben neergelegd. Bovendien is het helemaal niet wenselijk dat politici hun politieke capaciteiten aanwenden om toegang tot de loge te verkrijgen.” “Maar over het algemeen blijven hoogwaardigheidsbekleders weg, hoor. En als er een politicus in dubieuze praktijken verwikkeld blijkt – denk aan de recente fraudeschandalen in Charleroi – dan wordt hij naar alle

waarschijnlijkheid aan de deur gezet.”De toegang wordt hem geweigerd?“Ja ja, zeker weten. In de loge houdt men eenvoudigweg niet van discussies die conflicten en verdeeldheid veroorzaken.”

Is Jean-Claude van Cauwenberghe aan de deur gezet na wat er in zijn thuishaven Charleroi aan het licht kwam?“Ik denk van niet, maar ik ben er wel zeker van dat hij zich in logekringen beter niet meer laat zien. Ik denk niet dat de betrokken politici in Charerloi nog in een loge zal tegenkomen. Maar logebroeders zijn ook maar mensen. Ze lopen niet altijd perfect op de lijn tussen goed en kwaad.”In 2005 verklaarde Jacky Goris, toenmalig Grootmeester-Nationaal, dat één van de voorname doelstellingen van de vrijmetselaars de bestrijding van Vlaams Belang is. “Franchement, ik zeg je dat ik zoiets in Brussel nog nooit gehoord heb. Ik bezoek af en toe eens een Franstalige loge in Gent en Antwerpen, maar ik heb daar nog geen woord over horen zeggen. Nu kan ik me wel voorstellen dat Vlaamse vrijmetselaars daarmee bezig zijn.”Zijn Franstalige vrijmetselaars politiek militanter dan hun Vlaamse broeders?“Op sociaal en democratisch vlak zijn ze geëngageerder, maar op politiek vlak veel minder.” ■

“Politici zijn niet

welkom in

Page 58:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

P2 en de geheimzinnige discretie Na een publieke opflakkering van enkele jaren is de Belgische vrijmetselarij vandaag weer in een absolute stilte gehuld. Toch gaan hier en daar stemmen op om haar afkeer over de fraude – en corruptiepraktijken in sommige Waalse steden publiekelijk te uiten.

De schandalen die de Waalse politiek nu al enkele jaren treffen, brengen klaarblijkelijk ook de vrijmetselaars aldaar in verlegenheid. Verschillende Franstalige kranten maakten de voorbije twee jaar immers melding van het feit dat sommige betrokkenen ook lid zijn van het Grootoosten van België, de grootste irreguliere vrijmetselaarsorde van ons land, met loges aan beide zijden van de taalgrens. Naar verluidt wordt het imago van de vereniging door de infame praktijken in sommige Waalse steden schade berokkend. In vrijmetselaarskringen wordt de

roep steeds luider om zich af te zetten tegen de “onterende handelingen” van de betrokken broeders. De strafbare feiten zijn niet alleen een smet op het blazoen van de individuele maçons, ook de orde waartoe ze behoren en de vrijmetselarij in het algemeen komen erdoor in een kwaad daglicht te staan. De vraag is of de publieke afwijzing en distantiëring van de schandalen vanwege het Grootoosten er wel effectief zullen komen. De orde staat er niet om bekend een open vereniging te zijn. Ze vermijdt openbare stellingnames.

Grootmeester GorisEnkele jaren terug werd de legendarische maçonnieke stilte nochtans doorbroken. In een aantal vrije tribunes in Vlaamse kranten trok Grootmeester-Nationaal Jacky Goris van leer tegen de logeverdachtmakingen van de buitenwereld (voornamelijk van SP.A’er Ludo Sannen, vd). Ook artikel 51 van de toenmalige Europese Grondwet waarin God en de Kerk vermeld staan, werd toen het mikpunt van vrijmetselaarskritiek. Goris was bovendien bereid uitgebreide interviews te verlenen en lichtte de maatschappelijke visie van zijn orde toe. Hij wilde “de tanker die het GOB is van koers doen

“[…] Het groeiende aantal strafbare feiten waarvan vrijmetselaars – jammer genoeg al te vaak leden van het G.O.B. – verdacht worden, baart kopzorgen bij heel wat werkplaatsen, die erover getuigen, o.m. ter gelegenheid van de Grootcolleges. […] Sommige werkplaatsen menen daarom dat de “onterende handelingen” (art. 10 van de Statuten) waarvan vrijmetselaars, privé-personen en/of openbare mandatarissen, verdacht worden, niet meer alleen de betrokkenen en hun respectievelijke werkplaatsen betreffen, maar wel de Belgische vrijmetselarij in haar geheel. Zij menen dan ook dat het ontbreken van elke mededeling terzake van de Obediëntie tot gevolg heeft dat

Page 59:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

wijzigen”. Maar ook hij bleef slechts drie jaar Grootmeester, zoals het logereglement voorschrijft. In maart 2005 gaf Goris zijn hamer door en keerde naar zijn werkplaats De Geuzen terug. En de vrijmetselarij raakte opnieuw in een waas van stilzwijgen gehuld.Vele logebroeders zouden een publieke distantiëring van de schandalen vanwege het GOB nochtans graag aanhoren. Ze zijn als de dood voor insinuaties als zou de loge een verdoken kern van corruptie en oneer zijn. Met de frauduleuze praktijken in enkele Waalse steden doemt immers het spook van het Italiaanse P2-schandaal weer op. De criminele intriges van textielhandelaar Licio Gelli in de pseudologe Propaganda Massonica Numero Due (P2), midden jaren zeventig en begin jaren tachtig, brachten de goede naam van de vrijmetselarij toen zowel intern als extern een internationale mokerslag toe. De mythe dat een kleine machtsgroep van supérieurs invisibles het Italië van de tumultueuze “loden jaren” zeventig zou beheersen, werd toen plots werkelijkheid. De maçonnerie aller lande was in het diepst van haar ziel aangetast, de schok zou nog lang nazinderen. Toch lijkt in de ongerustheid van de Franstalige vrijmetselaar een dubbel gevoel te schuilen. Want als maçons bekommerd zijn om het imago van hun vereniging en als ze zich absoluut willen distantiëren van de infame praktijken waaraan sommige broeders zich schuldig maken, waarom doen ze dan niet alle moeite van de wereld om een fair, correct en genuanceerd beeld van

hun broederschap naar buiten te brengen? Als ze zich opwerpen als de voorvechters van humanistische, democratische principes en de waarden van de Verlichting, waarom dan in de catacomben blijven leven? De vraag is een splijtzwam in de Belgische vrijmetselaarsgeschiedenis. “Over die kwestie wordt al tientallen jaren gediscussieerd. Ik ben erbij van in 1989 en heb nooit anders geweten dan dat de meningen fundamenteel verschilden”, aldus Luc Vander Kelen.

Londense gezelligheidWaarom verschillen de meningen dan? Omdat discretie doorheen de eeuwen tot het handelsmerk van de vrijmetselarij is uitgegroeid. En een succesvol handelsmerk wijzig je niet zomaar. Waar komt die doorheen de eeuwen gebeitelde discretie – of is het geheimhouding? – dan vandaan? De geschiedenisboeken verwijzen naar de achttiende eeuw om de wortels van het discrete logekarakter te ontdekken. De vrijmetselarij aanschouwde het levenslicht in

Page 60:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

1717, toen in een Londense pub de Grand Lodge of London werd opgericht. Het was één van de talloze eliteclubjes, want Londen bulkte indertijd van sociëteiten en kransjes van diverse pluimage. Dus was het doodnormaal dat de freemasonry naar een profiel streefde waarmee ze haar uniciteit kon uitdrukken. Dat vond ze in de structuur van de middeleeuwse ambachtsgilden, die enkele honderden jaren tevoren bijeenkomsten hielden in zogenaamdeGedenkteken ter ere van bouwmeester Peter Appelmans (1373-1434) en zijn operatieve vrijmetselaars, aan de voorgevel van de Antwerpse Onze-Lieve-Vrouw-Kathedraal

lodges of ateliers. Metselaars, steenhouwers, timmerlieden, schrijnwerkers en ander werkvolk zochten elkaar op in loges, maakten technische berekeningen en tekenden plannen uit voor imposante bouwwerken als kastelen, burchten, stadhuizen en kathedralen.Om de kostwinning – en uiteraard het grenzeloze aanzien voor hun intelligentie en vaardigheid – veilig te stellen, hielden de ambachtslieden de kennis van hun stiel te allen prijze binnenskamers. Een arbeidsreglement avant la lettre en een toetre-dingsceremonie met eed van geheimhouding moesten voor de nodige discretie zorgen. Is de moderne – ‘speculatieve’ – vrijmetselarij voortgevloeid uit die ‘operatieve’ vorm van gemetsel? Andries Van den Abeele betwijfelt het ten zeerste. Algemeen wordt aangenomen dat de metselaarsloges geleidelijk naar gezelligheidsverenigingen

evolueerden, waarin vooral om financiële redenen edelen en voorname burgerlieden werden toegelaten. Maar harde historische bewijzen ontbreken.

Zeggen en zwijgenLigt de oorsprong van de maçonnieke geheimdoenerij in de arbeidstrots van de middeleeuwse ambachtsgilden? Grotendeels toch. Het klopt dat de oorspronkelijke Engelse eliteclubjes zich door de symboliek en usances van de operatieve metselaars lieten inspireren. Ten tijde van de Glorious Revolution en de godsdienst – en burgeroorlogen die het eiland teisterden, kwam vooral de secrecy goed van pas. De loge vormde een plek waar katholieken, protestanten, anglicanen en andere vormen van christelijk geloof in peis en vree ideeën konden uitwisselen. Ze was een save heaven waar andersdenkenden niet hoefden te vrezen dat hun lichaam om religieuze redenen in de Tower of London zou bungelen. Tolerantie prediken was de maçonnieke corebusiness, geheimhouding moest de vrijmetselaar beschermen tegen de meedogenloze buitenwereld.

“Ook al zijn we niet machtig, als de anderen denken dat we machtig zijn,

Page 61:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

Dat is volgens Karel Poma vandaag nog steeds het geval: “In een discussie tijdens de logezitting komen diverse ideologische standpunten wel eens lijnrecht tegenover elkaar te staan. Het grote voordeel is dat er niets openbaar wordt gemaakt eens de zitting is afgelopen. De dag dat er een krant titelt ‘Karel Poma heeft in de loge verklaard dat …’, ja dan is het voor mij voorbij, hé. De geheimhouding maakt het net mogelijk dat je met elkaar vrij kunt spreken zonder dat broeders achteraf publiekelijk aangevallen worden.” Met andere woorden: in de loge kan je je diepste zielenroerselen kwijt, ze zullen niet uitlekken. Toch klinkt het vreemd dat logebroeders nog niet in het openbaar durven te discussiëren, alsof een broeder zou worden vervolgd indien hij er een controversieel standpunt op nahoudt.

Zware zondeBij de vraag waarom slechts sommige vrijmetselaars zich outen en de geheimhouding van elkaars identiteit zo onverwoestbaar overeind blijft, antwoorden logebroeders steevast dat het nog niet altijd en overal aanvaard wordt om vrijmetselaar te zijn. “Sommige logebroeders werken voor een

vereniging, die tot een bepaalde zuil behoort die niet logevriendelijk is. In mijn werkplaats vertellen een aantal broeders me dat ze hun

logebroederschap niet kunnen uiten zonder ‘scheef’ bekeken te worden. Dikwijls gaat het om bedrijven van christelijke signatuur zoals katholieke scholen, ziekenhuizen of OCMW-rusthuizen, waar het ACW sterk aanwezig is. Vroeger was die vijandigheid sterker dan vandaag, maar ze bestaat zeker nog. Sommigen kunnen zich ook niet uiten in familiekring om onbegrip of negatieve reacties te voorkomen”, getuigt Bruni Mortier van loge Diogenes (GOL) in Dessel. Maar de onverdraag-zaamheid geldt ook in de andere richting. Tuur van Wallendael van het Antwerpse De Geuzen (GOB) ver-klaart: “In de loge waartoe ik behoor zou het nog steeds moeilijk liggen om iemand vrijmetselaar te laten worden als hij zijn kinderen naar een katholieke school stuurt. Maar de tijd dat je als logekandidaat een tegenprestatie moest leveren omdat je naar een niet-openbare school bent geweest, is gelukkig voorbij.”

Page 62:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

Verzuild Vlaanderen ligt dan al even achter ons, katholieken en vrijmetselaars zijn lang nog geen te beste vrienden. ACW, Boerenbond, VSKO, Christelijke Mutualiteit, … zijn niet de instanties waar een vrijmetselaar met open armen wordt ontvangen. Oorspronkelijk waren vrijmetselaars nochtans praktiserende katholieken, maar voornamelijk dankzij een eeuwenlange onderwijsstrijd werden de logebroeders steeds dieper in de vrijzinnige hoek gedrumd. De oprichting van de VUB in 1834 als reactie op de Katholieke Universiteit in Mechelen stak de lont in het kruitvat. En met een officiële herderlijke brief in 1837 die vrijmetselaars de keuze oplegde tussen geloof of gemetsel was een onoverbrugbare kloof geslagen. En dat tot op vandaag, hoewel de ontzuiling volgens Karel Poma de wonden enigszins heeft geheeld. “Vroeger was er een strijd, vandaag is er een wapenstilstand, maar we zijn nog niet aan de vrede.” VUB-maçonoloog Jimmy Koppen zegt dat de antikatholieke gevoelens bij maçons nog steeds niet zijn weggeëbd: “De vrijmetselarij is een ontzettend log beestje. Het duurt vele decennia vooraleer bij logebroeders bepaalde zaken doordringen. Zo is ook voor vrijmetselaars het woord van de paus onfeilbaar. Alles wat de paus zegt, blijft eeuwig geldig tot er een nieuwe pausverklaring komt die voor aanpassingen zorgt. Tot op vandaag weten vrijmetselaars heel goed dat er in de pauselijke codex van 1983 – nota bene samengesteld door de huidige kerkvader Benedictus XVI – geschreven staat dat

vrijmetselarij een ‘daad van zware zonde’ is.”

MachiavellistischMaar met die traditionalistische manier van denken lijkt het alsof vrijmetselaars nog in de middeleeuwen leven. Er moeten andere motieven meespelen waarom die geheimhouding zo nodig hoeft. “Je mag de aantrekkingskracht van de geheimhouding niet onderschatten. Mensen houden wel van iets dat een beetje geheim is. Net zoals kinderen van tien jaar samenklieken zonder dat anderen mogen weten wat er zich afspeelt, gebeurt dat op volwassen niveau ook nog steeds. Geheimzinnigheid trekt aan, het idee van ‘wij weten iets wat jij niet weet’ doet je jezelf belangrijk voelen. Als we ons allemaal afficheren, dan valt het geheime karakter weg en ziet de buitenwereld wat we werkelijk waard zijn. Men gaat dan optellen – 17 professoren, 33 dokters, 88 magistraten, … – en de macht van de organisatie inschatten. De vakbond maakt zijn stakerskas ook niet bekend, ook al wordt daarop veel kritiek uitgeoefend in de trant van ‘hoeveel geld heeft hij, waar zit dat geld en wat doet hij ermee?’ Nee, de vakbonden beschouwen dat als hun levensverzekering en de buitenstaander moet niet weten hoe sterk hij financieel staat. Binnen de loge bestaat er ook een strekking die machiavellistisch blijft en cynisch zegt van ‘ook al zijn wij niet machtig, als de anderen denken dat we machtig zijn, zijn we dat ook.’ En ik besef perfect dat daar de eerste tien jaar geen verandering in komt”, zegt Luc Van der Kelen.

Page 63:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

Wat er ook van zij, vrijmetselaars zijn er altijd als de kippen bij om erop te wijzen dat hun broederschap niet ‘geheim’, maar ‘discreet’ is: “Mocht de vrijmetselarij een geheim karakter hebben, dan zou je mij niet interviewen”, merken ze telkens fijntjes op.Maar meer openheid? Het is een proces op uitermate lange termijn. Dat bewijst eens te meer de geschreven reactie van de huidige Grootmeester van het Grootoosten van België op de geruchten dat zijn broeders zich publiekelijk van de “onterende

handelingen” in Waalse steden willen distantiëren: “In tegenstelling tot bepaalde interpretaties, nog verlevendigd door onze recente debatten, meen ik dat – buiten het geval van hoogdringendheid – de nieuwe bepalingen de Grootmeester niet verplichten en hem zelfs niet toelaten om, meer dan vroeger, in het openbaar bewust en rechtstreeks stelling in te nemen omtrent deze incidenten.” Waarmee meteen duidelijk is dat de tanker van het GOB opnieuw de vroegere richting uitvaart. ■

Waar de weg naar het succes plots versmalt

“Het is algemeen bekend dat de vrijmetselarij vertegenwoordigd is op posities die maatschappelijk belangrijk zijn, zoals de politiek en de magistratuur”, zegt Vlaams Belangsenator Jurgen Ceder. Maar ook academische milieus zijn logegevoelig. Dat de vrijzinnige universiteiten van Gent (UG) en Brussel (VUB) een gemetseld bastion vormen, is geen nieuws. Maar dat sommige van haar werknemers zich benadeeld voelen omdat ze geen logebroeder zijn, doet toch de wenkbrauwen fronsen. Onderstaande lezersbrief werd op 19 december 2006 gepubliceerd in het weekblad Humo.

Page 64:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

Insiders die de loge-invloed aan den lijve ondervinden, lopen niet in bosjes aan te schuiven om over hun ervaringen te getuigen. De auteur van deze brief was toch bereid enige toelichting te geven, weliswaar anoniem. Hij is verbonden aan een vakgroep van de Universiteit van Gent. “Ik zie in mijn omgeving wat ik zie. De universiteitswereld is één van de milieus waar een lidmaatschap van de loge een grote rol speelt. Dat is heus geen toeval. In zulke milieus is invloed belangrijk. Er spelen meer machtsposities mee, er is meer geld mee gemoeid dan pakweg het middelbaar onderwijs.”Maar op basis waarvan precies concludeert u dat de loge invloed heeft binnen uw universiteit? “Ik weet enkele dingen die pertinent juist zijn, maar waarvoor ik geen bewijs kan leveren. Aan de universiteit heerst bijvoorbeeld een bepaalde hiërarchie. Je hebt

docenten, hoofddocenten, hoogleraars en gewoon hoogleraars. Praktisch maakt dat onderscheid in het dagelijkse leven niets uit, elke professor doet in principe hetzelfde. Er is alleen een verschil in verloning en prestige, en daarvan is de macht en de invloed die je hebt

ook afhankelijk. Het principe om op te klimmen in die hiërarchie is dat van een vlakke loopbaan, waarbij je als docent op basis van goede evaluaties hoofddocent kunt worden enzovoort. Slechts één stap verloopt niet helemaal zo: die van hoofddocent naar hoogleraar. Er komen dan

Van den Bossche (2)De politieke interviews van Ruud Goossens zijn steeds weer een verademing, al was het maar omdat hij – in tegenstelling tot de meeste andere politieke journalisten – consequent kritische vragen stelt over de rol van de loge. Het zal wel toeval zijn dat sommige van zijn collega-journalisten zelf logebroeders zijn.Dat kritische vragen en onafhankelijke journalisten in deze context wel degelijk heel erg nodig zijn, bleek nog maar eens uit het interview met Luc Van den Bossche in Humo nr. 3456. De ex-minister gaat er tijdens het interview prat op dat er geen deals worden gesloten in de loge, maar hij geeft in één moeite wél toe dat hij tijdens zijn toetreding de vraag kreeg of hij bij een toekomstige benoeming een lid van de loge zou verkiezen boven een niet-lid. Als we Van den Bossche mogen geloven, dan heeft hij daarop geantwoord dat de ‘beste’ kandidaat altijd zijn voorkeur zou wegdragen.Dat spreekt in principe voor hem, maar het zou nog beter zijn geweest als hij op basis van die erg opgepaste vraag meteen tot het inzicht was gekomen waar de loge (tegenwoordig) écht om draait.Van den Bossche verwacht van de Humo-lezer dat die vooral de macht niet overschat van een organisatie die (1) enkel mensen met een zekere machtspositie toelaat en (2) tijdens de toetredingsprocedure vraagt of de andere leden in de toekomst op een helpende hand zullen kunnen rekenen. Wie na zulke uitspraken nog steeds gelooft dat de loge een gezelligheidsvereniging is, die is mijns inziens hetzij dom, hetzij hypocriet. En aangezien Van den Bossche zichzelf blijkbaar behoorlijk intelligent vindt, is het meteen duidelijk tot welke categorie hij zelf

Page 65:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

bemiddeling en onderlinge besprekingen in besloten kring aan te pas. Het gaat om kleine comités van invloedrijke mensen die over je hogere graad beslissen op basis van wat zij van je vinden. Er bestaan criteria die in zulke beoordelingen moeten gelden, maar die zijn zo ruim te interpreteren dat in feite iedereen hoogleraar kan worden en het beargumenteerd kan zijn. Ik stel vast dat in de vakgroep waartoe ik behoor alle hoogleraren vrijmetselaar zijn. Dat is geen toeval, als je begrijpt wat ik bedoel. Ze kennen mensen, vaak mensen die beslissingen nemen, van elders. En wat die ‘elders’ inhoudt, is heel erg duidelijk.”Zijn zij dankzij hun lidmaatschap van de loge hoogleraar geworden?“Daar ben ik echt heel zeker van, ja. De hoogleraren van mijn vakgroep zijn niet noodzakelijk de beste professoren. Er is in hun benoeming duidelijk iets aan de hand geweest.”Maar hoe merkt u zelf hun invloed op aan de universiteit?“Ik zie de twee logebroeders van mijn vakgroep bezig. Ik ken ze en kan zien hoe ze bijvoorbeeld via emailverkeer elkaar dingen beloven, hoe ze compromissen en deals sluiten, … Logebroeders bieden elkaar steun, maar zijn daar altijd erg discreet in.”Moet je per se logebroeder zijn om professor te worden?“Nee, dat hoeft niet. Ik denk dat dat op de VUB eerder het geval zal zijn. Maar ik twijfel er niet aan dat ik ooit gevraagd zal worden om vrijmetselaar te worden. Omdat ik het juiste profiel heb. Ik ben jong, ik ben

vrijzinnig en steek dat niet onder stoelen of banken, en ik wil een topcarrière uitbouwen. Dat houdt in dat ik binnenkort binnen het wereldje een soort machtspositie zal verwerven. Nu ja, machtspositie is wat overdreven.” Wat zal u zeggen?“Ik zeg zeker nee.”En dan?“En dan? (aarzelt) Dan gebeurt er niets spectaculairs. Maar ik weet dat ik niet op de steun van bepaalde personen zal moeten rekenen om dingen gedaan te krijgen. Ik zet me vanaf dan in een moeilijkere positie om mezelf te bevorderen. Ze zullen mijn carrière niet kraken of fnuiken omdat ik geweigerd heb toe te treden, neen, de loge is een positief netwerk. Maar ik zal het moeilijker krijgen om financiële middelen voor onderzoek te krijgen, ik zal niet moeten rekenen op contacten in de bevoegde commissies. Als er twee leden voor een postje strijden en één ervan is vrijmetselaar, dan zullen ze hém aan die post helpen zonder de ander per se expliciet tegen te werken. Geen logelid zijn heeft geen negatieve consequenties, maar het zet wel je potentiële successen onder druk.” “Nogmaals, de dingen die ik nu vertel kan ik niet hard maken. Mensen kunnen me evengoed beschouwen als iemand die gefrustreerd om zich heen schopt, maar dat is niet zo. Ik heb niets te klagen. Het stoort me alleen mateloos dat sommige mensen voortdurend met de ellebogen contacten aanporren en op alle mogelijke manieren netwerken om dan in een interview voor de buitenwereld de maagd Maria te spelen (doelt

Page 66:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

op Luc Van den Bossche, vd). Ik erger me aan de antwoorden die op logevragen worden gegeven. Voor verstandige mensen zijn die behoorlijk naast de kwestie en ronduit hypocriet. Waarom geven ze het niet gewoon toe, of waarom zwijgen ze er simpelweg niet over? Ik begrijp niet wat daarvan de bedoeling is.” “Luc Van den Bossche zegt dat hij nog nooit een logebroeder geholpen heeft. Wel, ik heb een email van hem gelezen waarin hij

zijn strategie uit de doeken doet om iets gedaan te krijgen. En hij heeft het ook gedaan gekregen. Er worden wel degelijk echte deals afgesloten, hoor. Niet dat er in zulke emails expliciet staat wie wie kent, maar je kan bepaalde dingen afleiden op basis van wie er aangesproken wordt en wie niet. Soms worden er betrokken mensen gepasseerd omdat ze eenvoudigweg niet in het netwerk zitten. En wat Van de Bossche betreft, merk je dat hij overal wel iets te zeggen heeft.” ■

Tijden komen, tijden gaan OPINIE Heeft Vlaams Belang een punt als het beweert dat

Belgische gerechtsorganen door middel van de irreguliere vrijmetselarij onder politieke invloed staat?

Het lijkt wel een godsgeschenk voor een partij die zich de voorbije twintig jaar als een paria al te graag in een slachtofferrol heeft gewenteld: een genootschap van toppolitici, magistraten, academici, geneeskundigen en mensen uit de middenklasse noemt zich ‘loge’ en zet zich (openlijk) af van extreemrechtse, onverdraagzame ideeën. De alom gepredikte theorie als zou Vlaams Belang zich tegen het establishment moeten verzetten, net omdat het door die gevestigde orde wordt tegengewerkt, krijgt daarmee voedsel voor het leven. De VB-logica klopt als een bus.Want vrijmetselaars zijn gevaarlijk. Ze gaan alleen in eigen kringen op zoek naar nieuwe leden zodat er van die afspiegeling van de maatschappij, zoals de broeders hun loge graag voorstellen, helemaal geen sprake is. En dat het “kappen aan de ruwe steen” neerkomt op het persoonlijke streven naar vervolmaking om de wereld voor henzelf en hun medemens beter te maken, is al helemaal klinkklare nonsens. Het geklets en gezanik op de wekelijkse zittingen is slechts bedoeld om de linkse ideologie bij elk van de leden nog wat dieper wortel te doen schieten. De wekelijkse brainwash maant die maçons aan geen kans voorbij te laten gaan om in hun professionele leven de onverdraagzaamheid – in concreto de ideeën die Vlaams Belang uitdraagt – met alle middelen te bestrijden. Politiek en godsdienst zijn zogezegd uit den boze als gespreksthema. Maar als je sommige vrijmetselaars hoort, lijkt het alsof er over niets anders dan Vlaams Belang gepraat wordt. Allemaal onder het mom van een zoektocht naar een manier om het fenomeen extreemrechts terug te dringen, ter verdediging van de democratie. En o wee als je de vrijmetselarij geheimzinnig noemt. Discreet, noemt ze zich. Maar er in

Page 67:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

het openbaar voor uitkomen dat men logebroeder is, zodat mensen tenminste weten met wie ze te doen hebben, is te veel gevraagd. De man in de straat ziet wel dat dat gemetsel in feite puur gekonkel is dat het daglicht niet kan verdragen. Het zou dan ook niet verbazen dat die franc-maçons, waarvan de meerderheid verknochte franskiljons zijn, de motor vormen achter het cordon sanitaire dat het Vlaamse land al twintig jaar in een linkse greep houdt. En om die greep niet te moeten lossen, schakelen de logebroeders hun pionnen van het Belgische gerechtsapparaat in, om zo het bestaan van de grootste Vlaamse partij financieel onmogelijk te maken. Maar een partijdotatie afnemen is de democratie met voeten treden. Het heersende bestel is zozeer door haar eigen machtspositie verblind dat ze één van haar basiswaarden zonder enige vorm van schaamte verloochent. Voorgaande paragraaf zou perfect van op de website van Vlaams Belang kunnen geplukt zijn. Maar heeft de partij dan ongelijk als ze het Belgische rechtsapparaat ervan beschuldigt door de irreguliere vrijmetselarij doordrongen te zijn? Is het fout te denken dat gerecht en politiek in ons land nog niet helemaal onafhankelijk van elkaar te werk gaan? Ja en nee. Voor buitenstaanders is het moeilijk in te schatten in welke mate vrijmetselaars uit het politieke en gerechtelijke milieu hun gemeenschappelijke overtuiging in de praktijk al dan niet door samenwerking ten uitvoer brengen. Ongetwijfeld doen zich contactmomenten voor, niet in het minst tijdens een logezitting. Natuurlijk vraagt een politicus een medebroeder, die procureur-generaal is, dan wel eens om de extremisten van die ene partij extra hard aan te pakken. Maar de tijd dat vrijmetselaarsloges heuse machtsinstellingen waren waarin wetten werden opgesteld en gerechtelijke vonnissen geveld, is wel degelijk voorbij. Vlaams Belang heeft het mis wanneer het de andere politieke partijen op een hoopje gooit met de Belgische gerechtsinstanties, vanuit de overtuiging dat de leden van beide machten op het forum van de vrijmetselaarsloges een tactiek uitstippelen om de partij aanpakken. Waarom? Omdat die tactiek vandaag geen dag lang geheim zou blijven.

BIBLIOGRAFIE

Literatuur

Apostel, Leo. 1992. Vrijmetselarij : een wijsgerige benadering. Antwerpen: Hadewijch.

Van den Abeele, Andries. 1991. De Kinderen van Hiram: vrijmetselaars en vrijmetselarij. Brussel: Roularta. Te raadplegen op: http://leselevesdethemis.be/De_Kinderen_van_Hiram.pdf.

Page 68:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

De kinderen van de weduwe : vrijmetselaars over vrijmetselarij. 1992. Studiekring Trigonum Coronatum.

Te raadplegen op: http://www.hujo.be/images/documentatiemappen/vrijmetselarij.pdf.

Koppen, Jimmy. 2000. Passer en Davidster: strijd van de Duitse bezetter en colaboratie tegen vermeende samenzwering van vrijmetselaars en joden in België. Brussel: VUBPress.

Poma, Karel. 1995. Actie Vrijmetselaren: een politieke benadering van de moderne vrijmetselarij. Zellik: Roularta Books.

Puype, Jan. 2004 .De elite van België: welkom in de club. Leuven: Van Halewyck.

Van Brabant, Piet. 2003. De vrijmetselarij in Nederland en Vlaanderen. Antwerpen: Houtekiet.

Van wijsheid met vreugd gepaard: twee eeuwen vrijmetselarij in Gent en Antwerpen. Brussel: Marot.

Witte, Els, Craeybeckx, Jan & Meynen, Alain. 1997. Politieke geschiedenis van België: van 1830 tot heden. Antwerpen: Standaard Uitgeverij NV.

MediaDe Standaard, 22-01-’04. “De loge heeft het weer gedaan”. Jacky Goris.

Knack, 09-07-’03. “Op zoek naar het geheim” en “Van papenvreters tot kerkgangers”.

Knack, 19-05-’04. “Wij zijn geen geheim maar een discreet genootschap”. Joël De Ceulaer.

Knack, 26-05-’04. “Ik ben geen paus”. Joël De Ceulaer.

De Morgen, 23-01-’05. “Jacky Goris, Grootmeester van het Grootoosten van België”. Yves Desmet en Walter Pauli.

Humo, 28-11-’06. “Hoe zou het eigenlijk zijn met … Luc Van den Bossche (59)?”. Ruud Goossens.

Humo, 19-12-’06. “Van den Bossche (2)” (Lezersbrief in Open Venster).

Internethttp://www.wmaker.net/initiations/index.php

Page 69:  · Web viewHet laatste model is het Noord-Atlantische liberale model. Uit het onderzoek blijkt dat België aansluit bij het tweede, democratisch corporatistische model. De verhouding

http:// www.mason.be

http: // www.glrb.org

http: // www.glb.be

http://www.algb.be/index.htm

http://www.droit-humain.be

http://www.lithos-mason.be/

http: // www.vlaamsbelang.org

http://lvb.net/nederlands.php

http:// www.bloggen.be/jimmykoppen

http://www.raadvst-consetat.be/Nl/home_nl.htm :

http://www.fisconet.fgov.be/nl/?frame.dll&root=V:/FisconetNld.2/&versie=04&type=gerech INH

Interviews

Interview met Karel Poma, Wilrijk, 30 april 2007.

Interview met Luc Vander Kelen, Kobbegem, 2 mei 2007.

Interview met Jimmy Koppen, Brussel, 2 mei 2007.

Interview met Bruni Mortier, Mol, 3 mei 2007.

Interview met Jacques Damoiseau, Lier, 7 mei 2007.

Interview met Jurgen Ceder, Brussel, 8 mei 2007.

Interview met Gerolf Annemans, Antwerpen, 23 mei 2007.

Interview auteur anonieme lezersbrief, Gent, 24 mei 2007.